Hoe Rotterdam met Brian Vervoort bouwde aan een Hoofdklasseploeg

Zes jaar geleden begon Brian Vervoort als assistent van het eerste vrouwenteam Rotterdam en twee jaar later werd hij aangesteld als hoofdcoach. Onder zijn vleugels promoveerde Rotterdam afgelopen seizoen na tien jaar terug naar de Hoofdklasse. ‘Ik heb altijd in onze eigen jeugd geloofd.’

Vervoort is een man van de perfectie. Vorig seizoen trainde hij met zijn ploeg in de Promotieklasse op dinsdagavond, woensdagavond (twee keer) en vrijdagavond. Een patroon dat was vastgeroest. Maar gelet op de spreiding van de intensiteit vond hij dat schema eigenlijk helemaal niet ideaal. Zeker niet wanneer je wilt presteren in de Hoofdklasse. De woensdagavondtrainingen verplaatste hij daarom na de promotie naar een ander moment: de donderdagmiddag.

‘Op het eerste oog verwacht je misschien dat dat niet veel uitmaakt. Maar de opbouw van de week is op deze manier een stuk beter ingericht. Nu wij in plaats van woensdag pas op donderdag trainen, kunnen we op dinsdag veel intensiever trainen. Veel harder dus. Voor de speelsters was het natuurlijk wel even schakelen dat ze op donderdag opeens op de club moesten zijn. Sommige meiden moesten met hun studie of hun werk regelen dat ze die dag voortaan vrij zijn. Maar allemaal hadden ze dat ervoor over. Omdat ze inzien dat hard trainen is vereist als je mee wil doen in de Hoofdklasse’, zegt Vervoort, die niet in de Promotieklasse-denkwijze wilde blijven hangen.

Rotterdam-coach Brian Vervoort. Foto: Bart Scheulderman

Verschoor, Van Geffen en Van den Assem

Met het vrouwenteam van Rotterdam terug in de Hoofdklasse gaan de gedachten haast automatisch terug naar het verleden. Lange tijd hoorde de ploeg tot het meubilair van de hoogste competitie van Nederland. Twee keer achter elkaar, in 2001 en 2002, haalde het de NK-finale. Beide keren bleek Den Bosch te sterk. Boegbeeld van de club in een groot deel van het eerste decennium na de eeuwwisseling was Fatima Moreira de Melo, 191-voudig international van het Nederlands elftal.

Margot van Geffen en Ireen van den Assem speelden op jonge leeftijd in Dames 1, voordat ze overstapten naar topclub Den Bosch. Met hun vertrek nam de kwaliteit van de selectie flink af. Na enkele jaren in de middenmoot groeide het seizoen 2011/2012 uit tot een rampjaar. Rotterdam verloor in de play-outs van De Terriërs en degradeerde voor het eerst in twintig jaar naar de Overgangsklasse. Veel speelsters vertrokken, onder wie het grootste talent van de selectie, Maria Verschoor (Amsterdam).

In de hoop om snel terug op het hoogste niveau te keren, versterkte Rotterdam zich met oud-international en dribbelaar Miek van Geenhuizen. Ook Sabine Plönissen, afgelopen zomer wereldkampioen geworden met het Nederlands elftal, brak door in Dames 1. Maar het team zakte steeds verder weg. Dieptepunt was de tiende plaats in de Overgangsklasse (2014/2015), toen nog het één na hoogste niveau van Nederland.

‘Wij vinden dat wij in de Hoofdklasse thuishoren. Niet alleen met de mannen, maar ook met de vrouwen. Daar hebben we de statuur, de middelen en de spelers voor. Om de een of andere reden lukte dat de afgelopen jaren telkens niet. We slaagden er niet in om onze meest talentvolle speelsters bij elkaar te houden’, vertelt Luuk van der Schoot, commissielid tophockey. ‘Maar de afgelopen jaren is er een bepaalde rust gekomen. We zijn erin geslaagd om het grootste deel van de selectie bij elkaar te houden. Dat geldt ook voor de staf. We zijn nu aan het bouwen. Alle ingrediënten zijn voor de speelsters aanwezig om zich lekker te voelen en te kunnen excelleren.’

Talent Amber van den Dijssel aan de bal. Foto: Bart Scheulderman

Vertrouwen in eigen jeugd

Vervoort coachte meerdere jaren Meisjes B1 en Meisjes A1, voordat hij onder Kees Wortmann werd aangesteld als assistent bij het eerste vrouwenteam. Hij had meerdere speelsters van het huidige Dames 1 onder zijn hoede, onder wie Rebecca Huijgens, Amber van den Dijssel, Emma van Santbrink, Lieke Elsman, Iris Hollander en Annebregt Rietveld.

‘Ik heb jarenlang in de jeugdopleiding rondgelopen. Daar zag ik waanzinnige talenten. Sommigen zijn uiteindelijk in de jeugd één of twee keer landskampioen geworden’, zegt Vervoort. ‘Ik ben altijd van mening geweest dat we veel tijd en energie in hen moesten steken en ze uiteindelijk de kans in Dames 1 moesten geven. Nu we in de Hoofdklasse spelen, vind ik dat nog steeds. Na onze promotie zei ik meteen tegen het bestuur dat we sowieso met veertien speelsters door zouden gaan. Hoeveel toppers we ook zouden kunnen halen. Ik wil onze eigen meiden het vertrouwen geven.’

Emma van Santbrink, Amber van den Dijssel, Rebecca Huijgens en Iris Hollander vieren een doelpunt tegen Kampong. Foto: Bart Scheulderman

Verrassend leuk hockey

De grootste talenten van Rotterdam zijn Amber van den Dijssel, Emma van Santbrink en Charlotte Hoctin Boes. Afgelopen seizoen vielen zij af voor het WK onder 21 met Jong Oranje. Merel van Campen, momenteel geblesseerd, speelt voor Nederlands Meisjes A. Als versterkingen haalde Rotterdam Argentijns international Valentina Costa Biondi, Mascha Sterk (SCHC), Isa van Spronsen (Klein Zwitserland) en Merel Boekhorst (Nijmegen).

Na vier gespeelde wedstrijden blijkt Rotterdam verrassend leuk te hockeyen. Talenten als Van den Dijssel en Van Santbrink zijn snelle en technische speelsters. Tegen Kampong was Rotterdam op weg naar de eerste overwinning van het seizoen, totdat Luna Fokke veertig seconden voor tijd een strafcorner raak pushte (3-3). Met twee punten staat Rotterdam momenteel op de tiende plaats. Vervoort: ‘Zelf zijn we niet verrast door hoe we spelen. We weten wat we kunnen. Sterker nog, ik denk dat we de buitenwereld nog veel meer kunnen verrassen. We kunnen nog veel beter dan dit.’


3 Reacties

  1. janlelie

    Brian is een van de betere coaches die er rondlopen. Ik geloof ook in coaches met een lange termijn commitment bij een club zodat ook talenten in de jeugd kans maken om door te stromen. Jordy bij Leonidas vind ik ook zo’n voorbeeld.

  2. sanderwiggers

    Eens met jouw opmerking. Andere goede voorbeelden van een dergelijke werkwijze zijn Daan Sabel (Pinoke D) en Jesse Mahieu (Pinoke H). Jarenlang verbonden aan de club en daardoor alle oog en ruimte voor (eigen) talent.

  3. peter_vergeer

    We hebben het nog steeds over amateur sport toch? Super intensief. Snap wel dat Rotterdam toegang gaat heffen.


Wat vind jij? Praat mee...