De Jong Oranjemannen zijn op het WK in Kuala Lumpur uitgeschakeld voor het eremetaal. In de kwartfinales verloor Nederland dinsdagochtend met 4-3 van India. Hierdoor kan de ploeg van Jesse Mahieu hoogstens nog als nummer vijf de boeken ingaan op dit toernooi.
Zeven strafcorners kregen ze. Allemaal in de laatste anderhalve minuut. Er was van alles geprobeerd. Van directe pogingen tot ingenieuze varianten. Een serie waar geen einde aan leek te komen. Een slotoffensief in optima forma. Eentje die hard nodig was, vanwege de 4-3 achterstand. Om het tij nog te keren. Te veranderen wat dreigde mis te gaan. Het was de zoveelste bizarre wedstrijd die ze in Maleisië afwerkten.
Maar in de kwartfinale lukte het niet om voor een vrolijk einde te zorgen. India kwam wonderbaarlijk terug, nadat ze bij rust kansloos leken. De laatste corner mocht Jong Oranje een halve minuut voor tijd nemen. Toen ook die poging werd verijdeld, wisten ze hoe laat het was.
Tijd om heel hard te balen.
Ze speelden bij vlagen geweldig, kregen een gigantisch mooi cijfer voor amusement. Maar dinsdag kwam Nederland op het bepalende moment tekort. Het gebeurde na die twee rustdagen waarin Jong Oranje alle tijd had om zich voor te bereiden op het grote werk. De knock-outs. Die kwamen op een moment dat Nederland al toernooi-rijp was geworden, zo leek het. Door de slow start (3-3 tegen Pakistan) kwam het mes al rap op de keel te staan. Het groepsduel tegen België, dat met 5-3 werd gewonnen, voelde al als een alles-of-niets-wedstrijd.
Jong Oranje had dus al recent ervaring met ‘presteren op het juiste moment’. Dat is al iets wat de twee Nederlandse onder 21-generaties hiervoor niet bereikten. Zowel in 2018 als 2021 was voor Jong Oranje de kwartfinale het eindstation op weg naar de hoofdprijs. Meer dan plek zeven (2018) en plek vijf (2021) zat er toen niet in.
Het begon allemaal zo mooi
Dit jaar zal Jong Oranje ook de laatste vier niet halen. Terwijl het allemaal mooi begon. De eerste kans van de wedstrijd leverde namelijk meteen een strafcorner op. Timo Boers deed wat hij ook al deed in de beginfase tegen de Belgen. Toen pushte hij na negen minuten de eerste corner binnen, ditmaal had hij er maar vijf minuten voor nodig: 1-0.
Een start die Nederland rust gaf. Rust om lekker combinatiehockey te spelen. Tak-tak-tak. India kwam er geen seconde aan te pas in de beginfase. Zo dominant was Jong Oranje alleen in de eerste helft tegen Nieuw-Zeeland geweest, de ploeg die puntloos richting het afvoerputje van dit toernooi ging; de strijd om plek negen.
Maar net als tegen de Kiwi’s duurde het even voordat Nederland die overmacht uitbuitte. Kansen waren er zat. Nog twee corners van Boers, een naastgeschoten backhand van Lucieer. De 2-0 van Pepijn van der Heijden kwam dan ook als geroepen. De tweede cornerman van Jong Oranje mocht de vierde poging vanaf de kop voor zijn rekening nemen en deed dat voortreffelijk: hij vond precies het gaatje tussen de keeper en de lijnstop.
Pas in de laatste tien minuten van de eerste helft kwam India voor het eerst een beetje aan hockeyen toe. De nummer twee uit poule C had een wisselvallige poulefase achter de rug met overtuigende zeges op Zuid-Korea (4-2) en Canada (10-1), maar verloor ook verrassend ruim van groepswinnaar Spanje (4-1). Ze kregen in die sterkere fase tegen Jong Oranje een corner en een schotkans, die beiden een prooi waren voor keeper Daan Taphoorn.
Wankelen als een beginnend koorddanser
Er was nog geen vuiltje aan de lucht voor Nederland. Maar oh, wat veranderde dat weer plots. Ook een eigenschap die dit team maar niet los kan laten. Het was aan het begin van kwart drie alsof het weer de tweede dag van het toernooi was. De eerste poulewedstrijd tegen Pakistan. Daar verknalde Jong Oranje binnen no-time een 2-0 voorsprong. En dat gebeurde nu weer. Na de gelukkige aansluitingstreffer van Aditya Lalage raakte Nederland het spoor echt even bijster. India rook bloed, scoopte naar de cirkel en Boris Aardenburg sprong voor de bal die onderweg was naar de aanvaller. Gevaarlijk spel, oordeelde de scheidsrechter, die tot ontzetting van Nederland naar de strafbalstip wees.
Arijeet Singh pushte feilloos binnen en gaf India nog meer vuur. 2-2 door twee goals binnen twee minuten. Een fatale fase van Jong Oranje, dat wankelde als een beginnende koorddanser. Nederland kwam heel goed weg toen Sudeep Chirmako kort daarop ook opdook voor Taphoorn en de paal raakte. Het was een bizar verschil met die zorgeloze eerste twintig minuten. Met pijn en moeite herpakte Jong Oranje zich. Begon weer wat meer duels te winnen. De passes waren net wat scherper.
Het gevolg waren corners. Drie op rij. Nummer één en twee – allebei via Van der Heijden – leverden niets op. Bij de derde besloot Jong Oranje een variant te spelen. En dat was een uitstekend besluit. Van der Heijden sleepte ‘m ditmaal niet op doel maar op de stick van Hortensius, die prachtig de 3-2 binnentipte. Dat gaf lucht, natuurlijk. Maar beslissend was het nog niet. India hield aan het begin van Q4 druk op de Nederlandse cirkel. Voerde het tempo op. Kreeg een corner. En sloeg daarna toe over een aanval over rechts. Het was weer gelijk, 3-3. En wederom was daar de instabiliteit van Nederland, dat kort na de gelijkmaker een Indiër in kansrijke positie over de bal heen zag maaien.
Ze stonden weer aan het randje van de afgrond. En ze vielen in het ravijn. India kreeg drie corners op rij, waarvan de laatste door aanvoerder Uttam Singh erin werd getipt. Dat gebeurde een kleine vier minuten voor tijd. Nederland haalde meteen keeper Taphoorn naar de kant. Zette alles op alles, smeet alle kaarten op tafel. Het gevolg was die cornerregen. Zeven mislukte pogingen later boog Jong Oranje het hoofd.
De vijfde plaats is weer het maximaal haalbare voor Nederland, dat nog nooit het WK onder 21 jaar won. Daar komt ook deze editie geen verandering in.
1 Reactie
TJSmit
Hup India! Hopelijk snel weer serieuze medailles!