De appgroep van de Jong Oranje Dames sloeg maandagmiddag op tilt. Het WK in Zuid-Afrika, het hoogtepunt van hun jaar, stond weer op de agenda. Maar… er zitten wel wat haken en ogen aan het toernooi. Dat staat nu namelijk in april gepland. Middenin een drukke Hoofdklasse-periode.
Van 2 tot 13 april moet het dan toch gaan gebeuren in Potchefstroom. De locatie die eerder ook aangewezen werd door de FIH en ook opnieuw voorkeur kreeg van de wereldhockeybond. Maar wie de hockeykalender bekijkt, ziet dat er dan al een hele hoop te doen is. Speelrondes in de Hoofdklasse Dames op 24 en 27 maart en vervolgens ook op 10 april. Van 14 april (tot en met 18 april) start voor Amsterdam en Den Bosch de EHL, waar zes van de achttien eerder geselecteerde speelsters aan deelnemen. Tussendoor speelt het grote Oranje overigens nog twee keer tegen de Verenigde Staten.
Erik van Driel, bondscoach van Jong Oranje, moet in die periode elke week aan de bak met zijn clubteam; de mannen van HDM die om promotie strijden in de Promotieklasse. Ook zijn schema moet compleet op de schop. ‘Het is dubbel’, reageert Van Driel. ‘Dit is mooi nieuws natuurlijk. Deze groep verdient een toernooi. Er zijn meiden bij die nog nooit een toernooi hebben gespeeld met Jong Oranje. Maar ik vraag me af hoe we dit gaan inplannen.’
Eerst moet het programma rond zijn
Voordat Van Driel weer opnieuw aan zijn voorbereiding begint, moeten er eerst duidelijk komen. Kan het competitieschema worden aangepast? Zijn clubs eventueel bereid om speelsters tijdelijk te missen? Hoe is het toernooi in te passen in het bestaande programma?
‘Het belang van de speelsters staat voorop’, zijn de woorden van de bondscoach. ‘Zij zijn maar wat blij dat het toernooi doorgang vindt. Daar hebben ze met de opgezette lobby natuurlijk zelf aan bijgedragen. Maar het moet fysiek en mentaal ook uitvoerbaar zijn. Ze spelen tijdens het WK ongeveer zes wedstrijden in acht dagen. Dat is een piek, maar de volgende piek volgt met play-offs om zowel promotie als degradatie ook weer snel.’
Foto: Koen Suyk
Bovendien staat in de zomer alweer het volgende toernooi voor Jong Oranje op het programma. Dan wordt het EK gehouden, met de ‘nieuwe’ groep. Aangevuld met speelsters die overkomen van de U18-ploeg en derdejaars die inmiddels te oud zijn voor de jeugdselectie. Met die groep zou Van Driel nu eigenlijk mee van start zou gaan. ‘Het programma van die groep kunnen we geen half jaar stilleggen. Daar ga ik ook gewoon mee starten. Zij kunnen deze maand het krachtprogramma al draaien. Ook dat gaat door.’
‘Hoopte op januari of februari’
Als pleister op de wond speelde Jong Oranje een vierlandentoernooi in Valencia, afgelopen december. Dat toernooi werd glansrijk gewonnen. Toen hoorde Van Driel al dat er sprake was van het WK in april. ‘Toen ik dat toen hoorde, leek me dat vrij onwaarschijnlijk. Ik hoopte op januari of februari. April is onhandig. Niet alleen voor ons. De Duitse competitie start dan net en alle andere Europese competities zijn net als hier in volle gang.’
Ook de eigen planning van de speelsters moet weer onder de loep. Waar eerder studies tijdelijk stil gelegd waren, zijn die inmiddels weer opgepakt. ‘Nog meer studievertraging oplopen kan niet zomaar. Het is wel weer een bizar verhaal. Eerst gaat het wel door, dan niet. Dan weer wel. Dan een vierlandentoernooi. Een ding is zeker: deze lichting vergeet ik niet snel.’
Erik van Driel. Foto: Koen Suyk
1 Reactie
robdux
Het is heel simpel. Niet meedoen. Dit is onverantwoord. Men heeft kunnen zien hoe veel meiden geblesseerd en zwaar vermoeid na de Olympische Spelen terug zijn gekeerd. Sommige van deze meiden hebben nog steeds geen competitie wedstrijd kunnen spelen door blessures of mentale moeheid. Gaan we nu hetzelfde doen met Jong Oranje spelers? Ik neem aan dat er toch geleerd is van gemaakte blunders. Je kunt niet door en door blijven gaan op dit niveau. Volgens mij betalen de clubs de spelers en niet de KNHB.