Marijn Veen nadert oude topvorm en mag weer hardop dromen

Hoeveel wedstrijden ze de afgelopen drie seizoenen heeft gespeeld? Marijn Veen durft het niet te zeggen. De spits van Amsterdam miste veel, heel veel na haar veelbesproken hersenschudding. Dit seizoen maakt ze weer eens vanaf het begin mee. In de hoop dat ze haar oude dromen weer kan najagen.

Aan het eind van het gesprek valt het getal 19. Het is Veens rugnummer, al tijden. Maar ook het jaar – 2019 dus – waarin Veen haar laatste interland speelde. ‘Dat is komende zomer vier jaar geleden. Vier jaar! Bizar hė?’ 

Inderdaad, dat is bizar. Een paar maanden na de gewonnen EK-finale in Antwerpen – haar 23ste optreden in Oranje – werd het leven van Veen op de kop gezet door een autobotsinkje, dat de laatste jaren in ieder verhaal met haar opdook. Het zorgde voor een ruwe knik in haar weg naar de top.

‘Ik wil die jaren het liefst verbannen’, zegt Veen, vlak na de 5-0 zege op HDM. ‘Pas vanaf vorig seizoen heb ik weer wat wedstrijden achter elkaar gespeeld. Ja, het was allemaal heel vervelend. Maar ik wil vooruitkijken. Ik voel me nu weer hartstikke goed. Ik heb een fijne zomer gehad, mijn batterij is vol. Heb er gewoon heel veel zin in. Het voelt als een nieuwe start.’

Veen in duel met HDM, waar ze goed was voor een goal en twee assists. Foto: Willem Vernes

Twee assists en een prachtgoal

Zondag tegen HDM spatte het spelplezier er vanaf bij Veen. De openingsgoal die ze met haar backhand in de kruising roste, was prachtig. Vlak daarna stoomde ze op, forceerde een overtalsituatie en bediende teamgenoot Michelle Fillet op maat. In de slotfase voegde Veen daar ook nog een assist op Felice Albers aan toe. 

‘Ik ben goed op weg’, zegt Veen vrij bescheiden. ‘Ik ben honderd procent fit. Maar die topvorm van vroeger heb ik nog niet. Ik lever nu nog te vaak een paar balletjes in. Het hoort misschien ook een beetje bij het begin van het seizoen.’

‘Marijn was zondag lekker aan het spelen’, constateerde haar coach Robert Tigges. ‘Ze is rustig aan het terugkomen. Er zit heel veel kwaliteit in haar. Ze is als mens sterker geworden, weet nu precies hoe ze moet luisteren naar haar eigen lichaam. Nu ontbreekt het ritme soms nog. Is het even zoeken. Wennen aan de trainingsload, week in, week uit. Maar ik zie bij vlagen zeker ook de oude Marijn. Eindelijk weer.’

Marijn Veen kwam de afgelopen seizoenen amper aan hockeyen toe. Foto: Willem Vernes

Ik heb alles wat ik wilde niet gehaald de afgelopen jaren. En ook dan komt het uiteindelijk goed. Marijn Veen

 

‘Ik heb de afgelopen jaren ook het leven naast het hockey ontdekt’, zegt Veen. ‘Eerst omdat het moest. Maar daarna kon ik ook daar van genieten. Het doet mij beseffen dat het – hoe dan ook – met mij wel goedkomt. Eerst had ik alleen hockey, hockey en nog eens hockey in mijn hoofd. Nu heb ik nog steeds dromen en doelen, maar weet ik ook dat ‘de wereld daarbuiten’ ook mooi is.’

Een korte stilte. ‘Weet je, ik heb alles wat ik wilde niet gehaald de afgelopen jaren. En ook dan komt het uiteindelijk goed. Dat geeft een heel rustig en chill gevoel.’

Ze zegt het ontspannen. Bijna glorieus. Als winnaar van haar eigen strijd. Been there, done that. Die winnaar – nog altijd pas 25 jaar – heeft dus nog steeds hockeydromen. ‘Olympisch goud, natuurlijk’, reageert Veen pijlsnel. ‘Precies, ik ga voor Parijs. Maar ik staar me er niet blind op. Het is pas over twee jaar hè? Ik wil nu ‘gewoon’ doorgaan waarmee ik bezig ben. Ik ben net terug, vind het al zo leuk om er weer te staan.’ 

Nummer 19 speelde vooralsnog in 2019 haar laatste interland. Foto: Willem Vernes

Dromen over het Nederlands elftal

Het bruggetje naar Oranje is dus gemaakt. Binnenkort zal de nieuwe bondscoach Paul van Ass z’n trainingsgroep bekendmaken. Natuurlijk is het ijs nog dun, maar als Veen zich zo manifesteert kan dat zomaar leiden tot een comeback in de Nederlandse selectie. 

‘Een fitte Marijn die in vorm is, is Nederlands elftal-waardig’, vindt Tigges. ‘Ze was er niet voor niets al eerder bij. Ze moet fris zijn en goed in haar vel zitten. Dan is het zeker een speelster die je mee moet nemen in je groep. Maar het gaat niet alleen om dat ene grote toernooi in de zomer. Er komen ook honderd trainingen bij kijken. Het is zaak om dat na zo’n lange afwezigheid goed te managen.’

Tigges hoopt van ganser harte dat zijn pupil weer mag ruiken aan het allerhoogste podium. ‘Daar heeft ze zo hard voor gewerkt. Het zou ook voor mij als coach een kippenvelmoment opleveren. Dat ze een nieuwe kans krijgt om ergens ooit, dat grote toernooi te spelen waar ze als kind al van droomt.’


Wat vind jij? Praat mee...