Daan Taphoorn is op het WK in Kuala Lumpur de sluitpost van Jong Oranje. Hij won in aanloop naar het toernooi de lange keepersstrijd van zijn concurrenten. De twintigjarige goalie weet wel wat knokken is. Vier jaar geleden vocht hij zich terug na een openhartoperatie.
Eigenlijk twijfelt Taphoorn een beetje. Wil hij tijdens het WK die zware ingreep ter sprake brengen, die hem een heel hockeyseizoen kostte? De keeper wil geen aandachttrekker zijn. Na even nadenken besluit-ie toch zijn verhaal te vertellen. Om te laten zien dat je altijd mag dromen van nieuwe doelen en uitdagingen. Ook al lijken die op sommige momenten extreem ver weg.
Op de hoogste etage van het spelershotel neemt Taphoorn ons mee naar een doodgewone dag in de zomer van 2019. Hij schrikt vroeg op de ochtend wakker. De aanstaande vwo5-scholier voelt dat zijn hartslag onregelmatig is. Soms even overslaat en daarna juist weer snel gaat. Hij kan het niet plaatsen. Ja, hij had geregeld last van kortademigheid. Maar verder was hij een kerngezonde jongen van zestien jaar. Had er net een vol seizoen opzitten met de B1 van Amsterdam. Was een talent dat altijd meedeed om de nationale jeugdselecties. Een topsporter-in-spe.
‘Opeens een hartpatiënt’
Hij deelt zijn klachten met zijn ouders. En ze besluiten naar het ziekenhuis te gaan. ‘Eerst deed ik er vrij luchtig over’, vertelt Taphoorn aan een tafeltje in het restaurant. ‘Het was vooral fijn als we zeker wisten dat er niets loos was. Want wat zou er moeten zijn? Ik maakte me helemaal niet druk. Dat gebeurde pas toen de dokter wel heel lang naar de scan bleef kijken.’
‘Opeens was ik een hartpatiënt. Iemand met een probleem.’
Er bleek namelijk een gaatje tussen de kamers van zijn hart te zitten. En dat zette zijn leven op de kop. ‘Achteraf bleek dat ik maar zeventig procent zuurstof binnenkreeg. De arts constateerde dat dit gaatje niet direct fataal zou worden. Maar als ik lang zou wachten met een operatie, was de kans groot dat ik over een jaar of dertig serieuze klachten zou krijgen. Het was dus wel slim om in te grijpen.’
Een paar weken later was het zover. ‘Ze zijn zes uur met mij bezig geweest. Om er goed bij te kunnen, hebben ze mijn borstkas echt open moeten maken. Het gebeurt weleens dat daardoor een rib breekt. Maar dat is minder belangrijk dan een hart, natuurlijk.’
Een stukje koeienhart als oplossing
Taphoorn vertelt er vrij gemakkelijk en gedetailleerd over. Het onderwerp ligt niet meer gevoelig. ‘Mijn hart heeft vier uur lang stilgestaan bij de operatie. Anders kunnen ze er niet mee aan de slag. En ik zal je nog iets anders geks vertellen. Weet je hoe ze dat gaatje hebben gedicht? Met een stukje koeienhart. Gek hè, dat zoiets in mijn lichaam zit?’
Hij trekt even zijn shirt omhoog in het lege restaurant van het hotel. Toont een litteken van zo’n twintig centimeter op zijn borstkas.
‘Dit zal voor altijd wel blijven. Ik merk dat nieuwe teamgenoten er soms even naar kijken onder de douche. Wat heeft hij nou? Het is geen geheim. En het bepaalt nu niet meer mijn leven. Maar alles heeft wel veel langer geduurd dat ik had gedacht.’
Een verloren jaar
Want in totaal moest Taphoorn drie keer onder het mes. ‘Misschien is het naïef, maar ik dacht dat ik na een paar maanden wel weer kon hockeyen. Nou, mooi niet. Er traden allerlei complicaties op, waardoor ik een heel seizoen niets kon doen. Moest ik terug omdat de ijzerdraadjes waarmee ik was gehecht eruit staken. Ik was ook echt niet fit. Een griepje kostte mij twee weken. Ik had nul weerstand. Gelukkig ging ik dat jaar wel over op school. Maar verder heb ik vooral in bed gelegen. Het was echt een verloren jaar. En vlak daarna kwam corona. Lag alles weer stil.’
Na dat ongewenste pauzejaar was Taphoorn blij toen hij de teamindeling zag bij Amsterdam. ‘Ik was altijd eerste keeper in mijn lichting. En dat veranderde daarna niet. Dat vond ik mooi van de club, dat daar geen aarzeling in zat. Ik zat gewoon in de A1. Het begin was wel moeilijk. Ik vond het soms eng. Mijn borstkas was een gevoelige plek geworden. Het was niet bepaald lekker als ik daar geraakt werd. Daardoor heeft mijn sponsor een speciale bodyprotector gemaakt. Met een extra metalen plaat erin. Het was de dikste protector aller tijden, haha. Ik heb dat ding twee jaar gedragen. Daarin voelde ik me goed en durfde ik weer.’
De scherpe randjes van deze bijzondere episode in zijn leven, die zijn er wel vanaf. Maar desgevraagd geeft hij wel toe dat hij bang is geweest. ‘Vooral vlak voor de operatie. Dan krijg je zo’n hele lijst wat er allemaal mis kan gaan. Dat is nogal wat. Bizar om dat zwart op wit te zien. Opeens was het spannend. Zou ik goed wakker worden? Zou het inderdaad beter zijn zo? Dat ging wel even door mijn hoofd.’
De coole constatering
‘Ik denk er niet meer dagelijks aan. Heb ook nergens last meer van. Heb eens in twee jaar een check, that’s it. Ik krijg zelfs dertig procent meer zuurstof. Dat scheelt echt veel. Maar wanneer er hoogtepunten zijn, dan schiet het wel even door mijn hoofd. Toen ik bij Amsterdam Heren 1 mocht komen, het seizoen na de A-jeugd. Vorig jaar, toen we het EK wonnen met Jong Oranje. En een paar weken geleden, op het moment dat ik werd geselecteerd voor het WK. Dan denk je wel terug aan de afgelopen jaren. En dan is het heel cool om te constateren dat je nu hier staat. Ik ben altijd van tophockey blijven dromen. Geloofde erin dat het goed zou komen.’
Hij kijkt uit het raam van de wolkenkrabber. Verdieping 35, een skyline waar je u tegen zegt. Een hoop futuristische gebouwen, tegen een achtergrond van groene bergen. ‘Ik ben te nuchter om te zeggen dat ik trots op mezelf ben. Maar ik ben wel blij hoe het is gelopen. Ik ben topfit, sta op het WK én ik ben geen hartpatiënt meer.’
2 Reacties
dvandepol
Klasse Daan! Trotse keeperstrainer! En je 1e sessie was alsof je niet weggeweest was! :)
hansb
Fijn Daan ,goed om te horen Dat wij van verbunthockey daar ons steentje aan bij hebben kunnen dragen.💪