De Nederlandse jeugdselecties speelden het afgelopen paasweekend een vijflandentoernooi met Ierland, Engeland, Duitsland en België. Ivy Tellier (18 jaar, HDM MA1) ging met U18 naar het Engelse Lilleshall, Tim Knapper (15 jaar, Schaerweijde JB1) stond met U16 in Zwolle. Wij legden de twee aanvoerders van deze jeugdteams acht vragen voor.
Wat is het eerste wat in je opkomt als je terugdenkt aan afgelopen weekend?
Ivy: ‘Het was een supergezellig en leerzaam weekend. We hebben een nieuwe groep en zijn pas net samen. We hebben veel stappen gemaakt en zijn close geworden. Ik ben inmiddels een beetje het oudje van het team en was bijvoorbeeld al een keer in Lilleshall geweest. Het is tof om te zien dat sommige meiden hun eerste internationale wedstrijden hebben gespeeld.’
Tim: ‘Een enorm trots gevoel. Ik ben trots op de groep. Ik heb echt genoten. We hebben karakter getoond.’
Wat is de leukste reactie die je hebt gehad?
Ivy: ‘Mijn halve familie woont in Engeland. Mijn moeder is half Engels. Dus stond er in Lilleshall veel publiek langs de kant. Ze waren trots op me. Dat deed me veel. Mijn oom wilde perse met me op de foto, zodat hij op zijn werk kon vertellen dat ik in Oranje speel. Dat geloofden ze daar niet.’
Tim: ‘Van iedereen die is komen kijken. Mijn vriendin en oma zagen me voor het eerst in Oranje. Dat was bijzonder. Het is mooi om te zien hoe trots ze op me zijn. Mijn ouders en zusje waren er ook. Zij hadden me al eens in Oranje zien spelen. Ze hebben me geweldig aangemoedigd. Ik kreeg er kippenvel van.’
Waar stond je het meest van te kijken?
Ivy: ‘Eigenlijk wil ik nu over het typische, Engelse ontbijt beginnen. De witte bonen in tomatensaus. Bah. Sommige teamgenoten gingen daar heel goed op, maar mij niet gezien. Waar ik ook van stond te kijken is van de wedstrijd tegen de Duitsers. Afgelopen zomer verloren we van ze. Nu waren we gelijkwaardig. We zijn fysiek veel gegroeid. Dat vind ik knap.’
Tim: ‘De sfeer en het publiek in Zwolle. Het was echt bizar druk. Vooral op de maandag tegen Duitsland. Als het even minder met ons ging, was daar het publiek dat volledig achter ons ging staan. Dat zorgt wel voor wat spanning, maar ik had er alle vertrouwen in. Hoe druk het precies was? In ieder geval niet te vergelijken met een competitiewedstrijd bij Schaerweijde.’
Wat betekent die aanvoerdersband?
Ivy: ‘Ik ben een leider. Binnen en buiten het veld. Ik heb een voorbeeldfunctie. Ik zit ook al wat langer in het team en heb wat meer meegemaakt. De nieuwe meiden voelen zich veilig omdat je er al een keer gestaan hebt. Voor hen is het de eerste wedstrijd ooit. Ik ben er trots op.’
Tim: ‘Ik ben extra trots dat ik die band mag dragen. Ik ben de leider uit de groep, zorg voor rust. Ik pak mijn controle, coach mensen. Dat kan ik goed. Het was een hele eer toen Robbert-Jan (de Vos, bondscoach U16, red.) me vroeg. Ik was er totaal niet mee bezig. Het moet natuurlijk wel een beetje in je zitten.’
Wat is het belangrijkste wat je hebt moeten laten om hier te staan?
Ivy: ‘Je moet er best veel voor laten. Ik had vandaag een wiskunde-toets. Tijdens de rustmomenten afgelopen weekend, was ik sommen aan het maken. Ik zit in mijn eindexamenjaar en moet de boel echt goed plannen. De toets? Ik denk dat ik ‘m wel gehaald heb.’
Tim: ‘Voor school mis ik best veel. Niet dat ik dat heel erg vind hoor. Ik heb veel verlof, maar moet alles wel inhalen. Dat is mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik zit in 4-havo. Momenteel gaat het goed.’
Waar kunnen mensen jou op het hockeyveld aan herkennen?
Ivy: ‘Ik ben best wel luid. Ik roep veel. Fel, fanatiek. Altijd willen winnen. Daar herken je me aan.’
Tim: ‘Ik heb rust aan de bal. Dat straal ik als centrale verdediger uit. Ik weet welke keuzes ik maak. Wil af en toe wel een mooie pass geven. Ik heb elke pass wel onder de knie. Een scoop, een flats, een goede klap… Ik moet het niet van mijn trukendoos hebben. Af en toe mijn mannetje uitspelen, daar laat ik het bij.’
Waar vind je zelf dat je nog stappen moet maken?
Ivy: ‘Ik moet mijn verdedigende actie beter leren timen. Van achteruit moet ik leren de balans te vinden wanneer ik wel en niet meekan met het middenveld. In mijn coaching ben ik nooit uitgeleerd. Ik wil mijn team nog beter leren kennen.’
Tim: ‘Ik moet nog wat volwassener worden. Zakelijker spelen. Weinig weggeven. Alle verdedigende duels winnen. Daar ga ik aan werken. Veel trainen. Fysiek sterker worden en mijn snelheid verbeteren.’
Waar zien je jou over vijf jaar?
Ivy: ‘Dan heb ik mijn debuut gemaakt in het Nederlands team. En speel ik Hoofdklasse bij HDM.’
Tim: ‘Dan speel ik met Schaerweijde in de Hoofdklasse. Ik ben een kind van de club en dat wil ik graag zo houden. Ik mocht dit jaar al in de Hoofdklasse Zaal meespelen. Volgend jaar hoop ik een keer mee te mogen trainen op het veld of misschien een wedstrijd mee te doen bij Heren 1. Ook speel ik over vijf jaar in Jong Oranje en ben ik klaar voor de stap naar het Nederlands elftal.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.