SCHC wil een plaatsje beter, maar dat wordt een uitdaging

‘Er ligt geen pistool tegen ons hoofd, dat we erin moeten blijven. Maar de club verwacht wel dat we de komende jaren Hoofdklasse hockeyen’, vertelde SCHC-coach Michiel van der Struijk deze week. Tegen landskampioen Kampong (2-7) bleek dat het team met alle nieuwelingen hard aan de bak moet.

Nogal wat bepalende spelers verlieten afgelopen zomer het Bilthovense team: Marnix Kleinsman, Leonard Posthumus Meyjes, Ingwer Wiese en Marc Schwarz zijn vier van de basisspelers die niet meer bij SCHC hockeyen. Dus haalde Van der Struijk uit alle windstreken nieuw bloed. Met veel liefde loopt hij het hele rijtje nieuwelingen langs, die vooral uit de Overgangsklasse komen.

Een greep uit de versterkingen: de 17-jarige Brent van Bijnen van Den Bosch (‘Leuke aanvaller, leuke gozer’), Max Vergnes (‘Goed jaar bij HBS als midden-midden. Komt uit jeugd Bloemendaal, wilde weer hogerop’), Caspar Dobbelaar (‘Echte Schaerweijde-jongen. Wel met echte ambitie hogerop te spelen’), Vincent Spitaels van HIC (‘Die heeft zelf contact met ons gezocht. Wilde graag de Hoofdklasse in’) en Thijs van Pelt (‘Van Victoria. Is een oud-SCHC jongen. Een handige snelle aanvaller. Die zag wel kansen bij ons’).

Na de 2-7 nederlaag is de stemming in het SCHC-kamp uiteraard treurig. Foto: Willem Vernes

Kampong counterde schitterend naar de doelpunten

Vorig jaar was het promovendus SCHC dat knap stand hield in de Hoofdklasse en zich sluw boven Pinoké, Almere en hdm speelde. De negende plaats was een knappe prestatie. Dit seizoen is de achtste plaats de doelstelling. Volgens Van der Struijk is het team er uiteindelijk wel beter op geworden, ondanks alle mutaties. Zeker aanvallend heeft hij eindelijk meer ijzers in het vuur, dan vorig seizoen, constateert hij. ‘Fysiek en hockeyend gaan we er op de lange termijn op vooruit. Alleen missen we op de korte termijn automatismen, leepheid en ervaring. Dat kost tijd.’

Of SCHC die tijd is gegeven, valt te bezien met de hoofdklassecompetitie die voor de winterstop veel dubbelweekenden kent. Vorige week verloor SCHC verrassend van promovendus KZ. Zondag was landskampioen Kampong een paar niveaus beter en hockeyde de thuisclub naïef.  SCHC liep meerdere malen in het bekende Utrechtse mes, dat van schitterende counters hoge kunst heeft gemaakt, mede dankzij internationals als Robbert Kemperman en Bjorn Kellerman en de passkracht van Sander de Wijn en Martijn Havenga.

De 0-4: balverlies op het Bilthovense middenveld. Overname van international Robbert Kemperman, die de bal op maat naar voren flatst, naar Boet Phijffer. De aanvaller passt de bal naar Jasper Luijkx die vrij in kan tikken.

De 1-6: Kemperman vindt in de counter Kellerman, die in de cirkel met de backhand Koen Visser bedient, die bij de tweede paal een open goal voor zich heeft.

Pepijn Luijkx is blij met zijn mooie treffer. Naast hem Derck de Vilder. Lars Balk feliciteert hem. Foto: Willem Vernes

Matthijs Odekerken keepte goed, maar moest alsnog zeven keer vissen

Eerst mochten de hockeyers van SCHC zondag klappen toen hun damesteam Bloemendaal van de mat veegde met 8-0. Dat ze even later zelf zeven goals moesten incasseren en hockeyles kregen van de Kampong-machine, hadden ze toen nog niet aan zien komen. Maar een hockeyles was het. De bal ging bij Kampong razendsnel van stick naar stick. Elke bal werd ook gestopt. Van een derby-gevoel was nooit sprake, omdat het verschil te groot was tussen beide ploegen en daardoor de spanning ontbrak. Toen aanvoerder Sander de Wijn een heerlijke crosspass gaf in de tweede helft, stond ook het SCHC-publiek op de banken. Want in Bilthoven houden ze wel van mooi hockey. Dat ze bij Kampong zó snel het gemis van hun drie gestopte spitsen opvangen door scorende middenvelders, is knap. De doelpuntenmakers heten bij Kampong niet meer Quirijn Caspers, Constantijn Jonker en Philip Meulenbroek, maar Robbert Kemperman, Ties Ceulemans, Jasper Luikx en Pepijn Luijkx.

Bij SCHC heetten de doelpuntenmakers Thijn Knetemann en Cédric Terwel. Het waren twee rake strafcorners tegen de Utrechtse keeper David Wolff, die in de goal stond omdat de Ier David Harte ontbrak vanwege familieomstandigheden. Wolff kreeg behalve deze twee strafcorners nauwelijks wat te doen. Terwijl aan de andere kant Matthijs Odekerken op een klein foutje na tegenover Robbert Kemperman een hele goede wedstrijd keepte, maar toch zeven goals moest verwerken. Zekere doelpunten van Bjorn Kellerman en Boet Phijffer wist hij miraculeus uit het goal te houden.

SCHC-coach Michiel van der Struijk, met naast hem Daan Dullemerijer. Foto: Willem Vernes

‘Ik vind dat we meer ballen moeten tonen’

Nu SCHC met zoveel nieuwelingen speelt, is een speler als Daan Dullemeijer (25) flink opgeschoven in de hiërarchie. De behendige en sterke speler die als talent nog weleens als lastig bekend stond bij Kampong, is nu vice-captain van het team. Coach Van der Struijk is blij met zijn centrale verdediger, die hij ook nog kent via hun gezamenlijke verleden bij Kampong. ‘Wat flik je me nou? Dat heb ik vroeger weleens met hem gehad. Maar jongens die wat maf en gemeens hebben, die geven een ploeg ook juist kleur. Natuurlijk blijft Daan een mannetje die het mooi vindt om overal bij aanwezig te zijn, maar ik vind dat hij heel goed bezig is met het lekker draaien van de hele groep. Hij neemt veel meer verantwoordelijkheid dan mensen van buitenaf zouden denken.’

Dullemeijer toonde tijdens en na de wedstrijd verbaal dat hij inderdaad die voortrekker is, die Van der Struijk in hem ziet. Hij vond dat SCHC zoveel slimmer zou kunnen hockeyen. ‘Wij willen mooi mee gaan hockeyen. Dan zetten we druk en speelt Kampong de counters die wij willen spelen’, vond de verdediger. ‘Ik vind ook dat we iets meer ballen moeten tonen. Je weet dat Kampong goed kan hockeyen. Maar daar moet je gewoon schijt aan hebben. Je moet niet nadenken wie je tegenover je hebt.’

Thijn Knetemann en Robbert Kemperman hengelen naar de bal. Foto: Willem Vernes

Er is nog veel werk aan de winkel in Bilthoven, om met alle nieuwkomers een team te smeden dat weerbaar is in de Hoofdklasse. Dat beseft Dullemeijer maar al te goed. ‘We speelden aan het einde beter. Met meer overtuiging kunnen we ook verder komen dan 2-7. Wij hebben voor het seizoen gezegd dat we beter willen dan vorig jaar. Dat betekent dus de achtste plaats. Maar dan moeten we echt serieus stappen gaan maken.’