Aanvoerder Bukkens: ‘Kom liever thuis met goud, dan lading goals’

Hij voelde zich niet helemaal lekker. Kampte in aanloop naar zijn laatste EK met een griepje. Maar Miles Bukkens (21) was precies op tijd fit. Want nog een jeugdtoernooi laten schieten, dat gaat hij echt niet laten gebeuren. ‘Ik heb het WK gemist, dus moet ik me nu laten zien.’

Terwijl hij in het bewolkte maar warme Terrassa op het complex van Atletic aan de ene kant van het veld druk bezig is met het uitvoeren van zijn shoot-out, moet hij zich alweer melden bij de andere kop van de cirkel. Hij steekt als de wiedeweerga over, want ook de aanvallende strafcorner mag Bukkens niet missen. De aanvoerder heeft een groot aandeel in de ploeg van Jesse Mahieu. 

Dat zien de leeftijdsgenoten uit Turkije ook. De toernooidebutant kijkt zaterdagmiddag met grote ogen naar wat Jong Oranje laat zien. De verwachtingen zijn hoog. Want hoewel het WK in Maleisië afgelopen december niet ging zoals gewenst – de ploeg sneuvelde in de kwartfinale en werd uiteindelijk vijfde, is de groep wel de Europese titelverdediger in de voorstad van Barcelona. 

Vastberaden om zijn Oranje-jeugd goed af te sluiten 

En daar is smaakmaker Miles Bukkens zich maar al te goed bewust van. Terwijl het zweet nog van zijn voorhoofd druipt, begint Bukkens aan de rand van het veld zijn verhaal. ‘Dit is mijn laatste EK, dus ik ga er alles aan doen om dat zo mooi mogelijk af te sluiten’, vertelt de Amsterdammer, die inmiddels al drie interlands op zijn naam heeft staan.

Timo Boers en Miles Bukkens spelen nu als aanvoerders het EK met Jong Oranje, maar maakten vorig jaar samen hun debuut in Oranje. Foto: Willem Vernes

Dat hij al eens mocht proeven aan het grote Oranje, heeft hij mede te danken aan zijn allereerste optreden met Jong Oranje. De toen 17-jarige Bukkens ging als broekie mee naar India voor het WK in 2021. Na een goed EK met U18 eerder dat jaar waagde Mahieu een gokje door de spits mee te nemen. Een sprong in het diepe, maar zwemles was absoluut overbodig. Want de tiener maakte in zes wedstrijden achttien doelpunten. De een nog mooier dan de ander. Hoewel het resultaat tegenviel, had Bukkens geen beter visitekaartje af kunnen geven. Het was geen kwestie of, maar wanneer bondscoach Jeroen Delmée contact met hem zocht. 

Als hij nog eens nadenkt over die achttien treffers, verschijnt er een lach op zijn gezicht. Hij realiseert zich zelf ook wel dat het een bizar aantal is. ‘Er deden toen wel wat minder goede teams mee dan nu’, is hij eerlijk. Jong Oranje speelde bijvoorbeeld een wedstrijd tegen Amerika, die met 14-0 werd gewonnen. ‘Ik kom bovendien ook veel liever thuis met een titel dan met een lading doelpunten.’

Een lading doelpunten. Precies wat er op het vorige WK een half jaar geleden zo miste. Bukkens was er niet bij, omdat hij eerder dat jaar zijn meniscus scheurde. Hij deed er alles aan om op tijd fit te zijn, maar dat mislukte. ‘Tijdens het WK herstelde ik in Thailand en Bali. Ik zat in dezelfde tijdszone als die gasten. Ik heb alles gevolgd. Ze speelden echt goed. Maar ze maakten het alleen niet af.’

Miles Bukkens in 2021, juichend na zijn treffer op het WK U21 in India. Foto: FIH

‘Scoren doe ik het liefste’

Er ontbrak een killer. Een afmaker met stalen zenuwen. Iemand die doelpunten maken op zijn CV heeft staan. Een profiel waar Bukkens zich wel in kan vinden. ‘Jesse verwacht van me dat ik dit toernooi veel rendement ga halen. Dat vind ik een mooi doel’, vertelt hij. ‘Daar krijg ik ook geen stress van. Dat wordt altijd van me verwacht. Scoren doe ik ook het liefste. En stiekem is het ook wel fijn om te horen dat ze je het vorige WK gemist hebben.’

Hoeveel goals ik ga maken? Ik hoop zes. Zes goals in vijf wedstrijden. Drie mooie en drie lelijke. Miles Bukkens

Hoeveel gaat hij er dan maken in Terrassa? Bukkens moet lachen. ‘Ik hoop zes’, zegt hij, terwijl hij in zijn hoofd geteld heeft. Zes goals in vijf wedstrijden moet volgens zijn berekening lukken. ‘Drie mooie en drie lelijke’, voegt hij eraan toe. Dat moet volgens hem genoeg zijn om de titel te prolongeren. En zich in de kijker te spelen. Want hij is vastberaden dat Oranje-tenue nog vaker aan te doen, dan alleen komende week. 

En dan zijn niet alleen doelpunten belangrijk. Er is nog voldoende werk aan de winkel voor de trucjeskoning. ‘Ik moet werken aan mijn snelheid. Sneller worden op grote afstanden. Het tempo bij Oranje ligt zo hoog. Zeker met counters. Er zit zoveel snelheid in de aanval. Ik heb er oefeningen voor gekregen en ben ermee aan de slag met mijn looptrainer.

‘Ik moet op dit EK gewoon mijn best zijn’, besluit de spits. ‘Laten zien dat ik klaar ben voor de volgende stap. Daar ga ik alles aan doen. Ik wil na zeven seizoenen in nationale jeugdelftallen namelijk nog jaren in Oranje spelen.


Wat vind jij? Praat mee...