In Youngstars zetten we de nieuwe hockeyhelden van Nederlands O16 en O18 in de spotlight. Wie zijn ze, wat motiveert ze en waar dromen ze van? Deze week: Julius van der Putten (15). De talentvolle keeper van Schaerweijde JO16-1 en Nederlands O16.
Wat is een hockeymoment dat je nooit meer zal vergeten?
Julius van der Putten: ‘Mijn debuutwedstrijd tegen Duitsland met het Nederlands O15-team was er een om nooit meer te vergeten. We verdeelden de speeltijd tussen de keepers, waardoor ik in de tweede helft het veld in kwam. Helaas verloren we de wedstrijd wel, maar daarna speelden we nog shoot-outs voor een extra punt. Ondanks dat ik nog nooit eerder shoot-outs had gekeept, gingen ze verrassend goed. We wonnen ze en juist daardoor werd de hele wedstrijd en eigenlijk de complete ervaring extra bijzonder.’

Welke dingen zitten standaard in jouw keeperstas?
‘Ik heb altijd de keepershelm van mijn moeder mee. Mijn moeder is anderhalf jaar geleden overleden en sindsdien speel ik met haar helm. Mijn ouders waren vroeger allebei keepers en mijn moeder heeft helaas niet meer meegemaakt dat ik ben geselecteerd voor Oranje. Daarom draag ik haar helm als eerbetoon, dat betekent heel veel voor mij.’
Naar welke muziek luister jij voor een wedstrijd?
‘Ik vind housemuziek echt lekker. Ik zet het vaak al aan als ik ’s ochtends ga douchen. Ook draaien we het regelmatig met het team in de kleedkamer voor een wedstrijd om de sfeer erin te krijgen en iedereen op te hypen. Dat vind ik nog leuker, iedereen zit dan in dezelfde vibe. Dat geeft mij enorm veel energie. Daardoor voel ik me helemaal klaar voor een wedstrijd.’
Julius van der Putten. Foto: Rosalie Troost
Welke clubs hebben volgens jou het lekkerste eten?
‘Mijn oude club waar ik vandaan kom – De Kromhouters uit Tiel – heeft altijd ontzettend lekkere tosti’s. Die haal je gewoon in de kantine, maar ze blijven echt top. Bij Pinoké kregen we laatst als lunch na een wedstrijd enorme borden pasta. Die waren echt heerlijk. En dan kan ik Kampong ook niet overslaan, want daar krijgen we na de trainingen met Nederlands O16 altijd supergoede avondmaaltijden. Deze drie clubs staan daarom zonder twijfel in mijn top 3.
Waar zien we jou over 10 jaar?
‘Ja, ik hoop over tien jaar in heren 1 te spelen. Hopelijk bij Schaerweijde, want het lijkt mij heel gaaf om daar over 10 jaar nog te spelen, zeker ook in de hoofdklasse. Dat is het doel. En met het Nederlands team zou ik graag ook nog een EK willen mee maken. Ik wil gewoon een keer in een groot toernooi spelen, en als we dan ook voor de winst kunnen gaan dat lijkt mij al helemaal vet.’
Julius van der Putten. Foto: Joost Gijsbers
Wat is een typische Julius actie?
‘Ik ben best goed in relativeren, zelfs op lastige momenten. Als we een wedstrijd verliezen baal ik natuurlijk even flink. Maar daarna kan ik me alweer snel focussen op de trainingsweek die voor ons ligt en uitkijken naar de volgende wedstrijd waarin we het kunnen rechtzetten. Dat luchtige, nuchtere denken past wel bij mij. Ik wil niet te lang blijven hangen in dat vervelende gevoel, maar juist meteen werken aan beter worden.’
Wat is jouw grootste hockey afknapper?
‘Ik irriteer me niet zo snel aan dingen. Maar als mensen overdreven gaan doen en op het veld bijvoorbeeld naar de grond vallen, daar kan ik echt wel slecht tegen. Als ze een klein duwtje krijgen en er gelijk een kaart uit willen halen. Dat is wel een eigenschap van mensen die ik niet tof vind.’
Heb je ooit een blessure gehad?
‘Nee, gelukkig niet. Ik let altijd best goed op mezelf. Als keeper duik en val je natuurlijk veel, maar ik heb nog nooit iets gehad waar ik echt lang last van had. En ook als ik tijdens een training val, wil ik er nooit uit. Ik ga niet zomaar aan de kant zitten, ik wil gewoon doorgaan. Als het écht niet meer gaat dan moet je stoppen, maar als ik door kan spelen, dan speel ik door. Pijn of geen pijn. Ik vind het superbelangrijk om een training altijd af te maken.’
Julius van der Putten. Foto: Daan van Schuppen
Wat zou je nog heel graag willen leren op het hockeyveld?
‘Mijn coaching vind ik nu wel oké, maar ik wil daar echt nog beter in worden. Ik stuur mijn verdediging nu al best prima aan, maar ik wil eigenlijk nog meer betrokken zijn en ze echt goed kunnen helpen. Nu zet ik ze meestal gewoon op de man en zeg ik waar hun tegenstander staat. Dus meer van: pak je man of stap af en sluit aan. Maar ik wil ze graag meer meegeven, dingen waar ze echt iets aan hebben in het spel. En ik wil dat mijn verdediging erop kan vertrouwen dat ik ze goed aanstuur.’
Wat was jouw grootste hockey blunder?
‘Ik ging vroeger toen ik nog bij mijn oude club speelde, best vaak fel het duel in. Maar toen ik naar een andere club ging en op een hoger niveau kwam, merkte ik dat dat niet meer werkte. Die gasten waren gewoon veel slimmer en handiger en speelden me zo uit. Dus ik moest eigenlijk helemaal opnieuw leren verdedigen. In mijn eerste paar wedstrijden op dat hogere niveau werd voor mij snel duidelijk dat ik heel erg moest wennen. Voor mij was alles gewoon nog helemaal nieuw.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.