In deze rubriek geven we talenten van Nederlands Onder 18 en Onder 16 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Jan van ’t Land (17), middenvelder en aanvaller bij HGC Heren 1.
Wat is een typische Jan-actie?
‘Ik denk dat een typische actie voor mij eentje op hoge snelheid is. Het liefst twee loop ik gelijk twee mannetjes voorbij. Ik gebruik graag een lichaamsschijn, maar een trucje in de lucht werkt vaak ook goed. Ik maak mijn acties altijd op gevoel en intuïtie. Ik train wel goed op verschillende trucjes zodat ik er altijd één paraat heb om op terug te kunnen vallen.’
Wat is voor jou het verschil tussen Nederlands O18 en jouw eigen team bij je hockeyclub?
‘Het is een groot verschil. Ik speel bij mijn club in Heren 1. We spelen Hoofdklasse, dus daar gaat alles enorm snel. Iedereen is daar ook ouder dan ik. Bij Nederlands O18 is het spel jeugdiger. Is ook logisch, veel jongens daar spelen in de A. Ik denk dat het een voordeel is dat ik ook wekelijks met heren speel, daar leer je veel van. Ik hockey daar vooral in een taak. Bij Nederlands heb ik een vrijere rol, daar kan ik iets meer mijn eigen ding doen.’
Wie is jouw grote voorbeeld?
‘Jorrit Croon is mijn neef. Dat is leuk, maar hij is ook echt mijn voorbeeld. Tegen hem kijk ik op. Als ik Jorrit weer een gaaf trucje zie doen tijdens een wedstrijd, probeer ik dat na te doen. We hebben goed contact dus hij geeft mij vaak tips. Soms vraag ik ook om advies als ik even niet meer weet wat ik moet doen, dat hij mij dan kan helpen is erg fijn. Jorrit is het beste in zijn magische acties. Ze ontstaan vaak uit het niets, moeiteloos loopt hij dan tussen drie man door. Ik zou het natuurlijk te gek vinden om ooit samen met hem in Oranje te spelen, Maar bij dezelfde club wordt moeilijker. Ik zit helemaal op mijn plek bij HGC, dus ik zal niet zomaar verkassen. Hij mag natuurlijk altijd terugkomen, maar volgens mij zit hij ook prima bij Bloemendaal.’
Heb je rituelen voor een wedstrijd?
‘Ik heb een paar rituelen. Ik draag altijd een ketting in dagelijks leven, maar die moet af tijdens het hockey. Ik doe dan een haarband om mijn nek en die gaat pas op als de wedstrijd begint. Mijn sokken heb ik altijd halfhoog opgetrokken, nooit helemaal naar beneden. Verder doe ik ook altijd eerst mijn linker scheenbeschermer aan en dan mijn rechter. Tot slot raak ik voor elke wedstrijd alvast een bal aan voor ik het veld op stap. Ook dat moet echt gebeuren. Vaak is dit in de kleedkamer. Dan doe ik even een paar trucjes en haal ik de bal heen en weer. Als ik één van de rituelen niet heb gedaan is er niet direct paniek, maar ik moet mij er dan wel echt overheen zetten. Gelukkig zit het er inmiddels zo erg ingesleten, dat mij dat zelden overkomt.’
Wat zou je volgend jaar graag verbeterd willen hebben?
‘Ik hou van acties maken richting de goal en daardoor ben ik minder bezig met andere dingen. Mijn valkuil is daardoor verdedigen. Ik kan nog sterker worden in mijn één-op-één-duel, dus daar zou ik wel aan willen werken.’
Jouw beste/mooiste hockey-ervaring?
‘Mijn mooiste ervaring was de run naar de play-offs met HGC vorig jaar. We hadden toen een wedstrijd verloren van Pinoké, we dachten dat het klaar was voor dat seizoen. We baalden enorm, maar Floris van der Linden zei toen dat we moesten geloven in wonderen. We zijn er met het hele team in gaan geloven en ervoor gegaan. In vier wedstrijden scoorde ik vijf goals en we haalden alsnog de play-offs. Dat was zo bijzonder en speciaal.’
Heb je al eens een interland gepeeld? Hoe voelde dat voor jou?
‘Ja, vorig jaar hadden we een EK, van 9 tot 16 juli. Het is eigenlijk niet te beschrijven hoe dat voelt. Het is heel bijzonder dat je een land vertegenwoordigt. Het mooiste moment voor mij was de wedstrijd tegen Polen. Ik gaf daarin een assist en maakte een goal. Als team was het gevoel dat uiteindelijk kwam, na een verloren wedstrijd tegen Duitsland. We waren toen op de vierde plek geëindigd en dat vonden wij allemaal geen goed resultaat. We zijn die avond Frankfurt ingegaan en hebben het toernooi daar samen afgesloten. We bespraken hoe mooi het toernooi eigenlijk was en wat voor tofs we hadden meegemaakt. We gingen uiteindelijk met een blij gevoel uit elkaar.’
Je bent hebt je oude club verlaten voor HGC, hoe kwam dit tot stand?
‘Ik heb altijd bij Alecto gespeeld en we hadden daar ook een hele goede lichting jongens in de A. Toen vertrok het grootste gedeelte van het team en viel dat weg. Op mijn vijftiende ben ik aangesloten bij Heren 1 van Alecto. Ik ben kort daarna benaderd of ik misschien bij HGC Heren 1 wilde komen spelen. Dus dat is gewoon op mijn pad gekomen. Ik had een gesprek op de club met Paul van Ass en mijn ouders. Hij heeft mij het een en ander uitgelegd en ik mocht er nog even rustig over nadenken. Toen het gesprek klaar was zei mijn moeder buiten: ‘Je hebt het al besloten, of niet?’. Ik heb niet getwijfeld en gelijk ja gezegd. Dit wilde ik gewoon doen.
Moet je veel laten voor het hockey?
‘Ik speel nu in de Hoofdklasse en in Oranje daar staan dingen tegenover. Feestjes van vrienden moet ik vaak missen en ook school staat niet altijd op de eerste plaats. Ik vind dat verder niet lastig. Ik wil het graag en ik heb mijn keuzes daarvoor gemaakt. Je weet van tevoren dat je daarvoor veel moet laten, dus je stelt je erop in.’
Hoe zie jij jezelf over 10 jaar?
‘Ik hoop dat ik dan speel in het grote Oranje. Dat is mijn doel en ik hoop dat waar te maken. Daarnaast hoop ik lekker nog bij HGC te spelen en een grotere rol binnen het team te vervullen. Ik wil mezelf helemaal ontwikkelen en hoop mooie toernooien te spelen. Daar werk ik nu zo hard voor.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.