Hij is met z’n 33 jaar met afstand de oudste van het vernieuwde Oranje. De enige van de Tokio-routiniers die er momenteel bij zit. Zijn generatiegenoten haakten af, maar Pirmin Blaak is er gewoon nog bij. Hij heeft nog een brandende wens te vervullen.
Natuurlijk deed het hem pijn. Thuis de olympische finale kijken. Nederland was al lang en breed thuis toen België en Australië in Tokio om het goud streden. Het was het moment voor Blaak dat hij besefte dat hij doorwilde. ‘Dat voelde ik aan alles. Die drive is nog zo extreem aanwezig. Ik wilde daar staan met het Nederlands team en zo’n medaille winnen. Daar zet ik alles voor opzij. Nog steeds.’
Het woord stoppen kwam überhaupt niet in zijn woordenboek voor. De term ‘on hold’, die past niet bij hem, vindt Blaak. ‘Ik denk dat je in topsport altijd aan moet staan. Voor mij werkt het niet als ik er nu even niet bij ben, en later misschien weer wel. Ik snap het hè, als anderen die behoefte hebben. Maar voor mij is dat anders. Ik wil door. Ben beschikbaar.’
Bovendien, niet geheel onbelangrijk, bleek Blaak nog in de plannen van Jeroen Delmée te passen. Hij is daardoor dinsdag een van de drie keepers op het veld in het Wagener Stadion, tijdens de tweede trainingsdag onder de nieuwe bondscoach, met een compleet veranderde selectie.
Caploze nieuwelingen in hagelnieuwe trainingsoutfits
Acht grote namen – al dan niet tijdelijk – afscheid van Oranje. Daardoor staan er op deze zonnige herfstochtend nieuwe namen op het veld. Bosschenaren Tijmen Reijenga en Imre Vos bijvoorbeeld. HGC’er Steijn van Heijningen. Of Bloemendaler Jasper Brinkman. De ene na de andere ‘caploze’ nieuweling schiet voorbij in hagelnieuwe – maandag ontvangen – trainingsoutfits.
‘Het is wel gek’, zegt Blaak na de ochtendsessie van Oranje. ‘Je staat opeens met jongens in het veld waar je alleen op zondag tegen speelt. Maar het is ook onwijs verfrissend. Nu is een groot deel nieuw. Heerlijk om de energie te voelen van die gasten voor wie een droom uitkomt.’
En ja, ook Blaak was wat verbaasd over de enorme aardbeving die vorige week door de Oranje-selectie dreunde. ‘Er zijn nu wel meer weg dan ik had verwacht. Liever wil je niet dat het zoveel zijn. Maar goed, iedereen maakt persoonlijke keuzes. Met sommigen heb ik tien, zelfs vijftien jaar gespeeld. Dat is gek en jammer, maar het hoort ook bij zo’n nieuwe periode. Na een Olympische Spelen verandert er altijd wat.’
Jeroen heeft vierhonderd-zoveel interlands. Bijna net zo veel als deze hele groep bij elkaar. Pirmin Blaak
Blaak bleef als enige over van de ‘Groep-Tokio-Oud’ zoals hij het zelf noemt. Dat maakt het overigens niet de enige dertigplusser in de groep. ‘Ik heb Tim Swaen als lotgenoot’, lacht Blaak. Hij doelt op de cornerman van Bloemendaal, die nog geen interland achter z’n naam heeft. ‘Natuurlijk worden er grappen over mijn leeftijd gemaakt. Mooi toch? Snap ik wel. In het veld hebben ze echt niet door dat ik 33 ben. Ik ben ook wat later aan bod gekomen bij Oranje. Ben zes jaar tweede keus geweest en moest daarna tweeënhalf jaar de eerste plek delen met Sam van der Ven. Zolang ben ik nog geen eerste keeper.’
Jip Janssen loopt even langs om zijn schoenen te halen.
‘Gaat het over hoe oud hij eigenlijk is?’, zegt de verdediger.
Blaak: ‘Merk jij in het veld dat ik 33 ben?’
Janssen: ‘Hij is de jongste geest in het team.’
Blaak knikt goedkeurend. ‘Ik kan me wel vinden in de voorwaarden die Jeroen stelt. Hij is duidelijk en wil veel meters met ons maken. Veel wedstrijden spelen. Je merkt het altijd als er een nieuwe coach is, dat prikkelt weer op een andere manier. Nieuwe oefeningen, andere thema’s. En Jeroen heeft natuurlijk vierhonderd-zoveel interlands.’
Lachend: ‘Bijna net zo veel als deze hele groep bij elkaar.’
Zo’n thema dat onder Delmée extra aandacht krijgt, is het verdedigen. Daarvoor schuift de komende weken ‘defensiespecialist’ Marcel Balkestein aan bij de trainingen. ‘We kunnen in het verdedigen nog wel wat stappen maken als je ziet hoe onze tegengoals vielen op de Spelen. De standaard moet omhoog. Hoe ga je duels in? Hoe positioneer je je? Waar staan je voeten? We krijgen een lesje van Balki, die een van de beste verdedigers ter wereld was’, aldus Blaak, over de voormalige ijzervreter uit Heeze, zijn oud-teamgenoot.
Hiërarchie in het doel
Over de hiërarchie in het doel is volgens Blaak nog niet gesproken. ‘Ben ik ook totaal niet mee bezig. Ik weet alleen dat ik heel tevreden ben over mijn EK. Op de Spelen heb ik een goed niveau gehaald, maakte ik geen grote fouten, maar kon ik niet excelleren. Ik ben blij met mijn ontwikkeling en wil ook nu waardevol zijn voor het team. Je moet op de training laten zien wie het beste is. Zorgen dat je de meeste ballen stopt.’
De vele vragen die hij krijgt, zullen langzaam wel verdwijnen. ‘Waarom ben jij de enige die er van de oude groep nog bij is? Dat hoor ik vaak.’ Een veelbetekende grijns. ‘Ik vind het nog steeds fantastisch om erbij te zijn. Voor Oranje uit mag komen. Op deze training staan de beste van de clubs. Hier gaat het dak eraf. Ik ben trots dat ik daar nog bij ben.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.