Jorrit Croon geniet van de intimiteit van het Wagener Stadion

Groot talent Jorrit Croon (19) speelde het afgelopen jaar de Olympische Spelen in Rio, het WK met Jong Oranje in India, de HWL3 in Londen en nu het EK in Amsterdam. Stiekem vindt hij dit EK dankzij alle Nederlandse supporters misschien wel het meest bijzondere toernooi. ‘Iedereen zit zo dicht op het veld. Dat is heerlijk.’

In 2014 was de toen vijftienjarige Croon toeschouwer bij het WK in het stadion van ADO Den Haag. ‘Maar dat is toch een voetbalstadion. Het Wagener is een hockeystadion. Het voelt intiem. Het publiek zit dicht op het veld. Zestig minuten lang staan de supporters achter ons en schreeuwen ze ons naar de overwinning. Er zitten gewoon tienduizend man die voor jou zijn. Of je nou op voorsprong staat of met 5-0 achter staat. Mooier bestaat niet’, zegt aanvaller Croon, die nog steeds de jongste speler is in de selectie van Oranje.

Croon is geboren op 9 augustus 1998, een paar maanden nadat het Nederlands Elftal voor de laatste keer wereldkampioen hockey werd. Dat toernooi werd ook gespeeld in een voetbalstadion, in de Galgenwaard van FC Utrecht. Dat het EK nu in eigen land wordt gehouden is voor de jonge koning van de ‘airdribbel’ een genot. Als de volksliederen zijn gespeeld draait hij zich altijd nog een keer om, naar de hoofdtribune, waar zijn ouders en zusjes zitten. Dan zwaait hij een laatste keer naar ze, voordat hij zich volledig focust op de wedstrijd.

‘Alle vrienden en bekenden die normaal niet naar de hockeywedstrijden komen kijken, zijn erbij. Dat maakt het extra speciaal voor me. Het gevoel dat iedereen voor jou naar het stadion komt. Van mij mag het hockeyen wel elke week voor tienduizend man’, bekent de enthousiaste Croon. ‘Als je in het veld staat en hockeyt, dan voel je al de aanwezigheid van al die mensen wel, maar ben je er minder mee bezig. Als je even op de bank zit, denk je: wauw! Hoeveel mensen staan hier te juichen? Het helpt ons echt. Het geeft enorm veel energie.’

De sfeer op de tribune tijdens de halve finale. Foto: Willem Vernes

Croon vecht voor elke meter

Vorig jaar in Brazilië tijdens de Olympische Spelen leek de jongste olympische hockeyer ooit niets fout te kunnen doen. Strafcorners en goals kwamen als vanzelf van zijn stick. Zijn hockeystick leek op een toverstokje, dat altijd iets magisch in petto had. Dit EK is er een andere Croon te zien. Niet alles gaat vanzelf. Hij heeft nog niet gescoord. Hij valt op met zijn verbeten blik, waarmee hij voor elke meter vecht. Eerst leek hij altijd iets boven het veld te zweven. Nu lijken zijn schoenen ietsje zwaarder. Misschien is dat het tijdelijke lot van het talent dat als een raket naar de wereldtop ging.

‘Ik denk niet dat ik slecht speel. Maar ik kan beter. Ik voel dat ik nog iets extra’s heb, maar dat komt er nu niet uit. Ik ben wat minder dominant dan hiervoor’, zegt Croon. ‘Ik kan niet elke wedstrijd goed spelen. Gelukkig is het een teamsport. Ik kan gewoon heel hard werken voor het team. Ik geef gewoon alles. Ik heb nog niet gescoord. Maar als Mirco (Pruyser, red.) er straks in de finale vier inschiet en we goud winnen, is dat me evenveel waard. Het gevoel is er niet minder om.’

Iedereen blijft hem in het team ook vertellen dat hij nog steeds de jongste is en dat dus veel geoorloofd is. Met aanvoerder Seve van Ass heeft hij het er uitgebreid over gehad. ‘Of ik nou tien ballen over het hek sla en dat iedereen elke keer moet terugrennen, of dat ik acht ballen in de kruising sla. Het mag allemaal. Seve zegt ook dat ik moet genieten. Ik had nu kunnen stressen dat ik nog niet heb gescoord. Maar zo voelt het niet, omdat iedereen open naar elkaar is en zegt dat ik gewoon hard moet blijven werken.’

Jorrit Croon na de 3-1 overwinning op Engeland in de halve finale. Links Pirmin Blaak. Foto: Willem Vernes

‘Iedereen loopt bij elkaar naar binnen’

Letterlijk staan alle hoteldeuren altijd open in het spelershotel in Amsterdam, als er vrije tijd is voor de Oranje Heren. Elke keer sluiten weer andere spelers zich aan bij de verschillende spelletjes die worden gespeeld. ‘Dat was voorheen wel iets anders’, weet Croon, die blij is dat er met talenten Jonas de Geus (19), Floris Wortelboer (21), Joep de Mol (21) en Thierry Brinkman (22) er nu wat meer jongens van zijn leeftijd in het team spelen. ‘We liggen met z’n allen op dezelfde gang en iedereen loopt bij elkaar naar binnen. Meestal hebben we een hockeystick tussen de deur staan, tenzij we een verplicht rustmoment hebben. Iedereen doet spelletjes met elkaar. De ene doet het liefst toepen, de ander pingpongen of one bounce voetballen. Ik doe veel rummikub. Iedereen doet waar hij zich prettig bij voelt.’

En, zoals vaker geroemd de afgelopen tijd, de sfeer is nu goed. Nu volgt op de fijne sfeer hopelijk een bijzondere prestatie met prolongatie van de Europese titel, in de finale tegen België. De afsluiting van een lange hockeyzomer. Croon: ‘We hebben hier knetterhard voor getraind. Niet normaal. Na de HWL hebben we tot aan het EK zes dagen in de week gehockeyd. Dat is niet niks. Dat is echt heel zwaar. Voor dit moment heb ik de hele zomer de ballen uit mijn broek gerend. Familie en vrienden bijna niet gezien. Dan moet het er nu uitkomen. Ik denk dat misschien wel de beste ploegen van het toernooi tegenover elkaar staan. Dat kan niet anders dan een spannende wedstrijd worden. En dan hopelijk winnen.’


1 Reactie

  1. tessvh

    ❤️❤️


Wat vind jij? Praat mee...