Mathijssen blikt terug op WK: ‘Goed toernooi, bittere nasmaak finale’

De Jong Oranje Dames speelden van 24 november tot 4 december een sterke Junior Hockey World Cup in Chili. In de finale verloor de ploeg echter met 4-2 van een sterk Argentinië. Bondscoach Rick Mathijssen blikt terug op het WK. ‘Gezien de omstandigheden hebben we het tot de finale heel goed gedaan. We hebben een goed WK gespeeld. Maar: we zijn ook allemaal winnaars. En dus blijft er na de verloren finale wel een bittere nasmaak hangen.’

Hoe kijk je terug op het WK?

‘Met mixed feelings. We hebben een goed WK gedraaid. Voor de finale hebben we alle wedstrijden gewonnen, steeds met minimaal vier goals verschil. Dat is heel goed. We hadden vooraf de pech dat Ginella (Zerbo, red.) en Marijn (Veen, red.) niet mee konden. En we hebben, in overleg met Alyson, besloten dat Xan (de Waard, red.) en Laura (Nunnink, red.) zich op school zouden richten en niet mee zouden gaan. En dan verloren we Michelle in de eerste wedstrijd, waardoor je het hele toernooi een wissel minder hebt. Daarnaast was zij ook een schakel in de strafcorner. Gezien de omstandigheden hebben we het tot de finale heel goed gedaan.’

‘De finale tegen Argentinië was een wedstrijd apart. Het was een echte vechtwedstrijd, tussen twee goede ploegen, die twee kanten op kon vallen. Wij startten goed, maar daarna pakten we een paar keer onhandig een kaart en gaven we tot twee keer toe een strafcorner weg. Van Argentinië was het natuurlijk klasse dat ze alletwee de strafcorners die ze kregen scoorden. Daar verliezen wij de wedstrijd op.’

Was het toernooi wel een goede voorbereiding op de finale?

‘Achteraf kun je zeggen dat Australië ook heel goed was, maar die troffen wij niet. We speelden zelf natuurlijk goed, maar een tegenstander als Argentinië hadden we daarvoor in het toernooi inderdaad zéker nog niet gehad. Al is dat geen excuus. Het momentum was, met al het Argentijnse publiek ook, voor Argentinië.

De sfeer in het team was goed, we hebben het ook goed afgesloten na de verloren finale. We hebben een goede zomer gedraaid, een goed WK gespeeld en veel geleerd. Maar: we zijn ook allemaal winnaars. En dus blijft er na de verloren finale wel een bittere nasmaak hangen.’

Wat vond je van het rendement uit de strafcorner?

‘We hebben gedurende het toernooi een strafcornerrendement van 33 procent gehaald. Dat vind ik heel goed, ondanks dat sommige tegenstanders minder waren. In de finale was het 20 procent en dat is voor een finale te laag. Daarin hadden we meer nodig. We hebben gedurende het toernooi weinig varianten gespeeld, omdat we hadden afgesproken dat niet te doen zo lang het niet nodig was. Je wilt je sleper, in dit geval Frederique Matla, vertrouwen geven, en ik denk dat ze het goed heeft gedaan. Het gaat om opleiden bij Jong Oranje, en we wilden haar opleiden tot cornervrouw.’

‘Wel zou ik een oproep willen doen aan jeugdspelers en speelsters om meer te trainen op de corner. Train op een specifiek onderdeel: dus in aangeven, stoppen, slepen of slaan. Het kan de kortste weg naar Oranje zijn. Paumen stopt nu, dan heb je daarna Caia van Maasakker die kan slepen, Lieke van Wijk en daarna houdt het wel zo’n beetje op. Ja Yibbi Janssen komt er nog aan. De jeugd moet daar veel op trainen, zodat we straks meer opties hebben.’

Zou je, achteraf gezien, iets anders hebben gedaan?

‘We hebben veel getraind op de corner, zowel aanvallend als verdedigend. Dat was echt hét item in aanloop naar het WK. Maar in de finale gaan er verdedigend wel twee van de twee in en aanvallend te weinig. Dus ik denk dat we moeten kijken of we daar nóg meer op kunnen trainen, of misschien op een andere manier.’

‘Daarnaast vond ik andere landen beter in de diversiteit in passtechnieken. De hoge bal, harde flats, die afwisseling. Daar is nog winst te halen voor Oranje. Aan de andere kant zag ik ook dat wij qua fysiek en kracht echt tegenstanders konden opblazen. En dat we qua verdedigende en aanvallende technieken voorop lopen.’

Bij Oranje Dames stoppen er veel. Waren de Jong Oranje Dames daar in Chili mee bezig?

‘Natuurlijk wisten ze dat Alyson Annan er was en dat ze wel beoordeeld werden op hoe ze speelden. En ze weten inderdaad ook dat er veel stoppen. Maar we hebben juist de focus gelegd op het WK. Daar hebben we hard voor getraind, en dat was het doel: in Chili goed zijn.’

‘We wilden dat iedereen zich goed zou ontwikkelen en dat is ook gebeurd. Iedere speelster had een persoonlijk ontwikkelplan en de persoonlijke doelen daaruit zijn gehaald gedurende het toernooi. Dat kunnen bijvoorbeeld mentale kwesties zijn of een leiderschapsrol oppakken. Maar ook veel dingen die we hebben gemeten. Dus bijvoorbeeld: hoeveel speelt een middenvelder in op een spits? Hoe vaak pakt een verdediger een bal af? Bijna alles is meetbaar. Alyson krijgt die rapporten ook. Ik heb ook veel contact met haar over Jong Oranje.’

Ga je zelf eigenlijk door?

‘Er is nog geen evaluatie geweest. Ik verwacht wel een belletje als de mannen terug zijn uit India. Daarna zullen we wel gaan evalueren. Zelf zou ik graag door willen. Ik ben vier jaar geleden assistent geweest, dat vond ik al leuk. Toen daarna heb ik twee jaar Nederlands A gedaan. Dat was ook leuk, maar anders. Bij Jong Oranje komen er weer wat andere dingen bij. Ook bijvoorbeeld hoe je je leven kunt managen om hockey heen. Dat totaalplaatje bevalt me goed.’

 


Wat vind jij? Praat mee...