Transfers na Tokio, volgens Paul van Ass: ‘180 Olympiërs voor 50 plekken’

Postolympische jaren staan altijd garant voor de komst van veel buitenlandse hockeyers naar de Hoofdklasse. Dit jaar lijkt de transfermarkt meer dan ooit in beweging, voor het seizoen na de Olympische Spelen van Tokio. HGC-coach Paul van Ass (59): ‘Ik hoef nu even niet zelf te bellen.’

‘Het is dat ik geen twee teams in de Hoofdklasse kan opstellen. Maar mogelijkheden te over. Het is makkelijker dan afgelopen jaar. Veel meer spelers zoeken contact. Toen ik vorig jaar begon bij HGC moest ik zelf bellen. Dat is niet meer nodig. Het is wel zaak om rustig te blijven. Niet iedereen met een hockeystick in z’n hand moet hier in Nederland spelen’, lacht voormalig bondscoach Paul van Ass over alle buitenlandse spelers die zich deze periode aanbieden bij de hoofdklasseclubs. Desgevraagd wil hij het rekensommetje wel maken, voor de periode na de Olympische Spelen van Tokio.

‘Zeg dat je tien clubs hebt die gemiddeld vijf buitenlanders opstellen, dan gaat het over vijftig man. Op de Olympische Spelen zijn er tien teams met spelers die aantrekkelijk zijn voor de Hoofdklasse. Dan heb je het over zo’n 180 olympiërs die gaan voor zo’n vijftig plekken in de competitie. Dat zijn de nummers. Dat is de vijver waaruit iedereen vist. Dat is niet heel erg ingewikkeld toch? Er is maar een klein percentage buitenlanders dat niet in de Nederlandse Hoofdklasse wil spelen.’

Japanse sensatie Kenta Tanaka met coach Paul van Ass. Foto: Willem Vernes

Paul van Ass scout nog altijd op snelheid

Van Ass begon vorig jaar in Wassenaar met een moeilijke missie, toen hij na een leegloop de club hielp aan nieuwe spelers en daarbij zijn hele netwerk moest gebruiken. Uiteindelijk werd hij zelf coach en verblijdde hij de Hoofdklasse met stuntploeg HGC, dat met spelers als zijn zoon Seve van Ass, het Engelse fenomeen Ashley Jackson en de Japanse sprinter Kenta Tanaka een EHL-ticket pakte. Van Ass toverde ook de Belgische internationals Maxime Plennevaux en Tanguy Cosyns uit de hoge hoed, naast Nederlandse talenten.

Waar hij op scout? Snelheid, al jaren het stokpaardje van de eigenzinnige Van Ass, die met Oranje zilver pakte op de Olympische Spelen van Londen (2012) en het WK in Den Haag (2014). Van Ass: ‘Snelheid gaat voor mij altijd boven kracht. Met snelheid bedoel ik ook snelheid van handelen. Dat je meekan als het tempo omhoog gaat. En fysiologische snelheid. Kenta Tanaka trekt bijvoorbeeld iedereen uit z’n hoeven.’

De voormalig bondscoach van India scout ook op karakter. ‘Van Devindar Walmiki (Indiase oud-international, red.) wist ik dat hij een winnaar is, die nooit opgeeft. Van zulke spelers kan ik er nu nog wel een paar gebruiken.’

Devindar Walmiki (rechts) en Harjeet Singh. Foto: Willem Vernes

‘Laat de markt gewoon zijn werk doen’

Van Ass trekt een oude anekdote uit de kast, om aan te geven waarom hij zich kan storen aan de discussie of er te veel buitenlanders in de Hoofdklasse hockeyen. Hij was op relatief jonge leeftijd voorzitter van HGC, van 1999 tot 2005. In die hoedanigheid zat hij bij het overleg van de voorzitters, met onder andere prominente namen als Jan Hagendijk van Rotterdam, Jons Hensel van Amsterdam, Ties Kruize van Klein Zwitserland en André Bolhuis, toenmalig voorzitter van de KNHB. Van Ass vertelt nu dat hij toen voorstander was om de instroom van buitenlandse hockeyers in de Hoofdklasse te reguleren, met bijvoorbeeld een maximum wat betreft aantal per team.

Van Johan Wakkie (oud-directeur van de KNHB, red.) heb ik geleerd dat sport geld en intriges nodig heeft. Het moet gek. Paul van Ass

Maar volgens Van Ass waren andere bestuurders daar geen voorstander van. ‘Ze zeiden tegen me: Paul, nu moet je een grote jongen zijn. Laat de markt gewoon zijn werk doen en zorg dat je het voor elkaar krijgt bij HGC. Nou, sindsdien doet de markt zijn werk en voel ik me nergens schuldig over als het over buitenlanders gaat. Als je kijkt naar Amsterdam, die hebben er toch drie. Bloemendaal heeft altijd buitenlanders. Rotterdam werd landskampioen met zeven buitenlanders (het waren er tijdens de landstitel van 2013 vier. Rotterdam speelde wel in het seizoen 2008/2009 met acht buitenlanders, red.). Dat is marktwerking. Clubtrouw is ondergeschikt. Het is professioneler. Dat doen ze in het voetbal ook. Je kunt niet tegelijkertijd protectionisme en vrijhandel hebben.’

Jan Albers (KNHB), Jons Hensel (Amsterdam) en Johan Wakkie (KNHB) toen zij het voor het zeggen hadden in het hockey.

Waarom geen HIL-veiling in Nederland, denkt Van Ass?

Van Ass vindt nu dat er zeker niet te veel buitenlandse spelers zijn. Hij wijst juist naar de spannende mannencompetitie dit seizoen, waar zes of zeven ploegen dit jaar meedingen naar de play-offs. Mede dankzij de buitenlandse inbreng. ‘Als mensen het wel een probleem vinden, moet je kijken naar het Indiase model van de Hockey India League (HIL). Daar had je een bepaald budget en werden buitenlanders geveild. Van Johan Wakkie (oud-directeur van de KNHB, red.) heb ik geleerd dat sport geld en intriges nodig heeft. Het moet gek. Nou, dat kan met zo’n HIL-veiling in Nederland. Overigens mochten teams met maximaal vijf buitenlanders tegelijkertijd in het veld staan.’

Lees ook:


10 Reacties

  1. haags-hopje

    Kolfje naar de hand voor Van Ass! Teken HGC maar in voor de play offs 2020/2021!

  2. Mark Bouwman

    Tja, opleiding en protectionisme zijn leuk, maar de spectakel vragende HK ("voor de happy few") heeft zijn eigen wetten. Is het geen tijd voor de HK nog meer een "status aparte" te bewerkstelligen met eigen randvoorwaarden en een "eigen Nederlandse titel" ? Daaronder alles zo houden met als hoogste een "amateur" nationaal kampioenschap, waarbij "te gekke speletsvergoedingen" niet worden toegestaan. Begrenzing van betalingen, zodat iedere club weer met normale en haalbare budgetten kan opereren. Promotie PK naar HK blijft mogelijk en individueel toptalent kan doorstromen naar HK. Blijft natuurlijk steeds weer de vraag of de HK ooit een verantwoord verdienmodel kan ontwikkelen, laat staan hoe "gek" clubs daaronder zijn om peperdure trainers/coaches neer te zetten en daardoor financiële stress te veroorzaken. Het begint allemaal onderin de jeugd een bal van A naar B te leren spelen....🙃

  3. Nvanas012

    Interessant

  4. willem-janpelle

    Ik post al jaren op diverse sites de stelling dat er keuzes moeten worden gemaakt, dus niet die constante discussie waar nu het primaat ligt: bij het competitiehockey of bij de nationale ploeg. Zo'n keuze zou kunnen zijn om de Hoofdklasse CV om te vormen naar een business model op Amerikaanse leest (NBA, NFL), waarbij in een gesloten systeem (geen promotie/degradatie) de beste spelers/speelsters van de wereld in een Nederlandse profcompetitie spelen. Jaarlijks stromen talenten (NL of buitenlands) volgens een gereguleerd "draft pick" systeem in vanuit de PK of eventueel daaronder. Per team een salarisplafond. Elk team een eigen stadion(netje), toeschouwers betalen entree, de uitzendrechten worden verkocht, en ook voor sponsors is dit interessant (toch?). Deze competitie krijgt prioriteit boven alles, dus de nationale ploeg komt uit amateurs te bestaan die spelen onder de HK. Met logischerwijs een minder ambitieus internationaal programma, die onzinnige Pro League kunnen we dan ook mooi weer mee ophouden: goed ook voor het klimaat, want minder vliegkilometers. Eventueel kunnen de landen met hun "dream team" in de zomer, als de HK stil ligt, aan de OS deelnemen.

    1. rdownunder

      AFL in Australië werkt al jaren zo, zou dat met hockey in NL ook kunnen?

    2. Mark Bouwman

      Misschien moet de HHcv ook eens wat duidelijker kleur bekennen of ze huidige model van de HK willen openbreken voor een meer bij het huidige tijdsbeeld - met zijn internationale verplichtingen - passend format. Mij lijkt het wat bizar dat - wat @tealover hieronder schrijft - alle (ook niet HK clubs) daar een stem in moeten hebben. Een kleine revolte om de boel wat op te schudden kan nooit kwaad.

  5. Runa Honig

    Willemjan: Leuk bedacht, maar vrees dat de hockeysport daarvoor te klein is en er zijn op dit moment ook te weinig creatieve geesten die deze sport van het amateuristische imago kunnen bevrijden.

  6. tealover

    Waar iedereen altijd aan voorbij gaat is dat de (individuele) clubs allemaal moeten instemmen met verandering. Helaas is het individuele belang bij (vrijwel) iedere club groter dan het collectieve belang. Anders gezegd: een kleine groep ‘kleine’ geesten kan elke hervorming tegenhouden. Jammer, maar helaas....

  7. lize

    Je kunt wel op snelheid scouten maar hockey is een verdedigende sport geworden door al die vertragende regels een aanvaller mag nog niet eens meer zijn bal beschermen met zijn stick, zonder al die andere flutregels te noemen en zolang er 400 euro lidmaatschap betaald wordt zal hockey altijd Amateuristisch en klein blijven met de zere neuse bedrieging uit De Olympische Familie voorgoed te verdwijnen ...

    1. Eelco Houwink

      Moet het hier (helaas) wel mee eens zijn. Aanvallende akties worden te weinig beschermd (afgezien van de vele makkelijk gegeven strafcorners) en aanvallers zoeken tijdens een actie dan maar al graag het voetje. Eigenlijk een vorm van regelexploitatie en dus spelbederf


Wat vind jij? Praat mee...