Een maand geleden beleefde hij zijn ‘vetste hockeymoment ooit’. De achtste finale van het NK Zaal met De Mezen JO18-1. En dat is nogal een prestatie. Aanvoerder Bram Litjens (17) is namelijk pas dit seizoen weer de oude. Hij vocht de afgelopen jaren tegen leukemie.
Wie niet beter weet, zou denken dat hij al jaren het spel verdeelt van achteruit. Aanvoerder en voorstopper Bram Litjens coacht non-stop en laat dus continu van zich horen. Het enige dat opvalt, is de band om zijn linkerarm. Geen elastieken ceintuur met een grote C erop, een met de Nederlandse vlag of regenboogkleuren. Nee. Om zijn arm draagt hij een KiKa-band. Een oranje-paarse band voor kinderkanker.
Een band als een vorm van steun. Maar ook een oproep. Want wat Bram meegemaakt heeft, moet in de toekomst volgens hem en zijn teamgenoten helemaal niemand meer overkomen.
Het verhaal van Bram begon een jaar of vier geleden. Hij speelde in de JO14-1 van De Mezen, de club uit Harderwijk. Een lichting vrienden waar hij op het hockeyveld samen mee opgroeide. Bram kreeg last van zijn slokdarm. Een beetje pijn, veranderde langzaam in onverdraagbare ellende. Het duurde doktoren zes maanden om uiteindelijk te achterhalen wat het probleem was. Slikken lukte hem niet meer en eten was ook een probleem. Uiteindelijk bleek hij na veel onderzoeken leukemie te hebben.
Scans, operaties en chemo’s
‘Ik was toen echt ziek. Mijn rug kon het bijvoorbeeld ook niet meer aan. Ik moest op een gegeven moment stoppen met hockey, terwijl doktoren nog niet eens wisten wat er met me aan de hand was’, begint Bram zijn verhaal. Toen de diagnose gesteld was, werd hij meteen opgenomen in het Prinses Maxima Centrum in Utrecht. Het ziekenhuis voor kinderoncologie. Hij onderging scans, operaties en natuurlijk chemo’s.
Ik woog nog maar dertig kilo en een paar kilo bestond uit tumoren in mijn buik. Ik was echt heel ziek. Bram Litjens
‘De pijn aan mijn slokdarm kwam door een tumor. Die drukte er tegenaan’, gaat hij verder. Het is knap om te horen hoe de zeventienjarige zijn verhaal kan vertellen en zijn gevoel kan uitdrukken. ‘Ik had ook problemen in mijn buik’, gaat hij verder. ‘Ik woog nog maar dertig kilo en een paar kilo bestond uit tumoren in mijn buik. Ik was echt heel ziek.’ Twee volle jaren was het voor Bram een komen en gaan naar het ziekenhuis. Van drie keer per week, tot twee keer per maand. ‘Op mijn toppunt slikte ik 45 pillen per dag. Niet normaal hè.’
Eén oefening per keer
De medicatie zorgde wellicht voor de grootste belemmeringen voor de tiener. ‘Ik kreeg een agressieve prednison. Daar werden mijn botten heel broos van. Ik heb zelfs een paar maanden met krukken moeten lopen. Dat zorgde ervoor dat ik niet meer kon sporten. Ik ben tijdens de behandelingen altijd naar de trainingen gegaan. Dan stond ik op het veld en deed ik een oefening mee. Afronden op goal bijvoorbeeld. Iets wat je normaal twintig keer achter elkaar doet, lukte me één keer.’
Ik moest kiezen tussen nooit meer kunnen rennen, of het risico nemen dat de kanker terug zou komen. Bram Litjens
Daar genoot Bram van. En bleef hij doen. Hij stopte na goed overleg met zijn ouders en medici met die specifieke medicatie. Dat was geen eenvoudige keuze. ‘Ik moest eigenlijk kiezen tussen nooit meer kunnen rennen, of het risico nemen dat de kanker terug zou komen.’ Maar het pakte goed uit. Vorig seizoen (2022-2023) sloot hij voor het eerst echt weer aan bij zijn teamgenoten, als eerstejaars A. En maakte hij af en toe wat minuten. ‘Het jaar daarvoor had ik geen energie voor hockey. Ik ging een uur per dag naar school en moest daarna meteen een middagdutje doen. Ik was helemaal kapot.’
Inmiddels zit Bram in zijn vijfde jaar van het VWO. Deed tijdens zijn ziekte het vierde leerjaar in twee keer. Hij zette kleine stapjes. De schooldagen hield hij beter vol. ‘Stiekem vond ik mijn toetsweek ook best bijzonder’, vertelt hij. ‘Die heb ik dit jaar nu twee gehad. In oktober had ik mijn eerste volledige toetsweek van mijn leven.’ Maar ook op het veld ging het steeds beter. ‘De eerste keer dat ik tien minuutjes mee mocht spelen, weet ik nog zo goed. Dat was echt heel bijzonder. We maakten toen ik binnen de lijnen stond een doelpunt. Wat was ik daar blij mee. Eindelijk was ik weer echt onderdeel van de groep. Dat samen juichen en vieren. Dat had ik zo gemist.’
‘Hockey hield me positief ondanks alle ellende’
Dit seizoen is Bram weer, zoals hij zelf zegt, de oude. Genezen verklaard is hij nog niet, maar het gaat heel goed met hem. ‘Ik kan weer zeventig minuten hockeyen. En daar ben ik echt enorm blij mee.’ Ook in de zaal liep het gesmeerd voor Bram en zijn teamgenoten. Hij bereikte zelfs de achtste finale van het NK. Eind januari tegen Victoria. Zijn vetste hockeymoment ooit. ‘Over de uitslag (13-0) wil ik het liever niet hebben. Maar we stonden er gewoon. Zo’n klein clubje uit Harderwijk. Dat had ik echt nooit verwacht. We hebben clubgeschiedenis geschreven. Dat is echt het vetste wat ik ooit bereikt heb.’
Zelfs nog vetter dan zijn debuut in Heren 1. Want ook dat heeft hij dit seizoen al mee mogen maken. ‘Het hockey heeft me zo geholpen. Mijn team, mijn coach. Mijn club. Daardoor ben ik er echt wat positiever in gaan staan. Zelfs ondanks alle ellende.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.