Eindelijk is het zover voor de Jong Oranje Dames. Na vele maanden wachten staat hun WK in Zuid-Afrika op het punt van beginnen. De eerste tegenstander is vrijdag Amerika, een land waar ‘onze’ Kiki Rozemeijer bijzondere herinneringen aan heeft.
Na een minuut of vijf in het gesprek komt Rozemeijer tot een bijzonder besef. ‘In Amerika kwam ik erachter dat ik dit echt wilde. Het hoogste eruit wilde halen. De beste hockeyster worden die ik kan worden. Die tijd daar heeft me een sterker persoon gemaakt. Iemand die weet wat voor doel ze voor ogen heeft.’
Aan het hek van het hoofdveld in Potchefstroom, normaal gesproken de mat van de plaatselijke North West University, vertelt de middenvelder van Pinoké over haar eigen jaar bij een college-team. Van 2018 tot 2019 speelde ze voor Duke University, in het oosten van de VS.
We trainden daar elke dag, vaak al om zes uur ’s ochtends. En daarna nog krachttraining. Kiki Rozemeijer over haar tijd in Amerika
Het brengt mooie herinneringen naar boven. ‘Ik was pas zeventien jaar toen ik die kant op ging. Wist nog niet goed wat ik wilde en besloot een ‘tussenjaar’ te nemen. Ik kon bij Duke gaan hockeyen. Ik leerde daar om met heel veel lef te spelen. In Amerika is het vooral ‘gaan, gaan en nog eens gaan’, vertelt Rozemeijer na de laatste training voor de start van het WK. ‘Het is heel opportunistisch. Geloven en proberen. Niet te veel nadenken, maar gewoon doen.’
Op de site van Duke zijn nog uitgebreide statistieken van Rozemeijer te vinden. Niet alleen gespeelde wedstrijden en goals – wat in Nederland al een unicum zou zijn -, maar ook haar gespeelde minuten en het percentage goals en schoten per duel. ‘Dat ziet er professioneel uit. En zo word je daar ook behandeld. Je krijgt megaveel kleding, een medische staf met allerlei dokteren en specialisten, echt niet normaal. We trainden daar elke dag, vaak al om zes uur ’s ochtends. En daarna nog krachttraining.’
Alles stond daar in het teken van zo goed mogelijk presteren op het veld. ‘Sommige spelers mogen naar die universiteit omdat ze goed konden hockeyen. Anderen speelden nooit – we hadden een grote selectie van 24 man -, maar klaagden daar ook nooit over. Echte teamplayers, die op training altijd hun uiterste best deden. Het was heel vet om mee te maken. Maar toen ik me hardop afvroeg wat ik graag wilde, wist ik dat ik weer naar de Hoofdklasse moest. Hoewel hockey in Amerika heel serieus wordt genomen, ligt het niveau in Nederland toch echt hoger.’
Anders dan de Nederlandse zesjescultuur
Ook als mens heeft Rozemeijer zich in dat bijzondere jaar ontwikkeld. ‘Ik heb daar geleerd om meer van mezelf te laten horen. In Amerika wordt heel erg gestimuleerd om uit te komen voor je eigen mening, anders sneeuw je onder. Het is heel anders dan de Nederlandse zesjescultuur. Als een docent iets vraagt, steekt iedereen z’n hand op. Iedereen wil de beste zijn. Dat heeft mij wel aan het denken gezet over mijn eigen toekomst.’
Een bijzonder deel van die toekomst begint morgen op het WK onder 21 jaar. ‘Het is fantastisch om hier te staan’, zegt Rozemeijer, terwijl ze de omgeving goed in zich opneemt. De tribunes, het aandoenlijke gebouwtje met ‘Hokkie kantoor’ erop. Het inspelen van Maleisië, dat na Oranje traint.
‘We hebben hier zo lang naar uitgekeken. De groep kent elkaar zo lang. Het voelt alsof je hier met een stel vriendinnen staan, die keihard voor elkaar willen vechten. We hebben samen ook wat tegenslagen gehad, zoals al die onzekerheid van het toernooi. Dat maakt ons zo hecht.’
Nog even en dan is het dus zo ver. Dan klinkt in Zuid-Afrika het Wilhelmus en The Star Spangled Banner, het volkslied van de VS. ‘Ik heb ‘m voor elke wedstrijd in Amerika gehoord. Maar eigenlijk ken ik de tekst nog steeds niet. Ik ga ‘m een beetje meeneuriën.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.