Youngstars: 10 brandende vragen aan Imke Verstraeten (15)

In de rubriek Youngstars geven we de talenten van Nederlands A en B een plek in de spotlights. Wie zijn ze en waar zien ze zichzelf over tien jaar? Deze week de Zeeuwse Imke Verstraeten (15), middenvelder bij het Belgische Dragons en speelster van Nederlands Meisjes B.

Wanneer trok je voor het eerst je Oranje-tenue aan?
Verstraeten: ‘Vorig jaar tijdens een stage speelden we een oefeninterland tegen België, in België. We zouden afgelopen maanden ook een paar interlands spelen, maar die zijn helaas gecanceld door corona. Het is echt een supercool gevoel om voor je land uit te komen. Dat voelt wel echt heel speciaal. Het maakt me trots.’

Wat is het verschil tussen clubhockey en Nederlands A?
‘Bij Nederlands B is het allemaal net wat technischer. Je basis moet echt goed zijn. Iedereen bij Nederlands B kan echt goed hockeyen dus dat maakt het echt leuk. Bij Dragons speel en train ik ook met Dames 1. Ik merk wel dat het daar fysieker is, omdat ze allemaal net wat ouder en groter zijn. Ik speel meestal een halve wedstrijd mee met Dames 1. Ik word goed opgenomen in het team en er is zeker nog ruimte om foutjes te maken. Iedereen moedigt elkaar goed aan en tijdens de trainingen geven we elkaar tips.’

Zondag speelde Dragons gelijk tegen Royal Victory (2-2). Foto: Willem Vernes

Wie is je grootste voorbeeld?
‘Vroeger was mijn voorbeeld Maartje Paumen, omdat zij een hele goeie sleeppush heeft en ik daar ook hard op train. Nu ik hockey bij Dragons Dames 1, samen met Valerie Magis, is zij ook een voorbeeld geworden. Zij heeft een goeie sleeppush, veel rust in haar spel en haar coaching is goed. Ik kan veel van haar leren.’

Welke technieken zou je willen beheersen?
‘Ik ben hard bezig met mijn sleeppush, ik zou die graag willen verbeteren, zodat ik die als een soort wapen kan gebruiken.’

Hoe ziet jouw loopbaan eruit?
‘Ik ben begonnen bij Rapide in Hulst (Zeeland). Op mijn twaalfde ben ik naar Pelikaan in Roosendaal gegaan. Daar heb ik één jaar gehockeyd. Daarna ben ik naar Dragons gegaan, waar ik nog steeds hockey. Ik ben hier via Robert Justus (hoofdcoach Dames 1, red.) terecht gekomen. België klinkt misschien ver, maar drie kwartier naar Brasschaat was voor mij vanuit Zeeland minder ver rijden dan een uur naar Roosendaal. Inmiddels ben ik gewend aan het op en neer reizen.’

‘Op mijn dertiende werd ik voor het eerst geselecteerd voor het districtsteam Zuid Nederland. Daar heb ik twee keer een DOD (districtsontmoetingdag, red.) gehad en bij de tweede DOD ben ik geselecteerd voor het Opleidingsteam Nederlands B. Toen heb ik drie selectietrainingen met Opleidings B gehad en mocht toen meteen door naar Nederlands B. Eigenlijk heb ik Opleidings B dus een soort van overgeslagen.’

Imke Verstraeten (links) in een onderling duel met Nederlands B en Opleidings B. Foto: Jasper Abelen

Moet je veel laten voor het hockey?
‘Op de vrijdagavond hebben vriendinnen van mij wel vaak feestjes. Daar ben ik niet vaak bij, omdat ik dan moet trainen. Dat is soms wel jammer, maar ook weer niet zo erg. Ik heb er namelijk zelf voor gekozen dat hockey voor mij belangrijk is. Dan mis ik af en toe maar een feestje.’

Heb je rituelen voor een wedstrijd of training?
‘Ik doe altijd eerst mijn linker sok en mijn linker scheenbeschermer aan. Pas daarna volgt de rechterkant. Bij het aandoen van mijn schoenen maakt me dat dan weer niet uit. Voor elke wedstrijd eet ik een banaan. Dat vind ik gewoon lekker. Dus dat is niet echt een ritueel.’

Wat is je mooiste goal?
‘Dat was vorig jaar in de zaal. Ik speelde met de C1 de finale van de Belgische Kampioenschappen tegen Royal Orée, een club uit Brussel. Het stond 2-2 en in de laatste minuut kregen we een strafcorner. Ik scoorde die corner, waardoor we landskampioen werden. Dat was echt wel een mooi moment!’

Van wie heb je het meest geleerd?
‘Ik denk van Robert Justus, mijn coach bij Dragonss. Toen ik bij Dragons kwam mocht ik als dertienjarige van hem meteen doorstromen naar de B1. Hij heeft mij veel tips gegeven en hij heeft mij wel echt gemaakt tot de speler wie ik nu ben. Robert zegt wat hij denkt. Zowel positief als de verbeterpunten. Dat geeft je vertrouwen. Daarnaast mocht ik van hem ook op mijn veertiende al meetrainen met Dames 1. Daar ben ik hem wel echt heel dankbaar voor.’

Waar zie jij jezelf over 10 jaar?
‘Ik hoop dat ik nu bij Nederlands B mag blijven en daarna door mag stromen naar Nederlands A. Ik wil mijzelf blijven ontwikkelen. En dan hoop ik om uiteindelijk bij het Nederlands elftal aan te sluiten. Ik ben ook zeker bereid om daar alles voor te doen. Dus vooral blijven werken aan mijn verbeterpunten en er plezier in blijven houden.’

Lees ook:


Wat vind jij? Praat mee...