De beuk van Brinkman: ‘Mooiste en belangrijkste van mijn loopbaan’

Hij was van alles toen-ie van het veld kwam. Trots. Gesloopt. Voldaan. Moe. En vooral ontzettend blij. Oranje-captain Thierry Brinkman plaatste zich dinsdag met zijn team voor de olympische finale, dankzij die overtuigende zege (4-0) op Spanje. Dat kwam mede door zijn fantastische uithaal, die goed was voor de 2-0.

Met een klein leger journalisten om hem heen, deed Brinkman stralend zijn verhaal. Spontaan, maar ook altijd bewust van zijn boodschap. ‘We zijn door naar de finale, dat is fantastisch’, beseft de aanvoerder. ‘Daar mogen we heel blij en trots op zijn. Maar we zijn ook nog niet klaar. Dat weet iedereen. Dat proef je meteen al in het kringetje na afloop. We komen hier voor goud. Dat lijkt me duidelijk.’

Dankzij Brinkman zette Oranje een enorme stap in de goede richting. Met een loeier van een schot ‘die ging zeker harder dan honderd per uur’ knalde hij na twintig minuten de tweede Oranje-treffer op de borden. ‘De bal viel heel lekker voor mijn stick. Ik twijfelde geen moment. Het was gewoon beuken. Ik moest dit toernooi even wachten op een doelpunt’, beseft Brinkman, die al twaalf doelpogingen erop had zitten dit toernooi.

‘Maar zo’n vrije kans had ik nog niet gehad. Is ook soms het leven van een internationale spits. Je moet geduld houden.’ Dat geduld werd dus beloond met een wereldgoal. ‘Ik ga ‘m wel even terugkijken’, klinkt het genoeglijk. ‘Dat is nog niet gelukt tijdens het juichen. Ik weet al wel dat dit mijn mooiste uit mijn loopbaan is. En mijn belangrijkste.’

Foto: Willem Vernes

Na die goede start hield Nederland vrij makkelijk stand, al is Brinkman niet helemaal tevreden. ‘Ik vind dat we nog beter kunnen zijn in het zakelijk zijn. Het uitspelen van de wedstrijd. Minder slordig zijn in de basics. We hebben best veel balverlies geleden wat nu niet werd afgestraft. De marge was groot, waardoor Spanje ook wist dat het niet meer rechtgetrokken kon worden. Maar in een finale roep je met die fouten de problemen over jezelf af. Dat moeten we echt voorkomen. We praten al drie jaar over game-management: wat je moet doen om een wedstrijd uit te spelen. Dus we weten het echt wel, maar in de uitvoering lukte dat vandaag niet altijd.’

Nog even terug naar de momenten vlak na zijn zeldzaam mooie goal. Want een cameraman die de wedstrijd registreerde was meteen scherp. Direct na de treffer van de Nederlandse captain werden zijn juichende ouders in beeld gebracht. ‘Ah leuk. Die zullen blij zijn. Ze hebben hier ook een fantastische tijd, zitten op de befaamde Oranje Camping. Voor hen is dit ook een unieke periode.’

Het verhaal van de Brinkmannetjes is bekend. Vader Jacques was als international erbij toen Nederland zijn enige olympische gouden plakken haalde in het mannenhockey in 1996 en 2000. ‘Van die eerste weet ik niets, toen was ik één jaar oud. Lag ik waarschijnlijk op de bank te slapen. Van 2000 weet ik alleen nog vaag dat we mijn vader hebben uitgezwaaid op Schiphol. En dat we hem daar met z’n vijven – ik had toen inmiddels ook een broertje en zusje – hebben opgehaald.’

De droogte na 2000

Na die laatste plak ontstond mondiaal een grote droogte. Nederland won vanaf 2000 nog wel vijf EK’s, maar greep op de WK’s en de Olympische Spelen keer op keer naast de hoofdprijs. ‘Wij voelen die droogte niet. Wij zijn bezig met zo ver mogelijk komen. Zo goed mogelijk presteren, de hele tijd. 24 jaar geleden was een aantal jongens van ons team nog niet eens geboren. Het is puur een feitje voor de geschiedenis.’ Met een knipoog: ‘Door jullie worden we ermee lastiggevallen.’

Op de Spelen van 2012 haalde Nederland zijn laatste mannenfinale. ‘Daar staat mij meer van bij. Ik weet dat ik de halve finale, de 9-2 tegen Groot-Brittannië heb gekeken in Hilversum, in de studio. Ik was mee met mijn vader. Die was toen analist, gaf cijfers voor De Telegraaf. Renden er allemaal journalisten over de redactie omdat die wedstrijd bizar verliep. Die staat beter op mijn netvlies dan de finale van dat toernooi.’

Kortom, het is tijd voor nieuwe historische momenten. Naar een nieuw succes op een wereldpodium. ‘Ik weet dat we geschiedenis kunnen schrijven. Daar is geen woord aan gelogen. Ik weet ook dat het niet makkelijk wordt. Wij zitten goed in het toernooi en staan over twee dagen met het mes tussen de tanden aan de start van onze finale.’


Wat vind jij? Praat mee...