Verbinding, het is een woord dat in Nederland in tijden van corona zó vaak valt. Het tienletterwoord krijgt een bijzondere lading als twee voorzitters in gesprek gaan over het plotseling overlijden van een jong lid bij hun verenigingen. In een intieme setting delen Kasper Doesborgh van De Mezen en Roy Breurken van BHC Overbos hun ervaring. Wat doet zo’n verlies met de club?
‘Op zo’n moment is de impact voor een vereniging enorm. Ik moet zeggen: dat moet je niet te vaak meemaken.’ Aan het woord is Kasper Doesborgh. De voorzitter van De Mezen uit Harderwijk praat kalm, is openhartig en kiest zorgvuldig zijn woorden. Nadat hij de eerste keer de naam van Anna Kretzschmar hardop uitspreekt, is het een paar tellen stil.
Diezelfde stilte valt ook wanneer Roy Breurken de naam van de 14-jarige Wouter Betjes voor de eerste keer laat vallen. ‘Ik was in mijn huis aan het klussen en werd gebeld door onze bestuurslid Jeugd. Zijn zoon coacht Jongens C1’, verduidelijkt de voorzitter van de Beverwijkse club. ‘Hij vertelde dat Wouter met spoed naar het AMC-ziekenhuis was gebracht, omdat hij na de wedstrijd tegen Bloemendaal onwel was geworden. Twee uur later werd ik gebeld dat hij het niet had gehaald. Dat was heel heftig.’
Breurken slikt. Weet zichtbaar even niet waar hij zijn armen op de tafel moet neerleggen en neemt snel een slok van zijn thee.
Doesborgh knikt, een knikje van herkenbaarheid. De voorzitter van De Mezen neemt ons mee naar het moment dat hij geconfronteerd werd met het nieuws dat de pas 18-jarige Anna Kretzschmar overleed. ‘Ik stond met mijn eigen team in Arnhem op het hockeyveld. Vijf minuten voor het einde werd ik van het veld geplukt door iemand van Arnhem. Er was telefoon voor mij.’
Het telefoontje dat je nooit hoopt te ontvangen als voorzitter. ‘Ik hoorde dat een speelster van ons Dames 3 bij een verkeersongeval in Utrecht om het leven was gekomen. Dan komen de dingen heel snel op je af als voorzitter.’
Doesborgh (40) handelde meteen. Een teamgenoot bracht hem samen met een collega-bestuurder terug naar Harderwijk. ‘De meeste bestuursleden kwamen naar de club, de coaches van het team waren er ook bij. Het was al bijna zondagmiddag toen we het slechte nieuws hoorden. We besloten, omdat Anna in bijna ieder seniorenteam een connectie had, direct alle wedstrijden te cancelen. Zonder overleg met de hockeybond, maar ik had weinig tijd om na te denken. Ik dacht: ik vraag liever achteraf om vergiffenis, dan vooraf toestemming.’
Breurken begrijpt hem wel. ‘Je moet acuut een beslissing nemen. Als het niet mag, dan maar niet.’
Doesborgh: ‘Dan maar drie punten in mindering. Is overigens niet gebeurd, hoor. Maar dit voelde beter.’
Bij Overbos koos het bestuur ervoor om de wedstrijden wel door te laten gaan. ‘We hebben in het verleden bij overlijdensgevallen best wel wat discussie over de wedstrijden gehad’, bekent Breurken. Ook nu was de keuze lastig. ‘Aan de ene kant zeggen mensen: iedereen kent Wouter, alle wedstrijden moeten er meteen uit. Aan de andere kant zijn er leden die juist wél willen spelen of minder binding met hem hadden.’
Het bestuur annuleerde alleen de wedstrijd van JC1, het team van Wouter. Breurken: ‘Ook op de dag van zijn begrafenis zijn alle wedstrijden doorgegaan. Er waren zelfs teams die in hun trainingspak uit de zaal kwamen om Wouter in de haag voor ons clubhuis te eren.’
De vereniging als verbindingsplek
Het sterfgeval van Wouter was niet Breurkens eerste sterfgeval. In de drie jaar dat hij voorzitter is van Overbos ontvielen de club vijf leden. Elke met zijn achtergrond, zijn eigen impact. Het bestuur van de Beverwijkse club heeft mede daardoor een protocol bij een overlijdensgeval. ‘In november 2019 overleden bij Overbos twee leden op dezelfde dag. Zij waren wel ouder dan Wouter, maar nog steeds te jong. We hebben bij Wouter veel gehad aan de lessen die we destijds hebben geleerd.’
Je hoort zo’n gastje van twaalf dan zo’n verhaal vertellen… Dan denk je alleen maar: waarom? Roy Breurken, Voorzitter Overbos
Het bestuur van De Mezen beschikt niet over zo’n protocol. ‘Bij de eerste handelingen hebben wij onszelf constant afgevraagd: wat is passend?’, vertelt Doesborgh. ‘Wij hebben de KNHB gebruikt als consultant. De bond heeft een geweldig protocol geschreven. Een prettig houvast. Terwijl we die aan het doorbladeren waren, was het spot on wat wij bedacht hadden.’
Zo bood het bestuur de teamgenoten alle ruimte om te rouwen. In het clubhuis hielden de trainer en coaches van Dames 3, in samenspraak met het team, maandagavond ‘een soort inloop’. ‘Daar kwamen best wel veel mensen op af. We stonden met veel respect stil bij het overlijden van Anna. We hadden een hoekje ingericht waar mensen zo vaak als ze wilden, konden kijken naar haar foto.’
Doesborgh koestert de saamhorigheid, met name bij de teams om Dames 3 heen. ‘Ik besefte heel intens dat een vereniging echt een familie is. Als zoiets gebeurt, laat je je pen vallen en zorg je dat je er bent. We kunnen, naast dat we troost bieden, als vereniging ook een heleboel faciliteren.’
Breurken sluit zich daar bij aan: ‘Je ziet dan, buiten de trainingen en het ballen in het weekend om, de functie van een vereniging. Iedereen komt bij elkaar en kan zijn emoties delen. Het faciliteren is heel belangrijk op zo’n moment. Bij ons gebeurde het net voor de winterstop en er waren nieuwe coronaregels. We hebben geregeld dat de jongens, ook al was er geen training, het veld op konden als ze daar de behoefte hadden. Zoveel plekken waren er niet om samen te komen.’
Doesborgh knikt: ‘De vereniging is zeker in deze tijden een verbindingsplek.’
Bij Overbos kwamen de ouders, spelers en begeleiders die zaterdagavond – een paar uur na het overlijden van Wouter – al bij elkaar. Een sterke wens van de ouders van het team. ‘Vanwege de coronamaatregelen mocht dat eigenlijk niet. Daar denk je ook wel even aan, maar bij elkaar komen is op zo’n moment toch even wat belangrijker.’
Het bestuurslid Jeugd coördineerde de avond in Beverwijk. ‘In eerste instantie waren de jongens heel druk, wilden ze alleen maar tafelvoetballen of naar buiten’, schetst Breurken. ‘Later toen Slachtofferhulp erbij kwam, begonnen enkele jongens voorzichtig te praten. Ze barstten in tranen uit. Die emotie was begrijpelijk, ze waren er allemaal bij toen Wouter met de ambulance werd opgehaald.’
Breurken spreekt over een heftige avond in het clubhuis van Overbos. ‘Je hoort zo’n gastje van twaalf dan zo’n verhaal vertellen…’ De voorzitter van Overbos valt even in stilte. ‘Dan denk je alleen maar: waarom?’
De rol naar nabestaanden en pers
In het protocol van Overbos staat dat de voorzitter op de begrafenis van een overleden lid spreekt. Breurken: ‘In het geval van Wouter had ik alleen niet zo’n binding als het bestuurslid Jeugd en de jeugdcommissie, dus zouden zij op de begrafenis een woordje doen namens de club. Dat gaat in goed overleg met de ouders. Moeders uit het team van Wouter en het bestuurslid Jeugd waren onze bron van informatie.’
Zelf heeft Breurken even gewacht met het telefoontje naar Wouters’ ouders. ‘Er was genoeg communicatie vanuit de club en zijn ouders hadden wel wat anders aan hun hoofd. Na een paar dagen heb ik mijn medeleven betuigd. Als voorzitter zijn dat de moeilijkste gesprekken om te voeren.’
Doesborgh koos bewust voor een appje naar de ouders van Anna. ‘Zij zitten echt niet te wachten op de voorzitter van De Mezen. Ik kende haar ouders ook niet, zij wonen in Utrecht. Ik wilde hen laten weten dat we vijftig kilometer verderop ook stilstonden bij het overlijden van hun dochter én aantal zaken met ze afstemmen.’
Normaal ben ik heel open en eerlijk, mag iedereen langskomen, maar niet op een rouwavond. Dat voelde gewoon niet goed. Kasper Doesborgh, Voorzitter De Mezen
Het overlijden van Anna werd ook op gepikt door de media. Die melden zich ook bij Doesborgh. Hij heeft daar begrip voor, maar stoorde zich aan de brutaliteit van journalisten die aanwezig wilden zij bij de rouwavond die werd gehouden door Dames 3. ‘Ik vond dat echt niet gepast. Dat was een avond voor het team. Normaal ben ik heel open en eerlijk, mag iedereen langskomen, maar niet op een rouwavond. Dat voelde gewoon niet goed.’
Doesborgh werd in de uren daarna regelmatig gebeld voor een interviewverzoek. ‘Dat begrijp ik wel, maar wij wisten niet veel meer dan wat er in de Utrechtse krant stond. Ik vond het heel ingewikkeld om de pers af te houden.’
Breurken gaf alleen aan de Telegraaf een interview, maar zag zijn verhaal de volgende dag in ‘zeker tien verschillende kranten en websites’ terugkomen. Ook hij vond de communicatie naar buiten lastig. ‘Aan de ene kant wil je snel acteren, aan de andere kant wil je zorgvuldig zijn.’
Je moet over die drempel heen. Dit hoort ook bij het voorzitterschap. Kasper Doesborgh, Voorzitter De Mezen
Dat gevoel herkent Doesborgh wel: ‘We wilden als club met één goed bericht naar buiten treden. Op dat gebied hebben we zelf één foutje gemaakt. Er stond namelijk een heel blij Facebook-bericht ingepland de dag na het overlijden van Anna. Daar had ik niet bij stil gestaan. Dat vond ik gewoon dom.’
De omgang met de media was een van de momenten waarop Doesborgh zich als voorzitter enorm verantwoordelijk voelde. ‘Wij hadden dit nog niet eerder meegemaakt, dus ik heb zelf de lead genomen. Je moet over die drempel heen. Dit hoort ook bij het voorzitterschap.’
Hij sprak niet op de uitvaart van Anna, haar teamgenoten wel. Zij namen ook het initiatief om de eerstvolgende wedstrijd hun ploeggenoot de eren. ‘Er was een mascotte, een minuut stilte en in de twaalfde minuut – haar rugnummer – een minuut applaus. De tegenstander was ook fantastisch, die speelsters kwamen allemaal het veld op met een bloem. Publiek mocht er die wedstrijd vanwege corona officieel niet bij zijn, maar toch stond het helemaal vol. Dat hadden we ook toegestaan.’
De Nazorg
Die wedstrijd was het sluitstuk van een rouwweek. Maar hoe ga je daarna verder? Wanneer bepaal je dat bijvoorbeeld de gedenkhoek in het clubhuis wordt opgeruimd? Doesborgh: ‘Dat is toch wel een momentje. Op een gegeven moment is het maandag en moet je toch gaan opruimen. Het normale leven gaat door. Ik moet zeggen, dat werd goed opgepakt. Mensen eromheen begrepen dat ook. Je kunt niet eindeloos blijven rouwen.’
Breurken vult aan: ‘Iemand moet de beslissing nemen om dat ene kaarsje weg te halen. Hoe lastig ook, je hoeft niet maanden zo’n hoek in stand te houden. Zo’n moment is wel gevoelig. Als je dat soort dingen protoculair vastlegt, is daar ook geen discussie over. Maar je wilt ook niet álles vastleggen.’
Aan het einde van het seizoen probeert Jongens C1 met Bloemendaal Jongens C3 een duel te organiseren. Een hockeywedstrijd tegen elkaar, ter ere van Wouter. Daarnaast wordt een shirt met zijn rugnummer opgehangen in het clubhuis.
Dit bericht op Instagram bekijken
‘Wij hebben een stoel’, reageert Doesborgh. ‘Daar hebben veel jongseniorenleden van De Mezen hun herinnering aan Anna opgekrabbeld.’ Binnenkort brengen vijf meiden uit Dames 3 een bezoekje aan de moeder van Anna.
Zo richting de laatste uurtjes van het jaar worden Wouter en Anna ongetwijfeld nog vaak herinnerd. Bij de twee voorzitters blijft daarnaast de saamhorigheid binnen de vereniging in de herinnering hangen.
Breurken: ‘Ook op dit soort momenten kan een vereniging heel mooi zijn.’
Doesborgh: ‘Met name die verbinding met elkaar.’
Breurken: ‘Hoe supertriest ook, dat vind ik mooi.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.