Judith Zeevenhooven speelt weer dankzij een donorpees

Na maar liefst elf maanden blessureleed maakte de 26-jarige Amsterdam-speelster Judith Zeevenhooven afgelopen zondag tegen Pinoké (4-1) eindelijk haar rentree. Voor de derde keer in haar carrière moest de pechvogel herstellen van een kruisbandblessure, waarvoor ze dit keer een achillespees van een anonieme, overleden donor nodig had om succesvol te kunnen revalideren.

Het was afgelopen zondag een emotionele dag voor Zeevenhooven. ‘Ik liep met een grote grijns op m’n gezicht, maar ik stond ook een paar keer met tranen in m’n ogen. Het is een moeilijke tijd geweest. Ik heb me sterk afgevraagd of het me zou lukken om voor de derde keer terug te komen. Het was zó fijn om eindelijk weer een wedstrijd te kunnen spelen. Heerlijk’, zegt Zeevenhooven, die in totaal ongeveer een halve wedstrijd speelde.

‘Niet wéér hè, dacht ik’

Vorig seizoen scheurde ze tijdens een training twee weken voor de play-offs haar voorste kruisband in haar rechterknie af. ‘Ik draaide naar binnen en voelde knak. Ik hoopte dat het meeviel, want dit keer bleef de scherpe pijn achterwege die ik van de eerste twee keer kende. Maar al snel zei de fysiotherapeut dat het goed mis was. Mijn kruisband was tóch afgescheurd. Die mededeling kwam keihard aan. Niet wéér hè, dacht ik. Je kunt het gerust m’n grootste nachtmerrie noemen. De pijn was intens. Lichamelijk, maar vooral mentaal.’

(c) Koen Suyk

Dat het voor Zeevenhooven al de derde keer was, is volgens haar orthopeed botte pech. Een andere, logische verklaring is er niet. Haar twee eerste kruisbandblessures liep ze op toen ze nog voor Bloemendaal speelde. In 2009 was het haar linkerknie waaraan ze geopereerd moest worden en werd een deel van haar knieschijfpees gebruikt om een nieuwe kruisband van te maken, een methode die volgens haar orthopeed inmiddels niet meer de voorkeur heeft. In 2011 was het haar rechterknie waaraan ze geblesseerd raakte en moest ze een deel van haar hamstringpees afstaan. Dat kan maar één keer. Daarom vroeg Zeevenhooven zich de derde keer meteen af of ze nog wel geopereerd kon worden. ‘En ook of ik ooit nog wel kon hockeyen. Of ik überhaupt nog wel kon sporten.’

‘Een fijne ontwikkeling dat ik een donorpees kon krijgen’

De orthopeed wees haar op de optie om een donorpees van een overleden persoon te gebruiken. Een optie die ze nog niet kende, maar waar ze wel vertrouwen in had, mede dankzij haar orthopeed. Er was ook meteen een donorpees beschikbaar en al snel kon Zeevenhooven worden geopereerd. ‘Het is een fijne ontwikkeling dat dit tegenwoordig mogelijk is. Gelukkig heb ik geen afweerreactie gehad. Een donorpees wordt niet door het lichaam afgestoten omdat het niet-levend materiaal is (namelijk uit de diepvries, red.), dus voor mij was het een ideale optie.’

Lichamelijk ging het herstel dus voorspoedig, maar mentaal was de weg zwaar. ‘De grootste uitdaging was om mentaal weer sterk in het veld te staan. Ik dacht: gaat me dat nog wel lukken? Mijn focus op die knie is enorm, elke tinteling, elk krampje voel ik. Er zijn ook mensen die tegen me hebben gezegd dat ik gek ben dat ik terug wil komen op het hoogste niveau. Maar ik dacht: ik ben juist gek als ik het niet doe. Die gedachte heeft me op de been gehouden. Ik wil supergraag blijven hockeyen. De vorige twee keer dat ik m’n rentree maakte, kende ik totaal geen angst. Dit keer was ik er wel iets meer mee bezig, maar toen het fluitsignaal ging heb ik me vooral op het spel gefocust en eigenlijk ging alles vanzelf. Het viel me honderd procent mee.’

‘Ik ben m’n teamgenoten erg dankbaar’

Zeevenhooven: ‘Ik wil nog even zeggen dat ik het niet alleen heb gedaan, maar dat m’n familie, m’n vrienden, m’n vriend, m’n fysio’s en m’n hele team voor me klaar hebben gestaan. Die meiden leefden met me mee en steunden me door dik en dun. Als ik al om 7 uur ’s ochtends shuttles ging lopen voordat ik naar mijn werk ging, waren er vaak teamgenoten die met me mee wilden lopen. Daar ben ik hen erg dankbaar voor.’


Wat vind jij? Praat mee...