Leren van internationals of belangrijk zijn in de middenmoot?

Wat is het beste voor een toptalent? Naar een topclub gaan, of eerst belangrijk worden bij de club waar je de jeugdopleiding doorliep? Marijn Veen – deze zomer aanvoerster van Europees kampioen Jong Oranje – stapte over van Kampong en koos voor topclub Amsterdam. Na heel veel twijfelen, dat wel.

Na de wedstrijd tegen haar oude ploeggenoten van Kampong – een eenvoudige 0-4 overwinning, de zevende op rij van Amsterdam – neemt Marijn Veen (20) uitgebreid de tijd om al haar oude teamgenoten te omhelzen. Geen highfive, geen handje, maar een warme omhelzing. Daarna loopt ze naar haar ouders, allebei zeer actief lid van Kampong. Het was voor Veen moeilijk deze zomer om afscheid te nemen van de club waar ze vanaf haar tiende hockeyde en waar veel goede vriendinnen van haar rondlopen. Alleen al van dat hele denkproces heeft ze veel geleerd.

‘Natuurlijk twijfelde ik ook. Ik ben jong. Je vindt meningen van anderen heel erg belangrijk. Maar aan de andere kant moest ik dat niet te veel toelaten en gewoon doen wat ik zelf wilde’, vertelt Veen. ‘Ik heb het er heel moeilijk mee gehad en lang over nagedacht. Kampong was mijn cluppie. Maar ik ben ook een gevoelsmens. En op een gegeven moment dacht ik: nee, ik wil dit.’

Marijn Veen kijkt naar een inzet op de keepster van Kampong. Foto: Jacques Julles/Orange Pictures

‘Als ik op de training twee of drie ballen naast sla, merk ik al dat ik dat vervelend vind’

Bij Amsterdam werkt ze weer samen met coach Rick Mathijssen, die ook coach is van Jong Oranje. Veen was aanvoerster van Jong Oranje dat in Valencia Europees kampioen werd. Talent Yibbi Jansen speelde (17) ook het EK en bewandelde vorig jaar op clubniveau juist de omgekeerde weg, van landskampioen Den Bosch naar subtopper Oranje-Rood.

Veen had zich misschien nog verder kunnen ontwikkelen bij Kampong, in het nemen van verantwoordelijkheid en een van de leiders zijn van een team. Nu kan ze zich in Amsterdam relatief makkelijk optrekken aan internationals als Eva de Goede, Kelly Jonker en Kitty van Male. Maar ze wil snel belangrijk worden bij Amsterdam en ze denkt dat dit voor haar hockeycarrière de beste keuze is. ‘Ik heb de afgelopen weken daar wel de bevestiging van gekregen. Ik ben er nu superblij mee. Ik sta hier bij Amsterdam met zoveel internationals op het veld en dan word ik meegetrokken in dat niveau. Ik merk zelf ook dat ik fanatieker word. Dat neem je blijkbaar over. Als ik op de training twee of drie ballen naast sla, merk ik nu al dat ik dat vervelend vind.’

Veen speelde een prima wedstrijd tegen haar oude club. Ze was balvast, werkte hard en speelde mee met de internationals, zoals je zou verwachten. Het was aanvoerster Eva de Goede die laat zien wat hockeyen op wereldniveau is. Eerst rondde ze een heerlijke slalom door de Utrechtse verdediging knap af. Daarna bleef ze ijzig kalm alleen voor Kampong-keepster Alexandra Heerbaart.

Een uitblinkende Eva de Goede aan de dribbel in Utrecht. Foto: Jacques Jullens/Orange Pictures

Zoveel internationals gingen Veen voor

Bij Kampong waren ze niet blij met de overstap van hun groeibriljant, maar de overgang van Veen is er een die ze in Utrecht wel vaker hebben meegemaakt. Internationals of oud-internationals als Roos Drost, Michelle van der Pols, Xan de Waard (SCHC), Laurien Leurink (Laren) en De Goede (Amsterdam) gingen haar in het verleden voor. De boodschap is duidelijk: als je naar de top wilde, moest je niet bij Kampong blijven hockeyen. Maar dat willen ze veranderen in Utrecht.

‘Marijn is natuurlijk een op en top Kampong-kind. En die clubkinderen wil je altijd bij je houden. Maar het was voor haar ook al moeilijk genoeg om die keuze te maken denk ik’, zegt Paul van den Putten, bestuurslid tophockey van Kampong. ‘Sommige talenten lopen uiteindelijk weg. Wij hebben ons ook afgevraagd waarom dat zo is. Ik denk dat het verschillende oorzaken heeft. De meeste speelsters willen een stapje hoger. Maar ik denk ook dat er bij Kampong minder aandacht is geweest voor de vrouwenlijn. Er ging, zoals bij veel clubs, meer aandacht uit naar de mannen. En dan zoeken meiden hun heil ergens anders. Terwijl we het in de jeugd goed doen.’

Om het roer om te gooien en wel die stap te maken naar de (sub)top en ervoor te zorgen dat grote talenten bij Kampong blijven, is onder andere de Spanjaard Santi Freixa vorig jaar aangesteld als coach. Maar er gebeurt meer, vertelt Van den Putten, om structureel mee te gaan doen bovenin. ‘We hebben afgelopen zomer met een kern speelsters bij elkaar gezeten om die ambitie te bespreken. Met meiden van de generatie Marijn die bij de club blijven en het team in de toekomst kunnen dragen. Daar is enthousiast op gereageerd. Want we doen het nu met vier buitenlandse speelsters, maar vier is ook genoeg. Het zal nog wel even duren voordat je de vruchten daarvan ziet. Je ziet dat het bij de mannen van Kampong ook lang heeft geduurd om die omslag te maken. Voor je het weet ben je jaren verder.’


Wat vind jij? Praat mee...