In de rubriek ‘Mijn favoriete jeugdtrainer’ vertelt een international over zijn of haar meest geliefde hockeytrainer in de jeugd. Middenvelder Billy Bakker – en voormalig rechtsachter en centrumspits van Oranje – is deze keer aan de beurt. Lutger Brenninkmeijer en Patrick Bakker (geen familie) noemt hij als favoriete jeugdtrainers. Vandaag komt Brenninkmeijer aan het woord, in de volgende editie Bakker.
Misschien wel typisch: Bakker noemt 1 naam als eerste, maar haast zich dan om te zeggen dat hij het ‘lullig’ vindt als hij de naam van de andere niet noemt. Dus komen we uit op 2 belangrijke personen in de hockeycarrière van Billy Bakker: Brenninkmeijer en Bakker, allebei trainers die veel voor hockeyclub Amsterdam hebben gewerkt.
Amsterdam Jongens C1 landskampioen. Billy Bakker is de middelste op de middelste rij. Lutger Brenninkmeijer staat (in pak) helemaal rechts op de middelste rij.
Niet alleen hockey
‘Ze hadden allebei een hele andere manier van trainen, maar van allebei heb ik veel opgestoken,’ vertelt de aanvoerder van Amsterdam. ‘Lutger gaf veel verantwoordelijkheid aan de spelers. Ik was zo’n 13, 14 jaar oud. Hij ging dan 1 op 1 met je zitten en stelde je dan veel vragen. Hij wilde je echt wat extra’s bijleren als persoon.’
‘De doelstelling van jongens C1: dat iedereen zichzelf kon zijn’
Bakker was aanvoerder van jongens C1, dat met Lutger Brenninkmeijer landskampioen werd. ‘Weet je wat ‘de doelstelling van het team was voor het begin van het seizoen? Dat iedereen zichzelf kon zijn. Dat vond ik heel bijzonder,’ zegt Brenninkmeijer, die tegenwoordig als een soort ‘clubdokter’ besturen van hockeyclubs begeleidt. ‘Billy is de enige die het Nederlands elftal heeft gehaald, maar het was een bijzondere lichting.’
Jongens C1 van Amsterdam wilde de landskampioenschappen per se met de shirts van Heren 1 spelen. Vandaar de nogal oversized t-shirts.
Gedisciplineerde lichting
Bakker zelf kijkt ook terug op een fanatiek team: ‘Niemand van onze lichting ging toen of later in de jeugd de avond voor de wedstrijd nog de stad in. Wij waren een fanatieke lichting en deden er veel voor en waren open en eerlijk naar elkaar. Tegenwoordig hoor ik van jeugdteams op Amsterdam die veel gele kaarten halen en waar de discipline met alcohol een stuk minder is. En dat ze tegenwoordig meteen op hun telefoon kijken na de wedstrijd. Dat is killing.’
‘Hij heeft er een stukje Amsterdamse bluf bij gekregen’
‘Billy is een heel lekker joch. Een open, pure jongen, niet bevooroordeeld.Hij was altijd de kleinste en ook de beste speler. Hij was veel verder dan de anderen,’ aldus Brenninkmeijer. ‘ Hij wilde altijd beter worden. Hij is leergierig. Dat zijn kwaliteiten die hij nog steeds in zich heeft. Hij is dichtbij zichzelf gebleven, hij is nog steeds die Bil van 12 jaar oud. Hij heeft er nu – in vergelijking met toen – wel een stukje Amsterdamse bluf bij gekregen. Maar Bil is dienend. Hij zet zichzelf nooit voorop. In de jeugd werd hij door diverse nationale bondscoaches niet gezien. Hij speelde nooit in de nationale jeugdteams. Daarom wilde hij zichzelf daarna ook zo graag bewijzen.’
Hockey is teamsport
In de visie van Brenninkmeijer is hockey in de jeugd een speels middel om persoonlijkheden te ontwikkelen van persoonlijkheden. Hij wil spelers leren hun eigen keuzes en doelstellingen te maken, de consequenties van die keuzes te aanvaarden en te leren dat ze teamsport bedrijven, waarin waardering voor anderen belangrijk is om succes te kunnen behalen.
Brenninkmeijer: ‘Billy wist als midden-midden soms in het veld niet wat hij moest doen. Dan wilde hij gewisseld worden, zodat ik hem kon vertellen wat er moest gebeuren. Maar ik gaf hem dan vervolgens aan dat hij zelf moest nadenken. Ik wil mijn spelers niet met een soort joystick besturen. Mijn doel is het om spelers onder wisselende omstandigheden en druk de juiste beslissingen te laten maken.’
Het eindcijfer van het seizoen
Bij de afsluitende barbecue, na het behalen van de landstitel, werd duidelijk hoe fanatiek Jongens C1 van Amsterdam in elkaar zat. ‘Op een gegeven moment was de hele groep weg,’ vertelt Brenninkmeijer. ‘Bil komt naar mij, onze teambegeleider Rob Groenemeijer (huidig voorzitter Hockeyclub Amsterdam, red.) en trainster Frances Verheul en vraagt of we even mee wilden komen. Wij lopen naar een zaaltje achter en daar zat de hele groep.’
‘Toen vroeg Billy: ‘Wat is nou het eindcijfer van het seizoen?’ Want wij gaven ze als begeleidingsgroep elke periode altijd rapportcijfers. Zij kregen dan de opdracht zichzelf ook cijfers geven. En de grap is, zij waren altijd kritischer dan wij dat waren. Dit was voor ons een mooi middel om hun na te laten denken, kritisch naar elkaar te zijn en samen tot een consensus te komen. Ons credo was elke week beter worden. Het team eiste een cijfer. Dus ik zei na de rest van mij staf aangekeken te hebben: ‘Dit wordt een dikke 10 want jullie hebben alle doelstellingen gehaald!’. En toen zeiden ze in koor: ‘Nee dat kan niet, er is altijd wel iets wat beter had gekund’. Dat is heel bijzonder voor jongens van die leeftijd.’
Brenninkmeijer spreekt Bakker nog regelmatig en ziet dat de cirkel nu rond is, nu de aanvoerder van Amsterdam dankzij bondscoach Max Caldas bij Oranje op het middenveld speelt – net als in de jeugd. Daar ligt volgens Brenninkmeijer zijn kracht. ‘Wij hebben altijd gezegd dat als er een van ons uit de jongens C1 het ging halen, het Billy zou zijn. Natuurlijk ben ik trots. Hij begrijpt om welke waarden het gaat in het leven. Hij weet hoe hij met zichzelf om moet gaan. Een medaille zegt soms niets. De ontwikkeling van je eigen persoonlijkheid zegt soms meer,’ besluit opleider Brenninkmeijer.
Lees ook over de favoriete jeugdtrainer van:
Als eerste op de hoogte? Download de OranjeHockey app. Dichtbij Oranje.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.