Loodzware omstandigheden voor Pirmin Blaak: ‘Ik sta in de fik’

Ze waren geroosterd. Gekookt. Zestig minuten gegaard tijdens het 2-2 gelijkspel met Groot-Brittannië in de smeulende hitte in het olympische Stade Yves-du-Manoir. Maar van alle Oranjespelers had er eentje het extra zwaar, onder zijn helm. Uiteraard hebben we het over doelman Pirmin Blaak, die vindt dat we nog wel wat kunnen leren van Portugese voetballers. ‘Zij killen hun wedstrijd wel.’

‘Ik sta in de fik’, zijn de gevleugelde woorden van Blaak als hij van het veld loopt. De helm heeft hij al snel afgedaan. Zijn hoofd is drijfnat, alsof hij net onder de douche vandaan komt. ‘Is allemaal zweet’, puft de keeper. ‘Ik ben he-le-maal doorweekt. Mijn shirt, mijn bodyprotector. Alles is nat. Het zijn extreme omstandigheden, zeker voor een plek buiten Europa. In Tokio was het ook zo warm. Dus weet je wel een beetje wat je moet doen.’

Blaak neemt nog maar eens een teug van zijn hersteldrankje. ‘Ik heb vanochtend voor de wedstrijd de zon gemeden. En vannacht heb ik al meer water gedronken om nu genoeg vocht te hebben. Ik had mijn wekker gezet om vannacht al een fles leeg te drinken. Enige nadeel is dan alleen dat je ook vaker naar de wc moet. Onze diëtiste maakt per speler een heel vochthoudingsplan. Alles om zo goed mogelijk te hydrateren.’

Want in de wedstrijd is dat bijna onbegonnen werk. Als enige in de selectie wordt hij niet gewisseld. Is er geen momentje om even bij te komen. Een koude handdoek in de nek te leggen. No way, Jose. Blaak moest dinsdag maar wachten en hopen. Op een spaarzame break. Bij een video-referral, blessurebehandeling of een doelpunt. Dan gaat de helm af en de bidon open. Is het bij-tank-tijd. In de pauze tussen kwart drie en vier zoekt hij met met enkele teamgenoten de paar metertjes schaduw van de dug-out op. Alles om maar even bij te komen van de kookpot van Colombes, de bijnaam die het olympische stadion dinsdagmiddag kreeg.

Blaak koelt zich met een handdoek. Foto: Willem Vernes

‘Leren van Spanjaarden en Portugezen’

In die hitte verspeelde Nederland tegen Groot-Brittannië een 2-0 marge. ‘De temperatuur mag nooit een excuus zijn. Daarvoor zijn we professionals en hebben we te goede spelers’, klinkt het duidelijk. Lachend: ‘In de eerste week in Parijs heeft het zoveel geregend dat ik me afvroeg of we op de Zomerspelen waren. We hebben in Nederland een half jaar rotweer gehad. Dan moeten we ook niet zeiken als de zon schijnt. Ook dit is part of the job.’

Oké. Dan naar de inhoud. ‘We hadden de wedstrijd gewoon moeten uitspelen. Ik zag laatst de finale van Jong Oranje tegen Spanje op het EK. Die Spanjaarden maakten gewoon die wedstrijd dood. Hoe ze speelden, dat ging nergens over in de laatste minuten. Maar ze wonnen wel. Of kijk naar de Portugese voetballers. Daar hebben we in Nederland allemaal een hekel aan, maar ze killen de wedstrijd wel. Dat moeten wij er ook een beetje in krijgen.’

Hij haalt nog maar eens een hand over zijn kletsnatte hoofd. ‘Het is zonde dat we het weggeven in deze wedstrijd. Al heeft GB ook wel wat kansen gehad. Dit was anders dan in de eerste twee duels. Dit was een slopende topwedstrijd. Eentje die we konden winnen. Dat geeft ook weer energie en vertrouwen voor wat er nog komt.’

De Britten vieren hun 2-2. Foto: Willem Vernes

Een schema waar voetballers van schrikken

Daarover gesproken: de hersteltijd van die slijtageslag tegen de Britten is uiterst beperkt. Woensdagmiddag om 17.30 uur wacht alweer pouleduel nummer vier voor Oranje. Wederom staat er een finalewaardig affiche op het programma: Nederland treft dan Duitsland, de regerend wereldkampioen. 

‘Nou, bij dat schema hoef je bij Ronald Koeman niet aan te komen’, verwijst Blaak naar de nationale voetbalploeg, die op het EK zelfs een week rust kreeg tussen twee wedstrijden. ‘Daar vallen ze van hun stoel als ze dit moeten doen. We gaan herstellen. Het ijsbad in. Goed slapen. Uit de zon. En bespreken. Ik hoef nu geen afleiding te hebben. Dit is het mooiste wat er is. Als je wint.’


Wat vind jij? Praat mee...