Gewisselde Alessia Norbiato: ‘Mijn wereld stortte in’

Talent Alessia Norbiato (20) werd in Chili op het laatste moment vervangen door reserve Noa Muller, nadat ze griepverschijnselen kreeg. De dagen daarna checkte ze welke vluchten er terug naar Nederland gingen. Niet alleen uit verdriet, maar ook uit boosheid over de beslissing die was genomen. Maar ze zegt dat ze inmiddels de knop heeft omgezet.

‘Vanavond vieren we Sinterklaas. Ik ben benieuwd of de Sint ook helemaal naar Chili komt’, grapt het talent van Amsterdam dinsdagochtend, in het hotel in Santiago waar Jong Oranje verblijft. Norbiato kan gelukkig weer lachen. Ze heeft de eerste klap verwerkt.

Maar de afgelopen dagen was dat wel anders. ‘Nu gaat het gelukkig weer goed met me. Maar ik was boos. Als ik doodziek op bed had gelegen, had ik de keuze begrepen. Nu was dat een stuk moeilijker voor me. Achteraf had ik woensdag onze eerste wedstrijd [tegen Australië] gewoon kunnen spelen, vind ik.’

Het portret dat van Alessia Norbiato is gemaakt in aanloop naar het WK-21 in Chili. Foto: WorldSportPics/Frank Uijlenbroek

In Santiago kwamen bij Norbiato de eerste griepverschijnselen

Norbiato vertelt aan tafel in de ontbijtzaal wat er de afgelopen tijd in Chili in haar ogen is gebeurd. Op zaterdag speelde Jong Oranje een oefenwedstrijd tegen de Verenigde Staten, toen zij zich voor het eerst ziekjes voelde worden. Toen dacht ze nog dat het door de warmte kwam. In Santiago is het overdag tegen de 30 graden. Maar de volgende ochtend voelde Norbiato zich nog steeds niet kiplekker. Toen zij naar teamarts Sophie Baart stapte voor een paracetamol, gingen intern voorzichtig de eerste alarmbellen af. Besloten werd om Norbiato tijdelijk van de groep af te zonderen. Niet alleen vanwege de kans op besmettingsgevaar, maar ook om haar wat rust te gunnen zodat ze kon uitzieken.

Ontbijten deed Norbiato de dag erna niet samen met de speelsters, maar met de stafleden. Het uitje met de gondel naar Cerro San Cristóbal, de berg met een prachtig uitzicht over Santiago, sloeg ze over. Op maandag was ze fit genoeg om in het hockeystadion te zijn, maar speelde ze de oefenwedstrijd tegen Nieuw-Zeeland nog niet mee. In de nacht van maandag op dinsdag sliep ze slecht en zweette ze veel. De volgende ochtend ging het alweer wat beter. Haar temperatuur werd gemeten, maar ze had geen koorts: 36,5 graad. Er werd voor gekozen dat ze wel mee zou trainen, maar dan wel apart van de groep. En dat ze met de taxi naar het stadion ging in plaats van gezamenlijk met de spelersbus.

Maar vlak voor het begin van de training, de laatste voor de openingswedstrijd tegen Australië, veranderde alles. Norbiato werd plotseling de kleedkamer in geroepen. Ze was net bezig met haar veters strikken, toen bondscoach Dave Smolenaars naast haar kwam zitten. Hij deelde haar het slechte nieuws mee.

Noa Muller was de vervanger van Alessia Norbiato. Foto: WorldSportPics/Frank Uijlenbroek

‘Dat was een klap in mijn gezicht. Ik zag het totaal niet aankomen. Ik was opgelucht dat ik geen koorts had en voelde me juist weer wat beter’, zegt Norbiato. ‘Mijn wereld stortte in. Dave moest vervolgens al snel naar buiten om de training te gaan leiden. De fysiotherapeut en de teamarts bleven in de kleedkamer bij mij achter. Maar op een gegeven moment vroeg ik ze of ze weg wilden gaan. Ik wilde even alleen zijn. Een half uur tot drie kwartier zat ik in mijn eentje in de kleedkamer, om het nieuws te laten bezinken.’

Vanuit het perspectief van de technische staf gezien, speelden er een aantal zaken een rol in het nemen van de beslissing, liet Smolenaars eerder dit WK weten. Allereerst was het onduidelijk hoe haar griepverschijnselen zich verder zouden ontwikkelen. Met een beetje pech zou Norbiato de volgende dag doodziek op bed liggen. Nu kon de spelerslijst nog worden aangepast, zonder dat het een wissel kostte. Door Norbiato te vervangen door Noa Muller, kon Jong Oranje het WK in ieder geval met achttien fitte spelers starten.

Ik vond het niet eerlijk. Ik vond dat ik te makkelijk aan de kant werd geschoven. Het was niet zo dat ik doodziek op bed lag.

Bovendien mocht Norbiato nu nog worden aangewezen als reserve en mag ze dus bij een blessure eventueel invallen. Was er een dag gewacht en had de staf haar vervolgens alsnog moeten wisselen, dan had ze ook geen reserve meer mogen zijn. Bovendien kampte Norbiato nog altijd met een trainingsachterstand, vanwege haar knieblessure een paar weken daarvoor. Door de griepverschijnselen had ze die achterstand ook niet kunnen inlopen.

Norbiato: ‘Wat ik moeilijk te begrijpen vond, is dat er vooraf tegen mij is gezegd dat er in de poulefase ruimte was om te bekijken hoe het met mijn knie zou gaan. Mocht ik de behoefte hebben om het nog even rustig aan te doen, dan was die mogelijkheid er. Waarom gold dat dan niet voor mijn griepverschijnselen? Dat begreep ik niet. Dat vond ik niet eerlijk. Ik vond dat ik te makkelijk aan de kant werd geschoven. Het was niet zo dat ik doodziek op bed lag. Dáárom was ik boos. Het heeft echt door mijn hoofd gespookt om naar huis te gaan.’

Alessia Norbiato in het shirt van Amsterdam. Foto: Koen Suyk

Een belletje met Amsterdam-assistent Immink hield Norbiato in Santiago

Norbiato vertelt dat het zelfs zo ver ging dat ze op haar telefoon checkte welke vluchten er beschikbaar waren terug naar Nederland. ‘Ik vond het moeilijk om in Chili te blijven. Ik dacht: ik kan het niet aan om de hele tijd leuk te gaan zitten doen. En dan moet ik ook nog fit blijven voor de ieniemienie kans dat iemand geblesseerd raakt. Dan kan ik beter naar huis gaan.’

Uiteindelijk was het assistent-trainer Thomas Immink van Amsterdam die vanuit Nederland de gedachte uit haar hoofd praatte om alles en iedereen achter te laten en terug naar huis te vliegen. Hij belde haar twee dagen na het slechte nieuws. Immink en Norbiato kennen elkaar al jaren. Hij was haar trainer in de jeugd van Amsterdam. Het was een goed gesprek met hem, zegt ze. Toen ze ophing, wist ze dat ze bleef.

‘Door dat gesprek ging ik anders naar de situatie kijken. Thomas hielp me om de knop om te zetten. Hij zei dat ik al lang een vliegticket had geboekt als ik dat écht had gewild. Hij liet me ook inzien dat alles wat ik hier doe niet alleen voor Jong Oranje is, maar net zo goed voor Amsterdam. Als ik hier blijf trainen en mezelf fit houd, doe ik dat ook met het oog op de EHL en de play-offs.’

‘Bovendien blijft het prachtig om een WK mee te maken. Ook als reserve. Door Thomas zie ik dat nu gelukkig weer in. Ik ben hier met een leuke groep meiden waar veel vriendinnen van me in spelen. In Nederland is het ijskoud, maar ik zit lekker in het zonnetje, nota bene in Chili. Hoe vaak maak je dat nou mee? Ik ben twintig jaar, dit is mijn eerste en laatste jeugd-WK. Ik ben er trots op dat ik daarvoor in eerste instantie was geselecteerd. Daarom gun ik mezelf dit avontuur.’

Jong Oranje speelt woensdag in Santiago de kwartfinale van het WK-21 tegen Spanje, om 13.00 uur Nederlandse tijd.


Wat vind jij? Praat mee...