In de rubriek Youngstars geven we talenten van Nederlands O16 en O18 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Jimi Kummer (15), spits bij Pinoké JO16-1 en Nederlands O16.
Waarom ben je ooit gaan hockeyen?
Jimi Kummer: ‘Mijn ouders hockeyden al heel lang. Dus door hen ben ik in aanraking gekomen met hockey. Kon ik praktisch niet anders. Het is me met de paplepel ingegoten. Liep op mijn vierde al met een hockeystick rond. Ik begon bij IJburg, de club bij mij om de hoek. Ik was een jaar of acht toen ik naar Pinoké vertrok. Ik vond het hockey fantastisch en wilde graag een stap hogerop.’
Wanneer trok jij voor het eerst een Oranje-tenue aan?
‘Ik trok toen ik veertien was voor het eerst een Oranje-tenue aan. Dat was bij mijn eerste toernooi tegen België en Duitsland. Ik ben begonnen bij het districtsteam, vervolgens werd ik geselecteerd voor het regioteam en vervolgens kwam ik in Nederlands O15. Ik heb de typische route bewandeld, maar dat ging niet eenvoudig. Ik vond ieder selectiemoment weer opnieuw spannend. Maar twijfelen doe ik niet. Ik droom maar van een ding en dat is uiteindelijk in het grote Oranje te komen.’
Wat vind je het leukste aan jouw club Pinoké?
‘Ik ben samen met een vriend van IJburg overgestapt naar Pinoké. Ik speel na zeven jaar nog steeds met hem samen. Ik hockey op een topclub. Dat is heel tof. Ik geniet ervan. Het niveau is goed, maar bij Oranje is het nog hoger. Daar moet je nog beter je best doen. Het is nog uitdagender en daar word ik beter van.’
Hoe ziet een wedstrijddag voor jou eruit?
‘De avond voor de wedstrijd ga ik op tijd slapen. Dat hoort er nou eenmaal bij. Op zaterdagochtend ga ik ook weer vroeg mijn bed uit. Zo kan ik in de ochtend nog wat rustiger aan doen. Rustig mijn hockeytas inpakken, ontbijten en mezelf klaarmaken. Dat kun je wel een ritueel noemen. Ik ben echt even met mezelf bezig. Met continu de wedstrijd in mijn hoofd.’
Wat is je mooiste hockeyervaring?
‘Ik denk het graagst terug aan mijn allereerste interland. Dat was een toernooi in Lille. Toch had dat duel ook een keerzijde. Na tien minuten viel ik geblesseerd uit. Een probleem met mijn knie. Daar baalde ik enorm van. Ik miste vervolgens vier of vijf wedstrijden. Gelukkig haalden we dat toernooi de finale. Toen mocht ik invallen. Dat maakte een hoop goed.’
Wie is jouw grote voorbeeld?
‘Mijn grootste voorbeeld is Jorrit Croon. Ik vind het heel vet dat hij zo’n jonge leeftijd is doorgebroken naar het Nederlands elftal. Hij heeft dat goed gedaan, dat vind ik erg knap. Ik hoop het zelf natuurlijk ook zo ver te kunnen schoppen, maar dat gaat lastig worden. Hij speelde op zijn zeventiende al een Olympische Spelen. Dat ga ik denk ik niet meer halen. Natuurlijk hoop ik wel later in het Nederlands elftal te spelen, dat is mijn grootste doel.’
Aan welke overtreding heb jij een hekel?
‘Ik kan er heel slecht tegen als iemand de bal wegtrapt of wegslaat als er al gefloten is. Dat vind ik irritant. Als het klaar is, laat je de bal gewoon liggen. Wat ik ook vervelend vind, is tikken op je voet. Bijvoorbeeld als je een verdediger voorbij bent. Een beetje naslaan dus.’
Hoe ziet jouw trainingsavond er uit?
‘Als ik thuiskom van de training ga ik als eerste eten. Dan heb ik honger. Vervolgens stap ik onder de douche en maak ik nog wat huiswerk. Soms praat ik nog even na over de training met mijn ouders. Zij zijn ook hockeygek. Meestal terwijl we samen op de bank zitten en tv kijken.’
Dan nog even jouw naam. Je kan altijd nog een carrière als artiest overwegen.
‘Haha, dat hoor ik wel vaker. Mensen kunnen er wel om lachen. Ik ben er blij mee. Misschien is het voor mijn hockeycarrière wel een voordeel. Een opvallende naam. Het is in ieder geval heel herkenbaar.’
Waar zien we jou over tien jaar?
‘Over tien jaar ben ik vijfentwintig en hoop ik in het Nederlands team te zitten. Daar droom ik van. En ondertussen een vaste waarde bij Pinoké. Ik wil niet naar een andere club. Ik ben blij waar ik zit. En kan niet wachten op mijn debuut.’
1 Reactie
paulienschous
mooie actie foto. met al dat oranje.