Tussen de Australische routiniers als Eddie Ockenden, Matthew Swann en Aran Zalewski, dartelt deze Champions Trophy ook de onbekende en onbevangen Tim Brand (19). Een speler met een opmerkelijk Hollandse naam, die suggereert wat inderdaad klopt. Brand is geboren in Gouda.
‘You can say it in Dutch’, zegt Brand na de met 2-1 gewonnen poulewedstrijd tegen Pakistan. Nederlands spreekt hij niet, of in ieder geval niet goed genoeg om er een interview in te durven geven. Maar verstaan doet hij het wel. Nederlands was de eerste taal die hij leerde als kind, lang voordat hij op z’n tiende begon met hockeyen. Op z’n derde verhuisde hij met zijn ouders naar Sydney. Zijn Australische moeder wilde terug naar haar geboorteland en zijn verliefde Nederlandse vader reisde samen met hun zoontje mee. Aan de andere kant van de wereld bouwden ze een nieuw bestaan op.
De eerste keer met het Australisch team in Nederland
‘Ik kan me nog wel iets van mijn tijd in Nederland herinneren. Vooral het schaatsen in de winter op de bevroren slootjes’, vertelt Brand als hij met weemoed terugdenkt aan de eerste drie jaar van zijn leven. Een herinnering die hij in het warme Australië met terugwerkende kracht is gaan koesteren.
‘Sinds we zijn geëmigreerd, ben ik een aantal keer terug naar Nederland gegaan. Mijn oom en tante wonen in Gorinchem. Daar ben ik best vaak geweest. Het is een leuk plaatsje. Maar dit is de eerste keer dat ik er met het Australisch team ben. Dat vind ik prachtig. De Champions Trophy is een fantastisch toernooi. Iedereen droomt ervan voor de Nederlandse tribunes te spelen, met al dat publiek. En ik mag het meteen in mijn eerste toernooi doen. Dat is unreal.’
Wanneer hij aan de bal is, hoort hij zijn oom soms zijn naam scanderen boven de rest van de paar duizend supporters uit
Ruim een week geleden maakte Brand zijn debuut voor The Kookaburras in een wedstrijd tegen Duitsland die werd gespeeld in Moers, vlakbij Duisburg. Het was voor zijn Nederlandse familie reden genoeg om in de auto te stappen en de grens over te rijden om hun ‘verloren’ neefje weer eens te zien.
Zijn oom, tante, opa en oma zitten ook tijdens de Champions Trophy in Breda op de tribune. Voor Brand is dat een bijzondere ervaring. Wanneer hij op het veld staat, wanneer hij aan de bal is, hoort hij zijn oom soms zijn naam scanderen boven de rest van de paar duizend supporters uit. Ook het geblaas op de hoorn krijgt Brand mee.
Lachend: ‘Mijn oom heeft een harde stem. Hij roept telkens mijn naam. Dat doet hij vaak, zelfs voor de wedstrijd al. Ik vind het hartstikke leuk dat mijn Nederlandse familie er is. Dat ze niet alleen mij, maar ook de rest van mijn ploeg aanmoedigen. Ze juichen voor Australië. Ik vraag me af hoe dat tegen Nederland is, haha. Ik kijk erg naar die wedstrijd uit. Nederland heeft een geweldig team. Ik denk zelfs dat we ze dit toernooi twee keer tegenkomen’, besluit Brand, alvast speculerend op een onderonsje met zijn geboorteland in de finale.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.