Noor de Baat: ‘Maar één manier om dit met elkaar af te sluiten’

Het was een prachtig gezicht na afloop van de gewonnen halve finale (3-0) tegen India. Als een streep stak Jong Oranje het veld over. Van de dug-out naar de kant van de tribune. Waar ze een heleboel bekende gezichten tegenkwamen.

Aan de andere zijlijn stonden namelijk hun fans, overgevlogen uit Nederland. Ouders, broers, zussen, vrienden. De armen geopend voor de kersverse finalisten. Een knuffel. Een lief woord. En ook een paar traantjes.

‘Eerst gingen er paar naar de overkant’, zag Noor de Baat. ‘Toen keken we elkaar aan en besloten we allemaal te gaan rennen. Het is heel bijzonder dat bijna iedereen hier wel familie heeft zitten. Mijn ouders en broer zijn erbij. Ik wist wel waar ze ongeveer stonden.’

‘Het is al heel fijn dat zij hierbij mogen zijn’, zegt de middenvelder van Amsterdam. ‘En nog fijner dat we ook dicht bij elkaar mochten komen. In de weken vlak voor het toernooi mochten we niets, hebben we afstand gehouden. Waren de coronaregels nog heel streng.’ Een kort moment van besef: ‘Wat is het mooi dat dit allemaal weer zo kan.’

Noor de Baat met haar familie in Potchefstroom. Foto: Frank Uijlenbroek

De reactie van de dirigent

Dat besef en die ontlading kwamen na afloop van de eerste wedstrijd van dit toernooi, waarin Jong Oranje écht werd getest. In de kwartfinale tegen Zuid-Afrika stond Nederland bijna constant aan de goede kant van de score. Tegen India was het met name in de beginfase echt even aanpoten.

‘We waren in die eerste minuten niet scherp genoeg’, stelt De Baat. ‘We werden naar achteren gedrukt. India kwam er aantal keer goed uit. We schrokken daar niet van. Gelukkig bleven we rustig.’

Als een van de dirigenten van dit Jong Oranje, probeerde de spelbepaler haar team op sleeptouw te nemen. ‘Vooral door in de opbouw wat rustiger zijn. Zelf makkelijke ballen geven en aangeven dat anderen dat ook moeten doen. Als dat lukt, wordt het vanzelf minder haastig. Gaat het niet meer zo snel heen en weer.’

De goal over zeker zeven schijven

En juist uit dat combinatiespel kwam de openingsgoal van Tessa Beetsma, die de wedstrijd openbrak. Een schitterende treffer, over zeker zeven schijven. ‘Dat is er eentje die we vaak gaan terugkijken’, zegt De Baat glimmend van trots. ‘Volgens mij heeft iedereen die er toen instond, de bal aangeraakt. Daarmee lieten we aan onszelf zien wat we allemaal kunnen, als we het makkelijk houden. En daarna was het vooral vasthouden.’

Het duurde lang – tot zeven minuten voor tijd – voordat de bevrijdende tweede treffer, een rake backhandschuiver van Luna Fokke, kwam. De blijdschap na die goal was dan ook enorm. Eindelijk kreeg Nederland de weerstand, waar al het hele toernooi op gewacht werd. ‘Zeker. We wisten dat we het zwaar zouden krijgen en speelden zelf ook heel goed. Al zijn er ook wat mindere puntjes.’ 

Neem bijvoorbeeld de strafcorner. Jong Oranje kreeg er vijf, maar resultaat leverden de inzetten vanaf de kop van de cirkel niet op. ‘Die liep wat minder, inderdaad. Aan de andere kant: we maakten ook drie veldgoals, uit hele mooie aanvallen.’ 

Foto: Frank Uijlenbroek

Einde van een tijdperk

Daardoor kwam die aangename 3-0 eindstand op de borden te staan. Volgende halte: de finale, aanstaande dinsdag. Uiteraard is dat vooral de ultieme kans op een gouden plak. Maar het is ook de laatste wedstrijd van De Baat bij Jong Oranje. Een einde van een tijdperk.

‘Het is al geweldig dat we de finale mogen spelen. Weten dat we wereldkampioen kunnen worden’, countert De Baat. ‘Dat het voor mij én een heleboel anderen de laatste keer is in dit team, dat besef ik nog niet helemaal.’

Ze denkt er even kort over na. ‘Er is maar een manier om dit met elkaar af te sluiten. Zodat we deze tijd met elkaar mooi kunnen beëindigen. Zeker na dit heftige jaar, wat we achter de rug hebben.’

Het woord hoeft niet eens te worden uitgesproken. Het is meer dan duidelijk. Jong Oranje heeft in Potchefstroom maar één missie. Goud.  

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Watch.Hockey (@watchdothockey)


Wat vind jij? Praat mee...