Nederlands Jongens A en Meisjes A gingen op Paasstage in Engeland waarbij ze drie keer tegen hun Engelse leeftijdsgenoten een wedstrijd speelden. Beide bondscoaches zagen een stijgende lijn in de wedstrijden. Bas Bruin prijst bij de jongens de snelheid, creativiteit en de hoeveelheid kansen die gecreëerd werd, Erik van Driel zag bij de meisjes een homogene groep met veel talent en lerend vermogen.
De jongens speelden gelijk, verloren én wonnen uiteindelijk hun laatste wedstrijd met 4-0. ‘Het ging gelijk op. De jongens gingen steeds beter spelen, ik heb eigenlijk geen verval gezien’, stelt Bruin trots. ‘De Engelsen gingen er hard in en er werd strak verdedigd. Van de scheidsrechter mocht iets meer dan hier.’ Dat was in het begin wat wennen, zag hij. ‘Dan zag je de jongens denken: ‘Oh, er wordt niet gefloten’. Dan moet je strijd leveren, het niveau was voor de meesten wat hoger dan ze wekelijks gewend zijn.’
De meisjes wonnen tot drie keer toe van de Engelsen, en speelden in drie verschillende samenstellingen. Dat had meerdere redenen, vertelt bondscoach Van Driel. ‘Ik vind midden in de competitie drie wedstrijden achter elkaar spelen best veel. Bovendien waren er een aantal afzeggingen vanwege het programma in de Hoofdklasse Dames. Ik wilde ook kijken hoe een aantal speelsters, die de vorige keer waren afgevallen, zich had ontwikkeld.’
De uitdaging was daardoor dat de meiden als team zouden spelen. ‘Dat ging heel goed’, vond Van Driel. ‘Zondag was al beter dan zaterdag en maandag hadden we eigenlijk dik moeten winnen. We hebben de Engelsen weggevaagd op het veld, maar niet in de score.’ De Engelsen waren over de drie wedstrijden bekeken ‘best goed’, vond de coach. ‘Technisch waren ze niet erg sterk, maar wel in de passing en aannames. Ze gingen er vol in.’
‘Kijken waar we staan’
De Oranje meiden en jongens hebben nog één of twee trainingen en dan ligt het weer stil tot in juni, wanneer de teams zich gaan voorbereiden op het EK. Of je nu al van een echte voorbereiding kunt spreken is dus de vraag. ‘Toch kun je veel doen in zo’n paar dagen’, vindt Bruin. ‘Ik wilde de speelprincipes introduceren, spelen op internationaal niveau en verder kijken waar we staan.’
Dat laatste was ook de insteek van Van Driel. ‘Voor het weekend had ik geen idee hoe de groep er zou staan. Met name het lerend vermogen vind ik erg sterk, als je ziet hoe ze zich ontwikkelen in die paar dagen. De basis in balbezit en niet-balbezit staat. Daar hebben we straks dan maar één training voor nodig om dat weer op te pakken. Dan kunnen we verder werken aan de details.’
Veel verschillende clubs
In beide teams zijn veel verschillende clubs vertegenwoordigd. Hoofdklasse-clubs, maar ook bijvoorbeeld Hattem, Weert en Zwolle. Bij Van Driel speelt het grootste gedeelte van de trainingsgroep in de Landelijke A-competitie. ‘Wat wel zou kunnen is dat het de laatste jaren meer verdeeld is tussen verschillende clubs’, denkt hij.
Bruin: ‘Steeds meer van de jongens spelen al in de senioren, nu ongeveer de helft van de trainingsgroep. We propageren overstappen naar andere clubs ook niet. Laat die jongens maar het voortouw nemen op hun eigen club en daar uitblinken. In plaats van met zijn allen in één team en dan freewheelen door de competitie.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.