Hij had het WK al jaren als stip aan de horizon. Een doel, waar de 112-voudig international sinds de Olympische Spelen van Tokio naar toeleefde. Tot woensdagmiddag, rond een uur of twee. Toen kreeg Joep de Mol te horen dat hij niet meeging naar het toernooi in India. Een mededeling waardoor zijn wereld even instortte.
‘Ik kon er niet van slapen’, zegt Joep de Mol (26) een dag later aan de telefoon. ‘Het is klote en het doet veel pijn. Ik ben niet boos, maar voel me onmachtig. Dat ik er niet bij zit, valt rauw op mijn dak. Hier had ik echt geen rekening mee gehouden.’
Hij was een van de slechts negen spelers die de rigoureuze verbouwing van Oranje na Tokio doorstond. Een steunpilaar, de enige verdediger met meer dan honderd caps. Eentje die het veld schier moeiteloos over kon steken met zijn lange passen of passes. Dynamiek als z’n middle name en iemand die – hij zit al zeven jaar bij het Nederlands elftal – weet hoe de hazen lopen.
‘In de afgelopen jaren heb ik veel grotere namen dan die van mij zien afvallen. Ik weet dat je in de topsport geen enkele garantie hebt. Nooit. Hoe lang je ook bij een team zit. Maar ik had het gevoel dat ik op de juiste weg zat. Dat ik iets toe kan voegen aan Oranje. Voor mij is het nu lastig dat Jeroen [Delmée] dat anders ziet.’
Zijden draadje
Delmée stelde woensdag dat De Mol ‘door anderen voorbij is gestreefd.’ Die anderen zijn verdedigers als Teun Beins en Justen Blok. Zij zijn minder ervaren dan de captain van Oranje-Rood. Maar zij hebben zich dermate ontwikkeld dat ze nu, in de ogen van de bondscoach, verder zijn dan De Mol.
‘Zoals elke speler heb ik in de afgelopen maanden met Jeroen gesproken over hoe het gaat’, vertelt De Mol. ‘Ik wist dat mijn spel zonder bal beter moest. Daar heb ik hard aan gewerkt en ik vind dat ik daarin veel vooruitgang heb geboekt. Blijkbaar was het nog niet goed genoeg. Ik kreeg niet de indruk dat mijn WK-plek aan een zijden draadje hing. Het komt dan wel even binnen als je je naam niet op de lijst ziet staan.’
Ook bij zijn club Oranje-Rood had De Mol het idee dat hij op de goede weg zat. ‘In de zomer tijdens de Pro League vond ik mezelf beter dan in de afgelopen maanden. Maar ik heb volgens mij genoeg kunnen brengen. Ik heb vast wel een paar steekjes laten vallen, maar ik heb het niet af laten weten, of zoiets. Ik had het idee dat ik de komende tijd naar een WK-vorm toe kon groeien. Wist dat ik nog beter kon. En ik dacht dat ik die tijd had. Helaas is dat nu niet meer zo.’
Het is niet de eerste teleurstelling die de Brabander in zijn Oranje-loopbaan moet slikken. In 2016 viel hij buiten de boot voor de Spelen van Rio. Twee jaar later was-ie reserve bij het WK, waar hij vanaf de kwartfinale Sander de Wijn verving.
Op de Spelen van Tokio zat De Mol bij de selectie, maar werd hij na de teleurstellende groepsfase als enige geslachtofferd richting de (verloren) kwartfinale tegen Australië. ‘Ik weet hoe het is om met die tegenslagen om te gaan. En elke keer ben ik daar sterker uitgekomen. Hopelijk gebeurt dat nu ook. Binnen twee weken moet de knop om. Want dan ga ik wel mee het vliegtuig in.’
Nog naar Argentinië
De Mol is namelijk wel geselecteerd voor de groep die naar Argentinië afreist voor de Pro League, waar Oranje tussen 14 en 18 december een dubbel tegen het thuisland en tegen Groot-Brittannië speelt. ‘Het is niet makkelijk om daar nu aan te denken. Het is voor mij pittig dat het daar ophoudt voor deze winter. Maar ondertussen wil ik ook verder. Ik denk dat ik nog veel kan geven aan Oranje. En ik hoop dat de bondscoach dat ook vindt. Ik kan dus niet in een hoekje mezelf zielig blijven vinden. Ja, natuurlijk had ik het anders gewild. Maar ik ben geen Calimero die blijft treuren. Ik wil door en moet door. Alleen weet ik nog niet helemaal precies hoe.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.