Natuurlijk was het dinsdag de dag van Thierry Brinkman. De aanvoerder van Oranje speelde tegen Oostenrijk (5-0) zijn tweehonderdste interland. Slechts 28 anderen gingen de kleine aanvaller voor. ‘Eigenlijk was het vandaag verschrikkelijk hockeyen.’
Als een van de laatsten liep Brinkman dinsdag richting de mixed zone, de ontmoetingsplek tussen pers en spelers. Dat had een reden. Hij ging eerst even langs bij zijn ouders, die in de hoek van het veld zaten. In de schaduw. De hondstrouwe Jacques en Jacqueline Brinkman hadden van alles meegenomen vanuit hun woonplaats Bilthoven naar Mönchengladbach. Twee Nederlandse vlaggen. Eentje met ‘Brinkie did it’ erop. Op de andere stond ‘200’. Na afloop gaven ze hun zoon een ingelijste foto. Uiteraard van de gouden Spelen van Parijs. Tot nu toe het hoogtepunt van Brinkmans rijke carrière.
Beelden die doen denken aan een dag eerder, toen Pien Sanders in het zonnetje werd gezet bij haar 150ste interland. De captain van de Oranje Dames vertelde na afloop dat ze haar aanvoedersband had geleend van Brinkman. ‘Het klopt wat Pien zei. Ik heb inderdaad gezegd dat zij ‘m mocht houden als ze twee keer scoorde. Vond ik wel een veilige afspraak’, lacht Brinkman.
Natuurlijk wist de spits niet dat Sanders – normaal geen doelpuntenmachine – ook echt goed zou zijn voor twee goals. ‘Dus ja, Pien heeft ‘m nog. Goed verhaal, wel. Had anders ook gemogen hoor. Ik had twee aanvoerdersbanden mee.’ Lachend: ‘Dat heeft Jeroen Delmée ons ooit geleerd. Overal twee van meenemen, jongens.’
Met zijn ouders en grootste fans, Jacques en Jacqueline. Foto: Willem Vernes
Het is een van de wijze hockeylessen die Brinkman in de afgelopen tweehonderd interlands heeft opgedaan. Hij is iemand die waarde hecht aan mijlpalen. ‘Achter dat getal schuilen heel veel verhalen. Jarenlang zet je alles opzij om tot dit aantal te komen. Dat begint eigenlijk al veel eerder dan je eerste interland. Dan betreed je het podium, maar de weg ernaartoe begon al zo’n twintig jaar geleden. Toen ik begon met hockeyen. Wat al na een paar jaar – toen ik in de Nederlandse jeugdselecties kwam – al wat serieuzer werd. Die twintig jaar zitten verpakt in dit aantal interlands, waar zoveel achter zit. Het zijn vooral een hoop mooie momenten. Ik had me weinig anders kunnen wensen.’
Zoekopdracht geslaagd, na 28 seconden
De betrokkenheid van zijn team raakt hem het meest op zijn feestdag. ‘Ik voelde dat ze er voor mij iets moois wilden maken vandaag. Ik ga je zoeken, kreeg ik vooraf te horen. Die intentie te voelen, is eigenlijk al voldoende voor mij.’ En eerlijk is eerlijk, zijn teamgenoten zorgden er pijlsnel voor dat Brinkman in het zonnetje werd gezet.
Na 28 seconden was hij het eindstation van de mooiste aanval van de avond, die via Derck de Vilder – geniale crosspass – en Floris Middendorp – strakke aanname, goed overzicht – bij Brinkman belandde. ‘Dat was heel mooi. Als ik analytisch kijk, was het niet onze beste wedstrijd. We waren niet top. Het was eigenlijk ook verschrikkelijk hockeyen, met het iedereen in hun 23-metergebied en constant een hoge bal die ook nog vaak aankwam.’ Geen ideale omstandigheden dus voor zo’n mijlpaal. ‘Tsja, dat heb je niet te kiezen. Ik had nog nooit een jubileumwedstrijd op een eindtoernooi gespeeld. Dat vond ik al leuk.’
Foto: Willem Vernes
In de club van Kruize en Lomans
Hij belandt in een prachtig rijtje van slechts 29 internationals die ook de tweehonderd aantikten. Vlak boven Brinkman staan bijvoorbeeld Ties Kruize (203 caps), Bram Lomans (206) en Taco van den Honert (215). Hockeyiconen. Zo kan Brinkman, als aanvoerder van het gouden Oranje uit Parijs, later ook de boeken ingaan. ‘Dat mogen anderen bepalen, hoor. Ik weet dat er weinig dit aantal halen. Dat is supermooi en heel bijzonder. Vanochtend stond ik er zelf even bij stil. Dacht ik aan mijn 50, 100ste en 150ste. Die laatste was in het Wagener, bij de Pro League tegen Nieuw-Zeeland.’
Hij kijkt even in de verte. Duitsland en Polen komen al het veld op voor hun wedstrijd. Het is alweer tijd voor nieuwe hoofdpersonen in het stadion. ‘Het is stiekem wel mooi om hier even bij stil te staan, af en toe. Het gaat vaak over presteren met het team. En dat gaat in zo’n sneltreinvaart, dat je soms vergeet hoe bijzonder het is. Ik hoor het vaak van gestopte spelers. Dat ze te weinig hebben genoten. Die modus werkt ook niet om top te zijn. Je moet in de tunnel, het regime. Je moet gefocust zijn. Niet gek laten maken. Genieten zorgt niet altijd voor die mindset. Maar soms mag het wel. Af en toe.’
Begin 2015 speelde Brinkman zijn eerste interland. In Kaapstad, een oefenduel met Zuid-Afrika. Niet wetend waar zijn reis eindigen zou. ‘Ik zou tegen die Thierry willen zeggen: zet je schrap wat er op je afkomt. Want je hebt geen idee wat er gaat gebeuren.’ Hij zegt het met een dikke smile. ‘Ik had nooit gedacht dat het zo mooi zou worden. Hopelijk duurt het nog even.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.