Jeugdtrainer Jonker: ‘Hij stond altijd op de goede plek’

In de rubriek ‘Mijn favoriete jeugdtrainer’ vertelt een international over zijn of haar meest geliefde hockeytrainer in de jeugd. Goaltjesdief Constantijn Jonker (28) – 88 interlands, 33 doelpunten – is de eerste die aftrapt in deze rubriek. De naam die hij binnen een seconde noemt is die van Naud Naeff (79), bij hockeyclub Kampong een geliefd erelid. Hij was meer dan 30 jaar coach van Jongens D1. ‘Constantijn stond in Jongens D1 altijd op de goede plek en hij had toen al zo’n mooie techniek. Maar dat hij zoveel zou scoren later en het Nederlands Elftal zou halen, dat had ik niet verwacht,’ zegt Naeff.   

mms_20160611_010812

Jonker: ‘Naud is echt de eerste aan wie ik denk, 100 procent. Hij was mijn coach toen we voor het eerst op het grote veld speelden. Hij is mijn belangrijkste jeugdtrainer ooit. De man van de basistechnieken. Van hem moesten we elke training op de kop van de cirkel om en om 10 ballen op goal slaan en dan oefenen om echt goed dóór die bal heen te slaan. Dat was niet altijd even leuk, maar wel goed om te doen. Ook moesten we eindeloos een paar passen doen en dan de bal goed leren pushen. Die basistechnieken leren van Naud, daar heb ik nog steeds profijt van. Ik heb weleens met jongens gehockeyd die elke pass met een stuiter op mijn linkervoet speelden, dan denk ik: jij hebt die basistechnieken niet van Naud Naeff geleerd.’

Naeff Naeff heeft hockeyers als Quirijn Caspers (Kampong) en Klaas Vermeulen (Amsterdam) de basistechnieken bijgebracht. Stoppen, slaan, pushen, dat zijn de stokpaardjes. Hij herstelt nu van een heupoperatie, maar is nog steeds zeer scherp van geest.

mms_20160611_010819

Beste trainers op jongste jeugd

Naeff: ‘Constantijn hield bij het slaan altijd zijn hockeystick in het midden vast met twee handen. Daar heb ik andere mensen van Kampong nog naar laten kijken. Maar misschien was zijn stick – voor zo’n kleine jongen – wel gewoon te groot. Tegenwoordig flatst de jeugd eerst en leren ze niet meer slaan. Toen ik Jongens D1 deed moesten ze wel met houten stick hockeyen. Daar leerden ze beter van slaan. Ik denk dat je als hockeyclub je beste trainers op de jongste jeugd moet zetten. Daar leren de kinderen de basistechnieken. Wat je tegenwoordig vaak ziet is de bal eindeloos naar achteren spelen. Dat is in mijn filosofie verkeerd en mocht in mijn teams ook niet. De bal naar achteren spelen is slaapverwekkend. Net als het spel van Ajax, verschrikkelijk.’

Discipline leerde Jonker, die nooit bij een andere club dan Kampong hockeyde en ondanks flirts met andere clubs nooit overstapte, van de oude meester: ‘Als je te laat kwam op zaterdag, dan speelde je ook geen wedstrijd. Hij is een vaderlijk figuur, een goede man, maar ook een beetje streng. Laat ik het zo zeggen: hij is perfect om een groep jonge honden te begeleiden, die hockey het leukste vinden wat er is. Hij is minder geschikt voor een Jongens A4, die andere dingen dan hockey ook belangrijk vinden.’

FC Utrecht of Kampong

Naud: ‘Constantijn was  als kind heel bedeesd. Hij zei niet zoveel, dat kwam denk ik door zijn oudere broer Freek, die goed kon hockeyen. Zijn ouders kwamen altijd kijken, behalve als ze moesten kiezen tussen FC Utrecht en Jongens D1. Dan kozen ze altijd voor FC Utrecht. Ik had niet gedacht dat Constantijn het Nederlands Elftal zou halen en dat hij zoveel zou scoren. Ik dacht dat Quirijn Caspers verder zou komen. Dat komt omdat hij altijd op de goede plek staat. Dat had hij al in Jongens D1. Hij had ook zoveel overzicht.’

Constantijn Jonker staat al jaren bekend als een goaltjesdief, met zijn blonde krullen het goudhaantje van Kampong, die in april zijn 150e hoofdklassedoelpunt maakte. Toch werd hij jarenlang overal ingezet. In Jong Oranje speelde hij als linksachter. Hij maakte zijn debuut in Oranje als middenvelder. De laatste 7 jaar staat hij altijd opgesteld als centrumspits.

Naeff: ‘In zijn 1e jaar had ik hem expres linksbuiten gezet, omdat hij fysiek niet tegen die grote jongens in het centrum kon opboksen. Hij wist toen wel al precies wanneer hij bij de 2e paal moest staan. In zijn 2e seizoen zette ik hem laatste man, vanwege zijn overzicht. Dat deed hij fantastisch. Als een koning stond hij daar.’

RAIPUR (India) . Constantijn Jonker (Ned) tijdens de wedstrijd om de derde plaats tussen de mannen van Nederland en India in de finaleronde van het Hockey World League . COPYRIGHT KOEN SUYK

De band tussen de twee mannen, is nog steeds zeer hecht. Vorige maand werd Naeff aan zijn heup geopereerd en verbleef hij twee weken lang in een zorghotel. Jonker zocht hem op om te kijken hoe het met de oude vos ging.

Terugkeer bij Oranje

We hebben 2 uur lang alleen maar over hockey gepraat. Hij ziet alles nog steeds zo scherp en hij heeft zo’n goede mening over het hockey,’ aldus  Jonker, die op 19-jarige leeftijd debuteerde in het Nederlands Elftal en zelf afscheid nam van Oranje, omdat hij andere dingen ook belangrijk vond. Het zien van de Olympische hockeyfinale van Londen, een 9-2 zege van het Nederlands Elftal op gastland Engeland – deed hem beseffen dat hij diep van binnen toch wilde terugkeren bij Oranje, en dat lukte.

Naeff: ‘Ik heb een hele goede band met de hele familie. Ik zoen weinig mensen in mijn leven, maar de moeder van Constantijn is daarop een uitzondering. Nu is Constantijn heel serieus, maar er was wel eens een tijd dat hij trucjes had, zodat hij niet alle trainingen hoefde mee te doen bij Kampong. Dat hoorde ik dan weer van de fysiotherapeuten op Kampong.  Als de ouders me eens vroegen waarom hij niet in een vertegenwoordigend team was gekozen, zei ik dat ze eens naar z’n billen moesten kijken. Die waren soms te dik, in de tijd dat hij er nog niet helemaal voor ging.’


Wat vind jij? Praat mee...