Daar stond hij dan, begin dit jaar in Zuid-Afrika. Een debuut in Oranje met aanvoerdersband, iets dat pas voor de tweede keer in de historie van het Nederlands elftal gebeurde. Een klein jaar later heeft Den Bosch-speler Gijs Campbell (28) in stilte afscheid genomen van het elitecorps van bondscoach Max Caldas.
Het was na de wedstrijd Oranje-Rood – Den Bosch in september, dat de Eindhovense verdediger Mark Rijkers tegen Campbell zei: ‘Volgende week beginnen we weer hè, met de trainingen van het Nederlands elftal.’
Misschien mompelde Campbell nog dat hij hem daar weer zou zien. Diep in z’n hart wist hij dat zijn interlandcarrière voorbij was. ‘Eigenlijk wist ik vrij snel na het EK dat ik wilde stoppen. Dat voelde ik. Maar ik heb het toen nog even tijd gegeven’, vertelt Campbell. ‘Twee dagen na die wedstrijd tegen Oranje-Rood heb ik Max gebeld. Hij vond het heel jammer want hij was altijd heel positief naar mij, maar hij vond dat het mijn keuze was, die hij moest respecteren. Aan de ene kant was ik opgelucht. Aan de andere kant wil je zo’n beslissing liever niet maken, omdat je daarmee de deur helemaal dichtgooit. Maar het vooruitzicht om er vast bij te komen was minimaal. Ik heb er nu zeker geen spijt van.’
Campbell hockeyt bijna zijn hele leven op Den Bosch, met een uitstapje naar overgangsklasser Oss. Maar je kunt de middenvelder uit een hockeyfamilie – zijn zus Emily hockeyde bij Den Bosch, Hurley en HGC, zijn broer Bas bij Den Bosch, Rotterdam en Oss – gerust een laatbloeier noemen. Hij doorliep nationale jeugdselecties maar werd na de Olympische Spelen van Rio pas op 27-jarige leeftijd enigzins verrassend geselecteerd voor de trainingsgroep van Oranje.
‘Wat is dit voor leven?’
Hij speelde drie interlands in Zuid-Afrika, viel buiten de selectie voor de HWL3 in Londen in juni, maar trainde daarna volop mee richting het Europees Kampioenschap in eigen land, om uiteindelijk buiten de selectie te vallen. Hij was samen met HGC-verdediger Tristan Algera reserve voor het toernooi. Naar eigen zeggen terecht, omdat hij als middenvelder moest opboksen tegen enorme concurrentie – onder andere van de ervaren Seve van Ass, Billy Bakker, Valentin Verga en Robbert Kemperman. Hij denkt dat hij alleen als verdediger enige kans had gemaakt. Maar Campbell heeft in die paar maanden Oranje de intensiteit van topsport leren kennen.
‘Wat is dit voor leven?’ Dat dacht ik wel even. Er is duidelijk een verschil tussen vijf keer in de Hoofdklasse trainen of twaalf keer per week met het Nederlands elftal’, vertelt Campbell. ‘Op een gegeven moment hadden we op Leonidas in Rotterdam zó zwaar getraind. Zó zwaar, dat je daarna alleen nog maar stil op bed kon liggen. We hadden in de voorbereiding naar het EK de dagen onderverdeeld in een dag kracht, een dag techniek en een dag snelheid. Ik kon op de eerste twee fronten goed mee, maar op snelheid was ik de langzaamste. Dat was wel zwaar. Dat is dan echt op je tenen lopen. Ik denk dat ook het terecht is dat ik reserve was. Ik hoor bij de nummers zestien tot twintig van Nederland. Dat is mijn positie.’
Dit jaar was Campbell na een lange studie Sport, Gezondheid en Management verrassend genoeg begonnen met z’n eigen bedrijfje, als webdesigner. Iets totaal anders dan zijn studie, maar na een cursus wilde hij zich daarop richten. Al snel stroomden de opdrachten binnen. Ook dat hielp niet, in combinatie met het intensieve trainingsprogramma van Oranje. ‘Toen ik het verhaal van oud-international Constantijn Jonker las, herkende ik daar veel in. Het kostte mij zo veel energie om met het Nederlands elftal mee te doen, terwijl ik tussendoor ook zo veel andere dingen wilde. Als je dan de beloning niet krijgt, is het misschien beter om ergens anders voor te gaan.’
‘Heerlijk om bereikt te hebben’
Gevraagd naar wat hem deze zomer het meest opviel bij Oranje, wil Campbell middenvelder Seve van Ass – de aanvoerder op het EK – graag noemen. ‘Het is genieten om met hem te spelen en naar hem te kijken. Hij is zo snel en zo technisch. Zo slim ook. Hoe hij dingen overbrengt op anderen in een bespreking. Seve is altijd positief, hij zal nooit iemand afzeiken of iets zeggen omdat de coach dat wilt horen.’
Nu blijft Campbell bij zijn club Den Bosch hockeyen, als bepalende speler. Maar hij zal in de geschiedenisboeken gaan als de international die drie interlands speelde, waarvan zijn eerste als aanvoerder. ‘Dat kwam natuurlijk omdat er veel bepalende jongens bij de Hockey India League zaten. Maar dan nog blijft het bijzonder. Ik had toen ik begon met hockeyen eigenlijk nooit als doel om het Nederlands elftal te halen. Maar toen dat volkslied speelde en ik die band om had, was het heerlijk om dat bereikt te hebben. Al was het maar voor een paar wedstrijden. Mocht ik later ook nog trainer worden, dan is het toch leuk om te zeggen dat ik dat ooit heb gehaald.’
2 Reacties
landej
Mooi verhaal over jou Gijs. Op HC Den Bosch doe jij het kei goed! Hou vol! Groet Jan
rdownunder
Hi Gijs, zo zie ik je spelen op daceyville bij Unsw en vrij snel daarna bij oranje. Leuk te lezen hoe je dat allemaal beleeft hebt. Kan me voorstellen dat dat zo gaaf is geweest al was t maar voor drie wedstrijden toch maar mooi mee gepikt:) Gr uit Sydney