Willemijn Bos: ‘Goed herstel belangrijker dan snel op het veld’

Ze mag dan in een rolstoel achter de omheining zitten, omdat lange tijd staan met haar geblesseerde knie niet raadzaam is. Maar wie Willemijn Bos deze zondag hoort en ziet, heeft de indruk dat ze elk moment haar kruk gaat inruilen voor een hockeystick. Ze leeft volledig mee met haar ploeggenoten van Groningen. Ze complimenteert ze, vuurt ze aan en lijdt zichtbaar als de gasten uit Nijmegen relatief eenvoudig met 0-3 winnen op het sportpark in Haren.

‘Het is frustrerend dat ik niet kan hockeyen’, reageert Bos na afloop van het duel. ‘Maar omdat dat niet kan, probeer ik buiten het veld mijn bijdrage te leveren. Ik praat ook met de speelsters, geef ze tips en probeer mijn ervaring over te brengen. Net zoals ik dat met bal en stick in het veld ook deed.’

Dat zit er voorlopig niet in voor Bos. Twee weken geleden in het duel met Huizen sloeg het noodloot toe. Bos verdraaide haar knie en moest naar de kant. ‘Ik wist meteen dat het mis was. Ik kon niet op dat been staan en kon hem niet strekken. Ook de deskundigen vonden dat geen goed teken.’

‘In een revalidatieproces weet je nooit precies hoe lang het duurt’

Haar voorgevoel bleek te kloppen. Op maandag werd een MRI-scan gemaakt, donderdag ging de verdedigster van Groningen al onder het mes. De diagnose: een gescheurde binnenmeniscus. Bos: ‘Ik moet nu zes weken met krukken en een brace lopen. Daarna kan ik aan mijn revalidatie beginnen. Voor deze blessure staat in totaal vier tot zes maanden. Maar in een revalidatieproces weet je nooit precies hoe lang het duurt.’

Bos kan het weten. Als 24-jarige international miste ze de Olympische Spelen van Londen door in het laatste oefenduel voor de start haar voorste kruisband af te scheuren. Ook destijds was het haar linkerknie. ‘Volgens de orthopeed hoeft er geen verband te bestaan tussen deze en die blessure. Hij ziet het als een nieuw trauma. Het is ook moeilijk te zeggen. Deze knie ziet er van binnen natuurlijk niet meer zo uit als die andere. Maar gezien de beweging die ik maakte, had het bij die andere knie ook fout kunnen gaan.’

Willemijn Bos met krukken en een brace. Foto: Jacob Gunter

Bos is inmiddels 29 jaar. Ze deed vorig seizoen al bewust een stap terug als hockeyster door na de Spelen van Rio afscheid te nemen als international en topclub Laren te verruilen voor promovendus Groningen. De vraag dringt zich op of we Bos ooit terugzien in Groningen Dames 1? ‘Die ambitie heb ik in ieder geval wel. Ik heb het hier geweldig naar mijn zin. Maar ik durf nu concreet niet te zeggen of dat ook gaat lukken. Dat hangt van de revalidatie af. De situatie is nu natuurlijk wel anders dan bij mijn vorige blessure. Toen trainde ik tijdens de revalidatie vijf dagen in de week, vier uur lang bij de fysio. Nu heb ik een baan en gaat dat al niet lukken.’

‘Geduld is niet mijn sterke punt, maar ik houd me dit keer aan de adviezen’

‘Goed herstellen is nu voor mij ook belangrijker dan snel weer op het veld staan’, vervolgt ze. ‘Als dat betekent dat de revalidatie zeven of acht maanden duurt, dan is het maar zo. Ik moet de rest van mijn leven nog met die knie. Ik wil straks ook kunnen blijven sporten. Ik moet dus goed naar mijn lichaam luisteren. En naar de mensen die er verstand van hebben. Dat is wel eens lastig. Geduld is nou niet mijn sterkste punt. Maar ik heb dit keer beloofd dat ik de adviezen ga opvolgen. Ik doe in ieder geval mijn best en dan zie ik wel hoe ver ik kom.’

‘Het is voor mijn teamgenootjes ook een kans om mijn rol over te nemen’

Dat Bos voorlopig is uitgeschakeld, is een behoorlijke klap voor het toch al geteisterde Groningen. Na zeven wedstrijden heeft de ploeg van coach Marc Matarek slechts één punt. Afgaande op het duel van zondag tegen promovendus Nijmegen wordt Bos in het hart van de verdediging node gemist. Zonder ‘Wil’, zoals Bos wordt genoemd, staat er toch een ander Groningen. Bos: ‘Ik vind het lastig om over mezelf te zeggen, maar ik weet ook wel dat ik mijn bijdrage kan leveren. Ik heb de ervaring, de slimmigheden die anderen nu ontberen. Maar het is voor mijn teamgenootjes ook weer een kans om mijn rol over te nemen. Ze horen stuk voor stuk thuis op dit niveau. Ik heb het volste vertrouwen in ze en hoop straks binnen de lijnen mijn bijdrage weer te kunnen leveren.’


Wat vind jij? Praat mee...