Nog een ‘Nederlander’ bij de Aussies: ‘Dol op drop en stroopwafels’

In de tophockeywereld is het verhaal van Tim Brand wel bekend. Geboren in Gouda, Nederlandse vader, Australische moeder. Maar er is nog een international van Australië die een bijzondere band heeft met ons land. Maak kennis met Nathan Ephraums.

Ephraums heeft een Nederlandse moeder, Petra. Een echte Groningse, uit de buurt van Zoutkamp, richting de Waddenzee. Zij ging ruim dertig jaar geleden voor haar werk naar Australië en werd verliefd op een man uit Sri Lanka. Ze vestigden zich in het land waar ze elkaar hadden ontmoet. 

De 23-jarige spits van Australië is zichtbaar gelukkig als hij over zijn Nederlandse roots praat. ‘My opa and oma are living in Winsum. Op het platteland, vlakbij Groningen’, zegt Ephraums er voor de zekerheid bij. ‘Ja, zo noem ik ze ook. Opa and oma’, zegt de sterke, besnorde spits. Het klinkt wat wonderlijk in de lobby van het chique hotel van de Aussies in Bhubaneswar. Soms floept er een Nederlands begrip door het Engels van de spits.

‘Mijn moeder heeft ooit wel geprobeerd om mij Nederlands te leren. Maar dat is niet helemaal gelukt. Ik denk dat ik vroeger wel wat woordjes kende, maar dat is inmiddels wat vervaagd. Ik heb wel altijd een bijzonder gevoel bij Nederland gehad. Mijn moeder is de enige van haar kant die naar het buitenland is gegaan. Ik heb er dus nog veel familie zitten. Daardoor heb ik een soort van thuisgevoel als ik er ben.’

Nathan Ephraums op weg naar zege eerste WK-goal tegen Duitsland. Foto: Willem Vernes

Drop, oliebollen en stroopwafels

Hij kwam vroeger geregeld langs bij opa and oma. ‘We proberen met het gezin ieder jaar een keer naar Nederland te gaan. Voor mij is dat soms lastig, vanwege mijn verplichtingen met het nationale team. Afgelopen zomer ben ik er nog geweest. Ik heb er mooie herinneringen liggen. Mijn opa en oma wonen aan het water, daar gingen we naar de bootjes kijken. Voetballen en hockeyen in de tuin. Ik was er tijdens het WK voetbal van 2006. Toen hebben we daar een wedstrijd van het Nederlands elftal gekeken. Iedereen in het oranje, natuurlijk. Ik ook.’

De Kookaburras speelden in juli twee oefenduels tegen Nederland, in Utrecht. ‘Mijn oma en een paar neefjes waren daarbij. Het was de eerste keer dat zij mij zagen spelen voor Australië. En voor mij was het de eerste keer om tegen het land van mijn moeder te spelen. Morgen is opnieuw een bijzondere dag voor mij en de rest van de familie. Ik weet dat het leeft en dat ze – ook in Nederland – mijn kant zullen kiezen.’

In huize Ephraums in Melbourne was de link naar Nederland geregeld voelbaar. ‘Drop! Ik ben dol op zoute dropjes en stroopwafels. Mijn moeder bakte vroeger poffertjes voor ons. Dat is typisch Hollands toch? Ze maakte ook oliebollen op oudjaarsdag. Ik heb thuis ook een Nederlands paspoort liggen. Die heb ik bij mijn geboorte gekregen. Het helpt soms met het krijgen van een visa en andere reispapieren. Verder doe ik daar nooit wat mee.’

Ephraums met Tim Brand, die een Nederlandse vader heeft. Foto: Willem Vernes

Hoofdklasse-droom

Ephraums is – naar goed Australisch gebruik – een fysiek sterke spits, die als vijfjarige al krantenknipsels over de nationale ploeg ophing in zijn kamer. Hij is al vier jaar international, maar door de coronapandemie speelde hij nog weinig buiten zijn continent. ‘Na de Olympische Spelen heb ik mijn kans gekregen’, zegt de spits, die fraaie cijfers heeft neergezet in de nationale ploeg. In 37 interlands maakte hij 21 goals. ‘Ik ben op mijn best in de goalzone, zoals we dat in Australië zeggen. Het stuk tussen de strafbalstip en het doel. Ik ben een echte spits, die overal zijn stick tegenaan wil zetten. Ik sta klaar om – op welke manier dan ook – toe te slaan.’

Op dit WK moest hij even wachten op een doelpunt. In de halve finale tegen Duitsland tekende Ephraums – onder toeziend oog van zijn moeder – voor de 2-0. Die comfortabele voorsprong bleek niet genoeg. In een zinderende slotfase ging Duitsland er met een 4-3 zege vandoor. ‘We waren we kapot na de wedstrijd.  Zaterdagochtend hebben wij met het team de knop omgezet. Iedereen heeft z’n gevoelens geuit. We willen hier met een medaille naar huis gaan. Het wordt een wedstrijd waarin beide teams op zoek gaan naar eerherstel. De ploeg die zijn agressie en frustratie het best kan omzetten in een positief gevoel, zal winnen. Denk ik.’

Voor Ephraums is het een prachtig moment om zich in de kijker te spelen bij Nederlandse clubs. ‘Ik zou ooit graag in jullie competitie spelen. Komend seizoen wordt dat lastig, vanwege onze voorbereiding met Australië op de Olympische Spelen. Maar na 2024? Wie weet. Ik heb samen met mijn vriendin een kleding- en een koffiewinkel. En we hebben thuis een hond. Maar als alles past en ze mij willen hebben? Dat zou heel mooi zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...