Het waren slechts drie regels in het persbericht na afloop van de vergadering van het Executive Board van de internationale hockeyfederatie (FIH) eind oktober in Caïro waarin het kandidaatslidmaatschap van Curaçao bekend werd gemaakt. Een kort bericht, maar van grote betekenis voor het eiland. ‘We zijn internationaal erkend en dat is een hele belangrijke stap voor ons’, zegt Diederik van Buuren, voorzitter van de Curaçaose hockeybond.
Twee jaar geleden nam Van Buuren de voorzittershamer ter hand. Hij is opgegroeid op Curaçao nadat hij in 1990 op 9-jarige leeftijd met zijn ouders naar het eiland kwam waar zijn vader inmiddels al dertig jaar een bedrijf heeft.
In de periode dat Van Buuren voorzitter werd, kwam ook Derk de Wolf naar Curaçao. Hij is inmiddels secretaris bij de bond. Beide mannen, zelf spelend voor Curaçaose Hockey Club (CHC), zijn de drijvende kracht achter de internationale hockeystatus van het eiland.
‘Toen ik opgroeide, was hockey best wel groot op Curaçao’, begint Van Buuren zijn verhaal. ‘We hadden een heren-, dames en een mixed-competitie en een mooi kunstgrasveld in Blue Bay. De afgelopen jaren, zeker na corona, is het hockey heel hard afgetakeld. Er was praktisch geen bestuur. We zeiden tegen elkaar: als we nu niets doen sterft het een langzame dood.’
De schouders eronder
Het was het startsein om de schouders eronder te zetten. ‘Er zit op het eiland heel veel energie en goede wil om het hockey weer te laten groeien’, zegt De Wolf.
Er werden drie thema’s geformuleerd die voor de Curaçaose bond belangrijk zijn. ‘Het is een combinatie waarmee we de push willen maken naar de internationale toernooien voor zowel de jeugd als de senioren’, legt Van Buuren uit.
Een van die thema’s is naamsbekendheid. Curaçao staat bekend om de zonvakanties, maar dat er ook wordt gehockeyd op het eiland is niet of nauwelijks bekend. ‘Er komen natuurlijk heel veel mensen naar het eiland. Niet alleen vakantiegangers, maar ook studenten en stagiaires. Zij weten vaak niet dat ze hier ook kunnen hockeyen. En het is voor ons waardevol dat we worden geïnterviewd want dat draagt ook bij aan bekendheid van hockey op Curaçao.’
Een tweede belangrijk onderwerp zijn de statuten van de bond, het document waarin regels, procedures en afspraken zijn vastgelegd, zoals onder meer de organisatiestructuur van de bond, het antidopingbeleid en de opzet van de nationale competitie.
‘Het afgelopen jaar ben ik bezig geweest om dat rond te krijgen, want we hadden statuten die dateerden van eind jaren negentig van de vorige eeuw’, legt De Wolf uit. Van Buuren vult aan: ‘De jeugd zat op een bepaald pad en de senioren op een dood pad. Ik wilde ervoor zorgen dat alles weer samenkwam. Die statuten waren een basis om daaraan te gaan werken.’
Het laatste thema waaraan de bond wil werken is het jeugdhockey. ‘We hebben hele goede en grote groep jeugd, waar we ook veel meer uit kunnen halen.’
Hockeyfamilie
De huidige Curaçaose hockeyfamilie bestaat uit vier clubs (HC De Vrienden, De Jeugd, VRO en CHC), vier teams en iets meer dan tweehonderd leden. De wedstrijden worden gespeeld op het complex van voetbalclub CVV Willemstad nadat het veld in Blue Bay niet meer in gebruik is. ‘Het kunstgrasveld is iets hobbeliger dan je gewend bent met zo’n prachtige watermat in Nederland’, zegt De Wolf.
Van Buuren prijst de charme van het hockeyen op het eiland. ‘We zeggen altijd: iedereen kan spelen in de Curaçaose hoofdklasse. Bij trainingen is iedereen welkom. Of je speelt bij een club of niet. Dat is voor ons ook een onderdeel om het hockey verder te promoten.’
De bond van het eiland in de Caraïben is een jonge bond en bestaat pas sinds 2010. De Curaçaose hockeybond is eigenlijk een voortzetting van de Nederlands-Antilliaanse Hockey Bond (NAHA). De NAHA hield op te bestaan na de staatkundige hervormingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden waardoor Curaçao en Sint-Maarten vanaf 10 oktober 2010 aparte landen werden binnen het Koninkrijk. De NAHA werd zodoende omgevormd tot Hockey Bond Curaçao (HBC).
Geen internationale status
Ondanks dat de Curaçaose bond bijna veertien jaar bestaat, had het tot afgelopen oktober geen internationale status. Om die internationale erkenning te krijgen, diende Curaçao zich eerst aan te melden bij de Pan American Hockey Federation, de overkoepelende bond van het Amerikaanse continent zoals EuroHockey dat is voor Europa. ‘Bij het regionale congres tijdens de afgelopen Pan Am Games in Chili zijn we erkend waarna in Caïro de FIH het kandidaatslidmaatschap toekende aan Curaçao. Dat verliep allemaal soepel’, vertelt De Wolf.
Volgend jaar kan Curaçao al volwaardig lid zijn van de internationale hockeyfamilie als alle benodigde papieren door de FIH zijn goedgekeurd. ‘We moesten documenten over solvabiliteit aanleveren zodat de FIH weet dat we het allemaal kunnen betalen. Ze willen ook een aanbeveling van het land Curaçao ontvangen om te voorkomen dat er zich meerdere hockeybonden namens een land zich aanmelden.’
Bij definitief groen licht van de FIH kan Curaçao meedoen aan internationale toernooien. De bond heeft twee, drie toernooien op het oog, een daarvan is de Pan American Cup in Peru in september 2024. ‘Het is een stip aan de horizon. Of het ook daadwerkelijk lukt om deelnemen weten we nog niet voor honderd procent zeker.’
Het bericht van de internationale status als hockeyland is door de Curaçaose hockeygemeenschap goed ontvangen. ‘We merken dat het enthousiasme oplevert en dat mensen het interessant en leuk vinden. We hebben alleen maar positieve reacties gekregen. Er wordt lekker over gekletst. Het is mooi als mensen zeggen: hé Derk, hoe zit het nu eigenlijk? Wat gaat we doen? En het is natuurlijk leuk dat je een keer als speler de kans krijgt om in het vliegtuig te stappen en in een ander land een interland te spelen. Dat is prachtig. Wij worden er in ieder geval blij van.’
Nederlandse Antillen
De nationale ploegen van de Nederlandse Antillen deden in het begin van dit millennium geregeld mee aan Pan-Amerikaanse toernooien. De damesploeg van de Antillen schopte het tot het kwalificatietoernooi voor de Olympische Spelen, maar pakte uiteindelijk geen ticket voor Peking in 2008.
Die ploegen bestonden voornamelijk uit spelers en speelsters die in de Nederlandse competitie actief waren. Een Nederlands paspoort volstond om uit te kunnen komen voor het nationale team van de Antillen. ‘De drempel om een interland te spelen namens Curaçao is niet enorm hoog.’
Naast een Nederlands paspoort moet een toekomstig international in het bezit zijn van een sedula, het bewijs dat je staat ingeschreven op het eiland. ‘Als je hier maar drie maanden zit, krijg je in principe geen sedula’, verduidelijkt Van Buuren.
‘Het leukste is om interlands te spelen met mensen die ook een connectie hebben met Curaçao dan dat je mensen laat invliegen’, zegt De Wolf. ‘Misschien win je dan wel meer wedstrijden, maar de vraag is: wat schiet je ermee op?’
De volgende stap
Nu met het kandidaatslidmaatschap van de FIH een eerste belangrijke stap is genomen, kan de Curaçaose bond, inmiddels omgedoopt tot Curaçao Hockey Federation, aan de volgende stap beginnen. ‘We zitten in een transitiefase’, legt Van Buuren uit. ‘De fundering is gestort en nu proberen we daar verder op te bouwen.’
Daarbij gaat het om het verbeteren van faciliteiten en het vinden van sponsors en partners. ‘Er lopen gesprekken met bedrijven die sponsor willen worden van de bond. Dat is positief en hoopgevend. Sponsoren zijn nu meer geneigd om te helpen nu we internationaal erkend zijn. En dat zou natuurlijk ons ook de nodige middelen geven om iets te doen aan de faciliteiten’, zegt De Wolf.
De bond huurt velden van de voetbalclub in de hoofdstad, maar er is een plan om nieuwe velden aan te leggen. Dat project behelst drie velden. ‘Financieel gezien hebben wij niet het vermogen om zelf een veld aan te leggen, want je hebt het over een miljoeneninvestering. Als een van die drie velden een multipurposeveld kan worden, hebben wij er ook baat bij. Op dat vlak kan je dan ook weer het hockey bevorderen en promoten’, legt Van Buuren uit.
Ook kijkt de bond naar Nederland. ‘Het is een punt dat de komende tijd verder moeten worden uitgekristalliseerd. We staan in brede zin heel erg open voor samenwerking met Nederland. De hockeykennis, de faciliteiten en het vermogen om daaraan bij te dragen is er in Nederland veel meer dan hier’, zegt De Wolf.
De eerste kleine stappen op het internationale hockeytoneel zijn gezet. Wat is de ultieme droom? ‘Dat de positieve vibe blijft hangen’, antwoordt De Wolf. ‘Dat er een veld bijkomt waar we de komende tien jaar op vooruit kunnen, een club erbij en dat we in 2026 kunnen meedoen aan de Centraal-Amerikaans en Caraïbische Spelen.’ Van Buuren tot slot: ‘en dat hockey weer op de kaart staat op Curaçao.’
Dit bericht op Instagram bekijken
3 Reacties
JacquesBrinkman
Cadeautip: Interland Curaçao-Nederland (mannen en vrouwen) organiseren. Mooie reclame voor het hockey. Planning: na de Olympische Spelen in Parijs.
Runa Honig
Genoeg spelers met Antilliaanse roots voorhanden. Misschien Glenn Schuurman maar eens invliegen en anders heb ik nog wel een paar neven!
jacquelineniermeyer
Mooie tijden waren dat, voordat de mat op Blue Bay er lag, hockeyen op het gravelveld aan de Chuchubiweg!