Geblesseerde scheidsrechter Nagtzaam: ‘Misschien spierspanning’

Een curieus moment in de halve finale van de play-offs tussen Rotterdam en Amsterdam: negen minuten voor tijd moest scheidsrechter Jasper Nagtzaam de strijd staken vanwege een oude opspelende kuitblessure. ‘Na drie stappen voelde ik m’n kuit echt bijten.’

Nadat er al een streaker het veld op was gerend, kon dit er tijdens de belangrijke wedstrijd ook nog wel bij. De blessure van Nagtzaam, die naast deze play-offwedstrijd zondag ook al de kraker Oranje-Rood – Kampong (2-2, een directe confrontatie voor de laatste plek in de play-offs) floot, kwam voor de spelers van Rotterdam en Amsterdam uiteraard uit het niets. Nagtzaam vermoedde eerst dat hij al wat voelde, maar wist het niet zeker. Maar op een gegeven moment ging het niet meer. Met pijn in zijn hart staakte hij de wedstrijd. Daarna ging reserve scheidsrechter Pieter Hembrecht inlopen en nam de taken van Nagtzaam over.

Het was een treurig gezicht om de fanatieke Nagtzaam af te zien druipen in wat een van de hoogtepunten van zijn seizoen moest worden. Gelukkig voor de teams en het publiek werd de wedstrijd daarna snel hervat.

Tien minuten voordat het gebeurde begon de kuit al te zwabberen

Het was voor Nagtzaam al meer dan vier jaar geleden dat hij uitviel tijdens de wedstrijd, maar zeker niet de eerste keer, vertelt hij. ‘Kuitkramp. Dat is een oude kwaal van me. Daar heb ik vaker last van gehad. Maar nu al zo n lange tijd niet. Tien minuten voordat het gebeurde voelde ik m’n kuit al een beetje ‘zwabberen’, maar nog geen pijn. En op een gegeven moment zette ik aan. Na drie stappen voelde ik mijn kuit bijten. Toen wist ik: nu is het klaar. Het ging echt niet meer. Hier loop ik niet doorheen.’

Maar waarom kreeg Nagtzaam nu last van zijn kuit? Overbelasting, of een stukje spanning?

‘Ik denk dat het heel lokale spierspanning is geweest. Want het was geen wedstrijd waarin ik veel moest rennen; mijn kuit voelde verder ook helemaal niet hard aan, maar juist los. Het was tijdens de wedstrijd vooral rustig heen en weer bewegen. Dus misschien toch de spanning die op één heel specifieke plek toesloeg.’