EK 18 | Oranje uitgeschakeld: ‘Niemand hoeft zich te schamen’

De droom van de Oranjejongens op het EK U18 in Lille is al na twee wedstrijden uiteengespat. Na pijnlijke nederlagen tegen Frankrijk en België rest de ploeg van bondscoach Peter Jonker slechts de verliezerspoule. ‘Ik vond ons vandaag grotendeels superieur hockeyen. Maar we belonen het niet. Dat is ongelofelijk stom.’

Toen maandagmiddag in Lille het laatste fluitsignaal klonk, zakten de Oranjejongens in elkaar. Lucas Corstens, Pepijn Schras, Boaz Houben. Een voor een staarden ze naar de grond. Verslagen en verdrietig. Want er moest gewonnen worden van de Belgen, om uitzicht te houden op de halve finale. Maar het rendement ontbrak, net als in de eerste wedstrijd tegen Frankrijk.

Ook bondscoach Peter Jonker had moeite de nederlaag te bevatten. Hij zocht naar woorden, maar kon zelf ook nog niet helemaal begrijpen waar het precies misging. Van verschuilen was geen sprake. ‘Je moet natuurlijk niet zeiken, want we hebben gewoon twee keer verloren. Hockey is geen jurysport. Maar ik vond ons vandaag erg goed spelen.’

‘Bijna onmogelijk dat we verloren hebben’

Dat zat vooral in het veldspel. En daar had Jonker ook wel gelijk in. Nederland had de bal, bepaalde het ritme, maar kwam nauwelijks tot echte kansen. ‘Het gaat niet om hoe je speelt, maar om hoe je het afmaakt’, was hij duidelijk. ‘Dat lukte ons vandaag niet. Als je naar de statistieken kijkt, is het bijna onmogelijk dat we verloren hebben. Maar dat is wel de realiteit. We hebben veel te weinig gescoord.’

Een balende Jurre Bunte. Foto: WorldSportPics

Dat was niet alleen maandagmiddag tegen België het geval, maar ook al een dag eerder tegen Frankrijk. Tegen het gastland haalde de ploeg bijvoorbeeld acht strafcorners, maar ging er niet een raak. ‘Je kan een hoop verzinnen, maar dit is wat het is. Ik heb absoluut het gevoel dat er meer in zat, maar we zijn in het maken en creëren van kansen zwaar te kort geschoten. Allebei de wedstrijden. Maar geloof je, niemand mist expres.’

Jonker is inmiddels drie jaar verantwoordelijk voor het nationale U18-team. Hij heeft al meerdere lichtingen onder zijn hoede gehad, maar over deze groep was hij misschien wel enthousiaster dan ooit. In april was de selectie nog de allerbeste tijdens de paassstage. De tegenstanders van toen: Polen, Frankrijk en Spanje. ‘Laten we maar zeggen dat het goed is voor het hockey dat andere landen opkomen. En dat meen ik ook. De Franse jongens spelen grotendeels intern samen. Dat werpt nu zijn vruchten af. Kijk ook naar Engeland: dat land stond gisteren bijna op winst tegen Duitsland’, beschrijft hij. Maar dat verzacht de pijn natuurlijk niet. ‘Ik had veel meer gewild. Maar als ik objectief kijk, kan ik de jongens echt helemaal niks verwijten. Niemand hoeft zich te schamen voor wat ze gedaan hebben. Ik vond ons vandaag grotendeels superieur hockeyen. Maar we belonen het niet. Dat is ongelofelijk stom.’

Verdriet in de dug-out. Foto: WorldSportPics

Jonker begrijpt dat de verwachtingen van de buitenwacht hoger waren. Dat je als Nederland zijnde, eigenlijk gewoon een zekerheidje bent voor de halve finale. ‘Ik hoorde iemand op de tribune zeggen dat als we nog drie weken door hadden gehockeyd, we alsnog geen goal gemaakt zouden hebben. Dat beaam ik niet, maar ik begrijp de opmerking. De jongens zijn in de breedte een stuk vaardiger dan de meeste andere landen, maar dat is lastig te zien van buitenaf’, vertelt hij. ‘Ik wil me niet indekken, maar er lopen hier in Lille zes echt goede elftallen rond. Spanje, Engeland, Duitsland, België en Frankrijk. En daar horen wij ook bij. We zijn een serieuze titelkandidaat, maar hebben het gewoon niet goed gedaan.’

‘We moeten leren van tegenslagen’

Jonker moet zijn manschappen bij elkaar rapen, om de laatste poulewedstrijd (woensdag tegen Schotland) goed af te sluiten en in de verliezerspoule straks te laten zien dat Oranje de kwaliteiten wel in huis heeft. ‘Je kan er natuurlijk op twee manieren uit gaan. Als je geen knikker geraakt hebt, of als je het gevoel hebt dat het erin zat. Voor ons geldt het tweede. We gaan nu niet ineens wat losser doen, nu we meedoen aan de onderkant. Het blijft een opleidingstoernooi. We moeten leren van tegenslagen. En nog drie keer heel goed spelen. Met de pest in je lijf.’

Dan is een vijfde plek het maximaal haalbare. En Jonker weet dat dat allerminst vanzelfsprekend wordt. ‘We gaan onze geest verzetten en alles laten zien. Het wordt ingewikkeld, dus heel interessant.’

Mees Wehmeyer en Peter Ausema lopen er beteuterd bij. Foto: WorldSportPics


10 Reacties

  1. m-vos

    Het verbaast me wel dat in een land als Frankrijk waar het totale aantal hockeyers ongeveer 1/15 (schatting volgens Chat gpt ;)) is van wat wij in Nederland hebben icm de beschikbare kennis en faciliteiten, wij het met ons nationale jeugdteams afleggen tegen deze jongens. Frankrijk is misschien een extreme vergelijking maar ook in landen als Spanje, Duitsland, Engeland en Belgie hockeyen veel minder jongens en die zijn toch vaak beter dan die van ons. Waar ligt dat aan? Betere training? Mentaliteit? Opleiding? In de senioren trekken we dit verschil vaak wel weer recht...maar toch

  2. robert-louet-feisser

    wij hebben ten opzichte van andere landen gelijkwaardige/sterkerere selecties.. dus daar zou het niet aan moeten liggen.. ik heb wel het gevoel dat we af en toe totaal ten onder gaan aan patronen en opdrachten.. een mooie actie maken lijkt af en toe wel verboden..

  3. hjschras

    Heb de wedstrijden niet gezien maar eens met de trainer om in de komende wedstrijden alles te geven op behalen van resultaten.

  4. hermanveen

    Tegenvallende prestaties van NL jeugdteams komt mede door het overwegend ons-kent-ons selectie- en omgangsbeleid, waardoor lang niet altijd de beste spelers en met de beste mentaliteit in de selecties zitten.

  5. Reinout van Leeuwen

    Collectief, goede tactische uitvoering & 'wat te bewijzen hebben' als 'niet' hockey land blijken telkens weer factoren van invloed.

  6. robdux

    Dat zeker. Bij de meeste teams staat tot en met o15 (regioselecties, steunpunten, nlo15) heel matig kader. Op veel (grote) verenigingen is het kader gewoon echt beter. Waarbij ik niet denk dat structureel de verkeerde kinderen worden geselecteerd. Het is ook niet zo erg dat nl een keer niet bij de beste teams zit.

  7. w-j-arriens

    Als je resultaat wilt halen, moet je op resultaat selecteren. Dat gebeurt duidelijk niet. Als je kijkt naar waar het in werkelijkheid om gaat, nml wie of wat komt er uiteindelijk in het grote Oranje terecht, dan denk ik niet dat er een relatie te leggen valt. Daar zitten teveel jaren, nivo en ervaring tussen. Dus het blijft voor deze groep spelers een leuke prestatie om geselecteerd te worden en toernooien te spelen, maar verdere waarde zit er voor niemand in. Waar het om gaat is wie komt er in het grote Oranje, en dat komt pas later aan de orde.

  8. adt

    Deze coach legt de lat wel erg laag voor het grootste hockeyland van de wereld

  9. GabyvanHout

    Zolang je niet weet wat een land als bijvoorbeeld Frankrijk aan opleiding doet is het gissen. Maar ook bij de onder 21 jaar ( mannen) eindigt Frankrijk al 12 jaar boven Nederland. Gelukkig vind ik dat niet ze erg, maar Nederland mag zich best schamen.

  10. m-vos

    Hoi adt en Gaby Zo met jullie eens.... Het is en blijft gewoon een slechte zaak dat wij in een sportland als Nederland waarin hockey toch echt wel een grote teamsport genoemd mag worden, zo worden ondergesneeuwd door de met respect 'kleine' hockeylanden. We moeten volgens mij niet alles gaan dood analyseren maar gewoon hard trainen..... Ik wordt daarom ook altijd wel blij van de over mn lijk gedachten van bijvoorbeeld Dames 1 van Den Bosch en de heren Delmee en Verboom. Niet lullen maar poetsen.....


Wat vind jij? Praat mee...