GB maakt buiging voor Oranje: ‘De allerbesten waartegen ik ooit speelde’

Ze zijn het laatste team dat de gouden reeks van de Oranje Dames doorbrak. Een feestje verpestte. Maar ze weten ook maar al te goed dat dit inmiddels acht jaar geleden is. Groot-Brittannië is in de kwartfinales de volgende tegenstander van de ploeg van Paul van Ass. De Britse spits Lily Owsley neemt haar hoed af voor Holland. ‘We moeten als beesten verdedigen.’

Noem het typerend. Of op z’n minst opvallend hoe er naar de Nederlandse vrouwen wordt gekeken. Vlak na de laatste groepswedstrijd op de Olympische Spelen komen twee Engelse journalisten elkaar tegen. ‘Zo, nu tegen Nederland. En daarna naar huis.’ Ze zeggen het stellig. Weten het bijna zeker. Maandag is het over en uit voor GB, denken ze. 

Dat zal aanvaller Lily Owsley nooit zo zeggen. Maar ze maakt langs de rand van het veld wel een – spreekwoordelijke – diepe buiging voor de topfavoriet van dit toernooi. ‘Het zou dom zijn om geen respect te hebben voor Nederland. Ze zijn niet zomaar de nummer één van de wereld. De olympisch, wereld- en Europees kampioen. Ik vind dat ze een fantastisch team hebben met de beste spelers van de wereld. Daar moet je over nadenken, als er een plan wordt gesmeed voor de wedstrijd.’

Zo. Die complimenten kan Oranje alvast in z’n zak steken. Owsley weet waarover ze spreekt. De 29-jarige aanvaller, die een jaartje bij HDM speelde, is een van de vier overgebleven Britse hockeymonumenten. Zij was erbij toen GB stuntte in Rio en het favoriete Nederland in de finale, na shoot-outs, aftroefde. Het is bekend, van dat team is weinig meer over. De allergrootste dames van toen lopen nog wel rond in Parijs, maar doen dat zonder stick.

Rio-plaaggeest Maddie Hinch werkt tegenwoordig voor de Amerikaanse bond. Foto: Koen Suyk

De sterren van weleer: wel in Parijs, niet op het veld

Rio-captain Kate Richardson-Walsh is tegenwoordig commentator voor de BBC. Alex Danson, de Britse topscorer uit 2016, werkt voor het olympisch comité uit haar land. En topgoalie Maddie Hinch, de shoot-outkiller van Oranje, begeleidt tegenwoordig keepers bij de Amerikaanse bond. Zij waren wereldtop. En zien nu dagelijks dat het GB van 2024 dat niet meer is.

In Parijs werd de Britse ploeg vierde in de groep, door alleen te winnen van staartploegen Verenigde Staten en Zuid-Afrika, die inmiddels al in het vliegtuig zitten. De wereldtop is ver weg voor de nummer drie van Tokio, die in Parijs kansloos verloor van medaillekandidaten Australië (4-0) en Argentinië (3-0). Het gat met Oranje bleek de laatste jaren ook ‘huge’. Vorig jaar troffen GB/Engeland en Nederland elkaar drie keer. Doelsaldo? 20-1.  

Die recente ontmoetingen hebben ook indruk gemaakt op Owsley, zo blijkt. ‘Ik denk dat deze generatie van Nederland de beste ploeg is, die ik als speler ben tegengekomen’, zegt de Engelse, die al sinds 2013 meedraait met haar nationale ploeg. ‘Ja, ik vind ze ook beter dan het team dat er in Rio stond’, zegt de na enig nadenken. ‘Hoe vaak hebben ze na dat toernooi verloren? Nog geen drie keer, toch? Ik denk dat de ploeg die ze nu hebben, productiever is dan in het verleden. Onder Paul van Ass zijn ze nog dreigender geworden, vooral in hun aanvallende spel.’

In de Pro League sloopte Oranje de Britten met 8-0 en 5-1. Foto: Worldsporpics/Rodrigo Jaramillo

‘Zij zijn het team dat dit toernooi zou moeten winnen’

Owsley is dus onder de indruk, zullen we maar zeggen. Maar de routinier kent ook een andere kant van de aankomende tegenstander. ‘De laatste tijd hebben ze ook laten zien dat ze verslaanbaar zijn. Wij moeten kijken naar de momenten waarop ze wat zwakheid hebben getoond. Daar moeten wij ons voordeel uithalen.’

De grote vraag is natuurlijk hoe Owsley en haar team dat willen doen. ‘Je moet tegen hen opboksen. Als je zestig minuten lang probeert te verdedigen, verlies je uiteindelijk. Dus ik denk dat we moeten aanvallen, onze kansen moeten grijpen. Maar ook blijven opletten. Doe je tien seconden niet, dan straffen ze dat af. Alle kaarten moeten op tafel. We moeten als beesten verdedigen. Vechten. Als we dat niet doen, winnen we niet.’

Owsley gaat wat sneller en harder praten. De wedstrijd van maandag begint al te leven. ‘We hebben het eerder geflikt, in Rio. Daar zullen we vooraf nog wel even aan terugdenken. We hebben nooit gezegd dat we daar beter speelden of een beter team hadden. Maar uiteindelijk komt het op de Olympische Spelen ook neer op passie. Zijn zij de ploeg die iets te verliezen heeft. Het team dat dit toernooi moet winnen.’


1 Reactie

  1. peterrr

    Mooi praatje. In de rol van underdog kruipen en hopen dat de Nederlandse vrouwen denken dat ze er al zijn. Maar dames: kijk uit, er is vandaag al een olympisch hockey kampioen naar huis gestuurd.


Wat vind jij? Praat mee...