Ze zeggen dat de meeste ongelukken thuis gebeuren. Hoe vaak komt het dan voor dat een hockeyer niet op de hockeytraining, maar op de fiets naar huis zijn hand breekt? Het overkwam Amsterdam-verdediger Johannes Mooij afgelopen week. Een kuiltje in het Amsterdamse Bos nekte hem. Hij is waarschijnlijk zes weken uitgeschakeld.
Lekker getraind. Bespreking gehad. Op de fiets naar huis. Een kuiltje in de weg. Mooij – vroeger speler van Jong Oranje – valt met zijn fiets en probeert zijn val te breken met zijn hand. Maar dat blijkt verkeerd uit te pakken. Met behoorlijk wat pijn gaat de verdediger naar de eerste hulp van de VU. ‘Licht gekneusd’, zeggen ze daar. Maar de teamarts van Amsterdam vertelt Mooij dat hij toch maar een foto moet laten maken. Dan blijkt dat hij een breukje in zijn handwortelbeen heeft, bij de pols. Nu moet zijn hand zes weken in het gips. Hoewel hij stiekem hoopt dat het allemaal meevalt en hij misschien nog een wedstrijd voor de winterstop mee kan doen. Maar de kans daarop lijkt nihil.
‘Natuurlijk hoop ik dat ik nog mee kan doen. Het is ook irritant. Ik heb verder nergens last van, alleen maar van dat gips. Maar met gips hockeyen wordt lastig natuurlijk’, zegt Mooi, die vreest dat het toch gewoon zes weken herstellen wordt. ‘Ik moet ook oppassen dat het niet verergert, mocht ik al iets willen doen. Het liefst zou ik morgen alweer spelen. Ik kan in ieder geval gewoon rennen op de training en krachtoefeningen doen, dus dat ga ik doen bij Amsterdam de komende tijd. Het plan is in ieder geval om de Europacup zaalhockey te spelen en de tweede seizoenshelft weer fit te zijn.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.