Ehren trots op grote stap België, ‘maar verschil met Oranje groot’

Met een grote glimlach stond Raoul Ehren woensdag na afloop van de spectaculaire 1-1 tegen Engeland de pers te woord. ‘Dit is genieten’, sprak de succescoach van België meerdere keren. ‘Ik had van tevoren niet gedacht dat wij ons vandaag zo zouden laten zien.’

Door het gelijkspel werd België tweede in de poule, speelt de ploeg in de halve finale én stelde de ploeg een WK-ticket veilig. Maar nog veel meer dan die prestaties, koesterde Ehren na afloop de mentale balsem voor de geest.

‘We laten zien dat we een grote stap hebben gezet. Eerst tegen Duitsland, daarna tegen Italië, die we alle hoeken van het veld hebben laten zien. En vandaag tegen Engeland waren we zeker niet de mindere. Dat had ik ook gezegd als we hier 1-0 hadden verloren. Dan hadden jullie alleen gezegd: het ging weer mis in de laatste minuten.’

België viert feest na het bereiken van de halve finale door het gelijke spel tegen Engeland. Foto: Koen Suyk

Dan iets feller: ‘Maar deze ploeg is mentaal sterk. Er staat nu een ander team. Er wordt niet meer gesproken over het verleden. Iedereen loopt met een glimlach rond hier, het is een feest in de bus. Je ziet geen strakke kopjes die angst hebben om te spelen.’

Twintig-punten-plan

Hoe anders was dat in de periode voor corona en voor Ehren als hoofdcoach. Wie herinnert zich niet de dramatische manier waarop de Belgische formatie in de slotfase van de Olympic Qualifier tegen China een ticket voor de Spelen weg gaf. ‘Nu zijn ploegen als Duitsland en Engeland blij dat wij er niet bij zijn in Tokio’, glimlachte Ehren.

De coach zwaaide een maand geleden af bij Den Bosch en gaat zich nu fulltime op de Red Panthers richten. Hij wil met die ploeg naar de wereldtop. Om dat te bereiken, stelde hij een twintig-punten-plan op. Het spelen van de laatste minuten van een wedstrijd staat daarin op een prominente plek. ‘We hebben daar de afgelopen tijd veel aandacht aan besteed. Hoe speel je een wedstrijd uit? Wat doen je wel, wat doen je niet.’

Raoul Ehren instrueert België tijdens de wedstrijd tegen Engeland. Foto: Koen Suyk

Bij Den Bosch was dat zijn speelsters van jongs af met de paplepel ingegoten, moest hij ze alleen nog fijn slijpen. De uitgangspunten van de Bossche Bazen gelden nu ook bij onze zuiderburen. ‘Het gaat om het geloof in eigen kunnen, winnaarsmentaliteit en slimmigheid’, doceerde Ehren. ‘Tegen Engeland kregen we in de slotfase een groene kaart. Hoewel die in mijn ogen onterecht was, vind ik dat we in die fase de scheidsrechter niet meer in de verleiding mogen brengen om die kaart te geven. Je weet dat een ploeg als Engeland aan het einde van de wedstrijd gaat zoeken naar dit soort dingen. Daarin moeten we slimmer worden.’

Klasse beter

De Belgen hebben dat vrijdagvond zeker nodig als de ploeg in de halve finale van het EK aantreedt tegen wereldkampioen Nederland, weet Ehren. ‘Ik heb de meiden van Den Bosch in de winterstop al voorspeld dat we elkaar in de halve finale van het EK zouden treffen. Dat wordt een lekkere wedstrijd om te spelen. Al is Nederland een klasse beter. Daar komen we niet in de buurt. Dat heb je vorige week gezien.’

Vorige week in de Pro League was het aantal cirkelpenetraties 28-16. Dan kom je al in de richting van een bijna-wedstrijd. Ehren over het krachtsverschil tussen Nederland en België

Toen speelde Nederland voor de Pro League in Antwerpen tegen de Belgen en won met 3-0. De laatste keer dat de twee ploegen elkaar op een EK troffen, was twee jaar geleden in de Belgische havenstad. Destijds werd het in de poule 1-1, maar was het verschil tussen de twee ploegen veel groter, volgens Ehren. ‘Wij kunnen nu wel hockeyen. Ik kijk graag naar de verhoudingen in cirkelpenetraties. In die periode waren die verhoudingen 50 tegen 4. Vorige week in de Pro League was dat 28-16. Dan kom je al in de richting van een bijna-wedstrijd. Maar nog steeds is het verschil heel groot.’

Stéphanie Vanden Borre probeert Eva de Goede het scoren te beletten tijdens het Pro League-duel. Foto: Willem Vernes

Met de plek in de halve finale lonkt niettemin een medaille. De geslepen coach zal er ongetwijfeld voor zorgen dat zijn ploeg dit finaleweekend daarop tot in de puntjes is voorbereid. Maar voor zijn uiteindelijk doel, kijkt de Brabander verder. ‘Volgend jaar op het WK willen we voor een medaille spelen. En ook daarna op de Spelen in Parijs. Daarom heb ik voor België gekozen. De spelers willen hard trainen. Onze programma’s doen niets onder voor die van andere landen. We zijn echt grote stappen aan het maken. De speelsters voelen nu de beloning. Ze zien hoe dichtbij we zijn. Dat is misschien wel een grotere winst dan naar de halve finale gaan.’