Ze loodste Oranje in Parijs via zenuwslopende shoot-outs naar olympisch goud, maar dat succes kwam Anne Veenendaal (30) allerminst aanwaaien. Openhartig vertelt de keepster in de podcast van de KNHB – Podje Hockey – over haar weg naar de top, een reis vol pieken en dalen.
Al op zestienjarige leeftijd maakte Veenendaal de sprong van Laren Meisjes Onder 18 naar Amsterdam Dames 1, waar ze direct als eerste keepster onder de lat kwam te staan. Die keuze leverde niet alleen haar, maar ook haar ouders kritiek op. Ze was tenslotte nog maar een kind. ‘Door al die kritiek begon ik te twijfelen of ik wel de juiste keuze had gemaakt’, vertelt Veenendaal, die in haar eerste seizoen haar critici de mond snoerde en met Amsterdam direct de landstitel veroverde.
Ondanks dat vroege succes kende haar loopbaan al snel een grillig verloop, vol hoogte- en dieptepunten. Openhartig blikt Veenendaal terug op de moeilijke jaren na haar debuutseizoen, waarin de druk op haar schouders steeds zwaarder werd. Ook vertelt ze over de innerlijke strijd die ze voerde, omdat ze niet op mannen, maar op vrouwen valt. ‘Tegen iemand als Ellen Hoog durfde ik echt niet te zeggen dat ik nog nooit met een jongen op date was geweest.’
Wat volgde was een lange weg naar de top, met als rode draad haar concurrentiestrijd met Josine Koning om de plek onder de lat in het Nederlands elftal. Alles kwam tot een climax in Parijs op haar eerste Olympische Spelen – negen jaar na haar debuut in Oranje – waar ze Nederland in de shoot-outs met stalen zenuwen naar het goud leidde. Het voelde als een middelvinger naar al die mensen die al jaren beweerden dat shoot-outs haar achilleshiel waren. ‘Toen liet ik iedereen zien: zie je wel, ik kan het wél!’
1 Reactie
koen71
By far de beste keepster die we hebben!