Transfergekte na Tokio? Verboom: ‘Er komt een invasie aan buitenlanders’

Postolympische jaren staan altijd garant voor de komst van veel buitenlandse hockeyers naar de Hoofdklasse. Dit jaar lijkt de transfermarkt meer dan ooit in beweging, voor het seizoen na de Olympische Spelen van Tokio. Den Bosch-coach Eric Verboom vertelt over de overvloed aan spelers die zich aanbieden.

‘Het is zaak om je als club niet gek te laten maken. Want die jongens komen maar voor één of twee seizoenen’, vindt Verboom, die met Den Bosch bewijst dat hij rustig een topteam kan opbouwen, zonder al te veel voor de korte termijn te kiezen. De nummer twee van de ranglijst lijkt met zijn team op koers om voor de eerste keer sinds 2001 de play-offs te halen.

De markt zag de afgelopen weken al wat spraakmakende transfers, met de komst van international Sander Baart en de Australiër Jake Whetton naar Oranje-Rood. International Mink van der Weerden en de Belgische keeper Vincent Vanasch tekenden de afgelopen periode bij Rot-Weiss Köln.

View this post on Instagram

Great news!! Jake @whetty12 Whetton is coming to @oranjeroodheren1 😃👍💪🏑 🇳🇿 #hockeychamp #kookaburras #season2021 #welcome @hockeyaustraliaofficial @hockeynl @hoofdklassehockeynl @fihockey

A post shared by HC Oranje-Rood (@hcoranjerood) on Feb 4, 2020 at 1:19am PST

‘Ze willen het liefst rond Amsterdam hockeyen’

‘Ik denk dat ik ongeveer vijftien internationals uit de A-categorie, die het WK hebben gespeeld, aangeboden heb gekregen. Met drie spelers heb ik nog contact. Tegen de anderen heb ik al gezegd dat ik niet geïnteresseerd ben. Je merkt dat veel buitenlands spelers op zoek zijn naar een club. Ze willen het liefst rond Amsterdam hockeyen, zodat ze daar kunnen wonen en dan weer terug kunnen. Dan haak ik al af.’

Verboom is wel wat gewend, maar dit jaar is het drukker dan voorheen. De lijst serieuze A-internationals komt bovendien bovenop de gebruikelijke ‘gelukszoekers’, zoals de coach van Den Bosch ze noemt. Elke week wordt Verboom of hockeyclub Den Bosch wel benaderd, op allerlei mogelijke manieren. Door spelers uit Zimbabwe, India, Pakistan en Zuid-Afrika. Soms mailen spelers naar het algemene e-mailadres van Den Bosch. Soms gebeurt het via berichtjes via het Instagram-account van Den Bosch. Af en toe wordt Verboom persoonlijk benaderd.

‘Sommige mailtjes komen met YouTube-filmpjes, waar je soms om moet lachen. Dan zie je een speler op een zandveld in Afrika een niet al te goede sleepcorner pushen. Of de mails zijn in slecht Engels. Of heel kort: I wanna play for your club. Please contact me at …In alle categorieën en maten komen de spelers voorbij.’

De buitenlandse hockeyer waar iedereen naar op zoek is: de buitenlander die lang bij de club blijft en de taal leert, denkt Eric Verboom, die Austin Smith (hier met gebalde vuist) een voorbeeld noemt. Foto: Willem Vernes

Nicolas Della Torre was zelf gescout door Den Bosch

Overigens neemt Verboom de spelers uit exotische hockeylanden wel degelijk serieus. Hij was ooit bondscoach bij Trinidad en Tobago en weet dat de beste spelers van die landen misschien een toevoeging kunnen zijn bij Den Bosch. Maar meestal is er een groot cultuurverschil, dus zoekt Den Bosch het in beginsel het liefst zo dicht mogelijk bij huis.

De club is naast de spelers die zich aanbieden ook pro-actief op de transfermarkt. Zo kwam de bij Den Bosch succesvolle Argentijn Nicolas Della Torre op de radar door een vriend van Verboom, waarmee hij zelf nog in Italië had gespeeld. Hij is voor een betere aanbieding weer vertrokken naar hockeyclub Leuven, maar hij rendeerde goed in Brabant. ‘Die oude teamgenoot van me vroeg me of Nicolas iets voor ons was. Nicolas was topscorer van de Argentijnse competitie. We hebben beelden bekeken en gesprekken gehad. Zo kan het ook gaan.’

Het gevaar is dat je te veel naar de korte termijn kijkt Eric Verboom over buitenlandse versterkingen

In de wandelgangen van de Hoofdklasse worden de Australische hockeyers deze periode veel genoemd. Zij liggen normaal vast, omdat ze met het hele team aan de Westkust van Australië fulltime met elkaar trainen. Na Tokio is er een jaar of twee jaar respijt voor de Kookaburras om naar buitenlandse competities te gaan. Dan is Nederland vaak de eerste keuze. Verboom is benieuwd hoe de Hoofdklasse er volgend jaar uit zal zien.

‘Je kunt als club natuurlijk denken: de Australiërs zijn beschikbaar. Gaaf. Laten we Blake Govers halen, dan heb je in ieder geval twintig goals binnen’, weet de oefenmeester. ‘Het gevaar is dat je te veel naar de korte termijn kijkt. Bij ons liggen nu dertien jongens al vast voor volgend seizoen. We hebben nog een halve competitie te spelen. Sommige transfers zijn we nu aan het afronden. We kijken uiteraard eerst naar wat er uit onze eigen jeugd kan aansluiten. En ook in de Promotieklasse en Overgangsklasse lopen wellicht nog wel een paar talenten.’

Fenomeen in Den Bosch: Nicolas Della Torre. Foto: Ron van Dijk/Orange Pictures

Komen de spelers ook wat brengen, of alleen maar wat halen?

Bij Den Bosch kijken ze met plezier terug op Australiërs als Kieran Govers en Dylan Wotherspoon. Aanvallers die echt wat toevoegden bij het team aan de Oosterplas. Maar Verboom is kritisch over te veel buitenlandse versterkingen in de competitie. ‘Als club wil je het liefst een Jay Stacy (legendarische Australiër van Oranje Zwart, red.) of een Austin Smith (strafcornerschutter uit Zuid-Afrika, red.) bij je club. Austin speelt al acht jaar bij ons. Hij spreekt de taal. Je moet je bij buitenlandse spelers altijd afvragen of ze ook wat komen brengen, of dat ze alleen maar wat komen halen.’