WK met zestien deelnemers: een vloek of een zegen?

Voor het eerst sinds het WK van 2002 in het Australische Perth doen er aan het WK niet twaalf, maar zestien landen mee. Een idee van de wereldhockeybond FIH om de sport wereldwijd breder te maken en kleinere hockeylanden een kans te geven. Hoe pakt het nieuwe format tot nu toe uit? Tijd voor een tussenbalans.

Om meteen met de deur in huis te vallen: het is alleen de poule van Nederland waarin weinig spanning zit. Nederland is van alle zestien deelnemers het enige land dat twee keer een ruime overwinning heeft geboekt. De Oranje Dames versloegen eerst Zuid-Korea met 7-0 en vervolgens China met 7-1. Het zijn grote uitslagen tegen niet eens de laagst geklasseerde landen van dit toernooi. Zuid-Korea is de nummer negen van de wereld, China de nummer acht.

China profiteert als nummer acht dus niet eens van het feit dat eraan dit WK vier extra landen mogen meedoen, want ze hadden zich anders ook wel geplaatst. Het probleem van de Chinezen is vooral dat ze het WK volstrekt niet serieus nemen. Ze hebben tien van hun beste speelsters thuisgelaten en spelen dus met een B-team, omdat ze de Asian Games van komende maand veel belangrijker vinden. Op dat toernooi kunnen ze zich kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. China gaat er al vanuit dat ze dit WK niet tot de kwartfinale komen, want ze hebben de terugvlucht al geboekt. Woensdag vliegen ze naar huis.

De Italianen vierden het bereiken van de volgende ronde alsof ze wereldkampioen waren geworden. Foto: WorldsportPics/Rodrigo Jaramillo

De prachtige sprookjes van Ierland en Italië

De opvallendste teams van dit toernooi zijn vooralsnog Ierland en Italië, uitgerekend twee dwergen in het vrouwenhockey. Deze landen zijn de twee laagst geklasseerde landen van dit WK. Wanneer het WK gewoon met twaalf landen was gespeeld, hadden zij zich wellicht niet eens geplaatst, maar nu hebben ze hun eerste twee wedstrijden gewonnen en staan ze in de volgende ronde. Het zijn prachtige hockeysprookjes. Voor Ierland is het succes een beloning voor het harde werk na een weg vol teleurstellingen, voor Italië is het een bewijs dat het centrale programma dat ze een tijdje geleden zijn gestart zijn vruchten afwerpt.

Maar niet alleen Ierland en Italië maken er een mooi toernooi van. In poule B strijden Engeland, India en de Verenigde Staten na twee groepswedstrijden met z’n drieën om twee plekken in de volgende ronde. Zondagavond vechten het India van Sjoerd Marijne en de Verenigde Staten van Janneke Schopman in een onderling duel om deze tickets.

In poule D kunnen Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en België na twee groepswedstrijden in theorie alle vier nog eerste en laatste worden. Alleen in poule C – de groep van Duitsland, Argentinië en Spanje – viel Zuid-Afrika met een 7-1 nederlaag tegen Spanje door de mand, maar af als een gieter ging het nou ook weer niet. In de laatste groepswedstrijd speelde het knap gelijk tegen Argentinië, dat na afloop wel nonchalant over het resultaat deed, omdat het voor de stand van de poule toch niet van belang was.

Zuid-Afrika ging er tegen Duitsland hard af (7-1), maar herstelde zich tegen Argentinië (1-1). Foto: WorldSportPics/Antonella Garello Bonini

Invoering cross-over-wedstrijden nu al schot in de roos

Het voordeel van een WK met zestien landen is dat je makkelijker in een poule van vier kunt spelen. Als gevolg daarvan heeft de FIH cross-over-wedstrijden geïntroduceerd, een tussenronde waardoor de nummers twee en drie zich plaatsen. Daardoor is er in een poule meer om voor te strijden dan in een gangbaarder format waarbij alleen de beste twee teams doorgaan. Nu is er in elke poule een strijd om de eerste plek – die rechtstreekse plaatsing voor de kwartfinale betekent – en een strijd om de derde plek. Bovendien kunnen de cross-over-wedstrijden prachtige do-or-die-duels opleveren.

Groot nadeel: de vele rustdagen

Een groot nadeel van het spelen met zestien landen is dat de duur van het toernooi met zes dagen is verlengd tot zestien dagen. Geen team is blij met de vele rustdagen. Tussen de eerste en de tweede groepswedstrijd van Nederland zaten vier rustdagen. Wanneer de Oranje Dames zondag van Italië winnen en zich rechtstreeks voor de kwartfinale plaatsen, spelen ze pas weer op donderdag. Dan hebben ze in twaalf dagen tijd drie wedstrijden achter de rug en spelen ze – als ze elke ronde overleven – vervolgens drie wedstrijden in vier dagen. De halve finales en de finale zijn volgende week zaterdag en zondag, vrijdag is een rustdag.

Het kan een nadeel voor Oranje zijn dat zij in de kwartfinale een ploeg treffen die na de drie groepsduels en de cross-over-wedstrijd al vier serieuze duels hebben gespeeld, terwijl Nederland – dat weliswaar zeer sterk speelt – drie ‘oefenpotjes’ achter de rug heeft. Voor Oranje begint het toernooi eigenlijk pas in de kwartfinale. Aan de andere kant is de conclusie ook dat het WK voor alle vijftien andere deelnemers al lang begonnen is.


6 Reacties

  1. robvisser

    Dat met die 'oefenpotjes' van Nederland geloof ik nu wel. Nederland bereidt zich net zo serieus voor als alle anderen ploegen. Laten we nu niet doen alsof ze er niks voor hoeven te doen of dat het ze allemaal komt aanwaaien. Argentinië speelt notabene gelijk tegen Zuid-Afrika. Was Zuid-Afrika dan een stuk moeilijker voor Nederland geweest? Nee, want Nederland heeft een veel betere ploeg dan Argentinië. Het is bijna altijd zo dat Nederland vrij makkelijk door de poulefase komt, maar laten we Nederland daar eens de credits voor geven en niet net doen alsof alle tegenstanders niks voorstellen en dat ze het Nederland zo gemakkelijk maken. Ploegen lijken vooral zwak omdat Nederland zo goed is. Gelukkig hebben de speelsters zelf niet zo'n cynische benadering van hun prestaties en nemen ze elke wedstrijd en elke tegenstander serieus.

  2. robboomsma

    Makkelijk is het zeker niet. En de tegenstand is er heus wel..... Nu uit dat zich misschien nog niet. Maar het is moeilijk om je na zulke overwinningen te herpakken om net zo gemotiveerd te zijn voor de volgende wedstrijd....

  3. rancoburgzorg

    Die 16 deelnemers is juist één van de weinig goede dingen van de FIH. Nu nog net als in het voetbal 1 keer een EK, 1 keer een WK in de vier jaar en verder geen andere onzintoernooien en wedstrijden waardoor de thuiscompetitie ontregeld wordt.

  4. hickey-family

    Het centrale programma van Italie; scouting naar argentijnse speelsters met een italiaanse achternaam (zijn er best veel van) zowel bij de dames (die jn Italie willen spelen) als bij de heren die dus mn in NL willen spelen en niet vokr het italiaanse team - tot zover centrale programma

  5. robvisser

    @boomsmarob@hotmail.com Daarin heb je wel gelijk. De artikelschrijver heeft net als iedereen hier natuurlijk het beste met Oranje voor en er is waarschijnlijk bij hem enige bezorgdheid over de vraag of Oranje wel de focus kan vasthouden (of er nog een schepje bovenop kan doen) tegen zwaardere tegenstanders. Anders dan bij andere landen zijn er bij Oranje maar een paar landen die hun echt op de proef kunnen stellen. In München troffen ze enkele van die landen, al was dat nog niet hetzelfde als een WK. Duitsland heeft zich bijvoorbeeld flink verbeterd na die tijd. Ook zagen we natuurlijk in de eerste twee wedstrijden dat de concentratie bij Oranje wat wegzakte nadat een comfortabele voorsprong was bereikt. Ik denk dat Nederland zich bewust is (door ranking/tactische voorbespreking) van de kracht van elke tegenstander die ze treffen en dat ze weten wat nodig is om zo'n ploeg te kunnen verslaan. Of het dan lukt is wat anders. Het lijkt wel een gretige groep en ze weten waarvoor ze het doen, anders kijken ze nog maar eens naar het filmpje over de WK bokaal. Mijn eerste post was denk ik (langer gevoelde) ergernis in het algemeen over conclusies die we soms verbinden aan het gemak waarmee NL de tegenstanders verslaat. Het was niet echt gericht tegen Marco van Nugteren in het bijzonder, want ik lees zijn stukjes graag.

  6. r-wortmann

    Kijk dat is pas een eerlijke en in mijn ogen een goed onderbouwde reactie. Vergeet niet dat Nederland nagenoeg altijd eenvoudig de halve finales bereikt. pas daarna wordt het wat spannend. voor andere landen geldt dit minder of helemaal niet. Nederland is HET te kloppen land voor welk land dan ook. En of dit nu een oefen potje of een OS finale is. Wanneer iemand van Nederland wint dan is een prestatie van formaat. Mede daarom is het geweldig wat Nederland neerzet. dit is decennia al zo. Elk land droomt ervan om tegen Nederland te spelen in een knockout fase en te winnen. Geen speler hoeft zich maar op te laden voor zo'n duel. Elk land wil ook graag Nederland ontlopen tot aan de finale om die finale te behalen. Ik hoop dat Nederland doorgaat op de manier waarop ze zich jaar in en jaar uit blijven verbeteren (en dus de concurrentie voorblijven). De andere landen moeten maar harder werken om aan te sluiten.


Wat vind jij? Praat mee...