De Baat scoort twee keer in twee minuten: ‘Het beste komt nog’

Andere jongelingen als Felice Albers, Lisa Post en Renée van Laarhoven speelden het EK en niet het WK. Voor Noor de Baat (17) is het precies andersom: met het EK bleef ze thuis, tijdens het WK is ze wel onderdeel van de Oranje Dames Zaal. En niet onverdienstelijk, blijkt al uit de eerste twee poulewedstrijden. Tegen Kazachstan scoorde ze in de slotfase twee keer in twee minuten tijd. 

De Oranje Dames Zaal speelden geen sterke eerste helft tegen de Kazachstanen. Ze kwamen nog wel op een 2-0 voorsprong, maar daarna zakte het spel in. Toen De Baat zich vastliep was er zelfs nog een grote kans voor Kazachstan om de aansluitingstreffer te maken. ‘Het liep niet zo lekker toen’, vertelt ze. Bondscoach Marieke Dijkstra vroeg een time-out aan en gebruikte die om de groep goed toe te spreken. ‘Ze zei dat het niet opeens allemaal supergoed kon gaan. Dat we moesten beginnen bij de basis en dan stapje voor stapje beter worden.’

Goaltjes mee pakken

Dat lukte en in de tweede helft speelde Nederland Kazachstan stuk. De 3-0 van Pien van Nes luidde een goede fase in van Oranje en brak het verzet van de Kazachstaanse dames. De slotfase was voor De Baat het mooiste deel van de wedstrijd: ze scoorde twee keer in twee minuten tijd en bepaalde zo de eindstand op 7-0. ‘Ja dat was wel leuk natuurlijk. Als spits is het wel fijn om je goaltjes mee te pakken. Sowieso ben ik hier alleen maar aan het genieten.’

Mijn rol? Plezier maken en mijn best doen

De Baat heeft, net als andere jonkies, nog een heel vrije rol in het team. ‘Mijn rol is gewoon plezier maken’, lacht ze. En meteen daar achteraan: ‘En natuurlijk heel goed mijn best doen.’ Fysiek kan ze het wel aan, vindt ze. ‘We hebben hiervoor al zó veel getraind. En tussendoor pakken we goed rust, gaan we echt even in bed liggen. De focus ligt alleen op het WK.’

‘Beste komt nog’

Terugkijkend op de eerste twee poule-wedstrijden heeft Oranje goed gespeeld, maar nog niet spectaculair. Dat vindt De Baat ook. ‘We hebben nog niet alles laten zien. Het beste komt nog.’