In deze rubriek geven we talenten van Nederlands O16 en O18 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Pepijn van der Valk (16), spits bij Pinoké JO18-1 en Nederlands O18.
Hoe ben je in Nederlands O18 gekomen?
‘Ik ben gestart in het district van Noord-Holland. Daarna ben ik doorgegaan naar Noord-West. Vanuit daar ben ik in O15 gekomen. Toen ben ik doorgeschoven en heb ik twee jaar in O16 gespeeld. Je moet natuurlijk ook selecties doen. We hebben nu een groep van ongeveer twintig spelers. Daarvan zitten er zestien in de kern en is de rest reserve. Dat kan natuurlijk nog wisselen. Er kunnen altijd gasten bijkomen.’
Wat is je clubloopbaan?
Pepijn: ‘Ik ben begonnen bij De Reigers in Hoofddorp. Ik heb daar in de jeugd gehockeyd tot tweedejaars C. Ik had aangegeven dat ik graag op een hoger niveau wilde spelen. Mijn club heeft daarom contact gelegd met Pinoké. Toen ik hoorde dat ik daar mocht hockeyen heb ik meteen ja gezegd. Ik heb twee jaar in JO16-1 gezeten en speel nu in JO18-1.’
Wanneer trok je voor het eerst je Oranje-tenue aan?
‘De eerste keer in een Oranje was voor mij in O16. Ik hoorde eigenlijk nog in O15, maar ik werd doorgeschoven. We speelden een oefenwedstrijd in en tegen België. Om voor het eerst een wedstrijd te mogen spelen in het Oranje vond ik heel spannend. Ik was zenuwachtig, maar vond het tegelijkertijd ook heel erg leuk. De uitslag kan ik me niet meer herinneren, maar ik had wel gescoord. Mijn allereerste doelpunt in mijn allereerste wedstrijd. Dat was echt een mooi moment.’
Wat is het verschil tussen clubhockey en Nederlands O18?
‘Een van de grootste verschillen is de intensiteit. Het niveau is hoger bij Nederlands O18. Je moet meer leveren en altijd aan staan. Bij JO18-1 ligt het niveau ook hoog, maar voelt het toch anders. Ik speel ook wel eens mee met heren 1 van Pinoké. Daar is het hockey fysiek zwaarder en het tempo hoger. Je hebt dan niet meer de tijd om de bal goed te leggen. Je aannames moeten in één keer goed zijn.’
Heb je rituelen voor een training of wedstrijd?
‘Tijdens de line-up van Pinoké sta ik het liefst als allerlaatste in de rij. Dat is een beetje automatisch gegaan, er zit geen reden achter. Verder heb ik ook altijd mijn bitje in mijn rechterzak en mijn handschoentje in mijn rechter jaszak. Voor de rest heb ik niet veel rituelen. Wat misschien opvallend is, is dat ik altijd twee paar schoenen en twee sticks mee heb. Als dat niet gebeurt mis ik het wel, maar heeft het verder geen invloed op mijn spel.’
Moet je veel laten voor hockey?
‘Ja. Het is niet per se lastig, maar je moet soms nee zeggen. Op de vrijdagavond kan ik vaak niet afspreken, omdat ik op zaterdag een belangrijke pot speel. Ik heb het er wel voor over, want ik wil dit heel graag. Op school is het allemaal goed geregeld. Ik kan toetsen verplaatsen en hele dagen weg zijn als het moet.’
Wat is je mooiste hockeyervaring?
‘Een van de mooiste momenten was met Pinoké Heren 1 tijdens de EHL. Wij speelden tegen Slavia Praag. Het was niet alleen mooi om mee te maken, maar ik had ook nog gescoord. Het was wel een heel lelijk doelpunt. Ik kwam rechts de cirkel binnen en gaf de bal voor. Via de stick van de verdediger belandde de bal in de goal. Toen die bal erin lag ging ik beter hockeyen. Dat gaf me echt een goed gevoel. Een ander mooi moment was vorig jaar met Nederlands O16. We speelden een achtlanden toernooi en stonden in de halve finale tegenover België. Het werd 2-2. Heel erg spannend, want we moesten shoot-outs nemen. Ook toen ging het gelijk op. België miste de laatste en toen was het aan mij. Ik kon de winnende maken. Gelukkig deed ik dat ook en wonnen we de wedstrijd.’
Wie is je grote voorbeeld?
‘Ik heb veel gekeken naar Niklas Wellen, die vorig seizoen bij Heren 1 speelde. Ik keek vooral naar zijn stijl en hoe hij hockeyt. Door zijn lichaamsbewegingen komt hij zijn tegenstanders voorbij. Zelfs als de bal stil ligt trappen verdedigers erin. Dat vind ik mooi om te zien. Ik probeer daar zelf ook op te oefenen.’
Als je niet zou mogen hockeyen, welke anders sport zou je dan beoefenen?
‘Dan kies is toch voor voetbal. Ik heb vroeger vaak buiten gevoetbald en dat vond ik altijd leuk om te doen. Daarnaast is het ook een teamsport en dat vind ik belangrijk. Samen met anderen gasten sporten is sowieso gezellig.’
Waar zien we jou over tien jaar?
‘In het ideale plaatje zie ik mezelf over tien jaar hockeyen in het Nederlands elftal. Daarnaast wil ik ook doorstromen naar Pinoké Heren 1. Als dat lukt heb ik alles bereikt wat ik wilde. Het is voor mij echt een droom, omdat ik dit vroeger nooit zag aankomen. Ik ben bij een kleinere club begonnen en heb daar ook lang gezeten. Ik heb nooit nagedacht over mijn toekomst. Dat was voor mij nooit een ding. Ik ben al heel erg blij met mijn plek binnen Pinoké.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.