De Olympische Spelen in Parijs zorgden de afgelopen week voor een geweldige primeur: voor het eerst wonnen beide Oranje-teams goud op één olympisch toernooi. Maar dat was niet het enige opvallende feitje rond de beide gouden nationale ploegen.
De in totaal zestien wedstrijden van de Oranjevrouwen en Oranjemannen in het Yves-du-Manoir-stadion leverden de afgelopen twee weken behalve heel veel kijkplezier en juichmomenten ook een ware stroom aan interessante data op. Hier volgen vijf ronkende statistieken rond de gouden Oranje-teams.
De strafcorner van Oranje-middenvelder Yibbi Jansen stond in Parijs op eenzame hoogte. De specialiste van SCHC vuurde 27 keer vanaf kop cirkel op het vijandelijke doel, en negen keer leverde dat direct een doelpunt van haar op, een indrukwekkend gemiddelde van één op drie.
Jansen werd met haar negen strafcornerdoelpunten topscorer van het toernooi, nadat ze eerder al topscorer van het voorbije seizoen in de FIH Pro League was geworden (negentien goals) en ook op het EK 2023 al de meest scorende speelster was (zeven goals).
Met haar negen doelpunten op één olympisch toernooi evenaarde Jansen de prestatie van ploeggenote Frédérique Matla, die tijdens de vorige Spelen in Tokio de topscorerstitel voor zich opeiste. In de olympische historie maakte alleen voormalig Oranje-international Maartje Paumen ooit meer goals op één Spelen (elf in Beijing in 2008).
In het mannentoernooi waren Nederland en Duitsland de meest productieve ploegen in Parijs. Beide finalisten kwamen in acht wedstrijden tot 23 doelpunten. En zowel de Oranjemannen als de Duitsers kwamen elk tot veertien velddoelpunten, ook het meeste van alle ploegen. Bij Oranje kwamen de veldgoals van Tjep Hoedemakers (drie), Duco Telgenkamp (drie), Thijs van Dam (drie), Thierry Brinkman (twee), Floris Wortelboer (twee) en Jonas de Geus.
Oranje had in acht wedstrijden op de Spelen 68 doelpogingen uit open spel nodig om tot de veertien veldgoals te komen. In dat opzicht deden de Duitsers het iets beter, want die maakten hun veertien veldgoals uit 58 kansen. Opvallend is de geringe productiviteit van India, dat knap brons won. De Indiërs kwamen tot slechts drie velddoelpunten en leunden vooral op de rake strafcorners (zeven) en rake strafballen (drie) van verdediger Harmanpreet Singh.
De Oranjevrouwen kwamen in de finale tegen een verrassend sterk China (1-1) voor het eerst op de Spelen van Parijs níet tot winst in de reguliere speeltijd. Maar dat doet weinig af aan de geweldige reeks wedstrijden die Oranje al jaren neerzet op de belangrijkste titeltoernooien.
Oranje bleef in de finale voor de 83ste (!) wedstrijd op rij ongeslagen op EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. Van die duels won het Nederlands elftal er 73, tegen tien gelijke spelen. De laatste keer dat de Oranjevrouwen een toernooiwedstrijd van belang verloren, is alweer dertien jaar geleden. In de groepsfase van het EK 2011 in Mönchengladbach was Spanje verrassend te sterk voor de Nederlandse ploeg (0-1).
De Oranjemannen waren in Parijs niet superafhankelijk van de strafcorner van Jip Janssen. Toch had de verdediger van Kampong met vijf doelpunten een groot aandeel in de Oranje-productie. Hij werd met dat aantal Oranje’s topscorer op de Spelen, via twee rake strafcorners en drie benutte strafballen.
Janssen, die ook al Oranje’s meest productieve international was tijdens het voorbije Pro League-seizoen, is dit hele kalenderjaar al aardig op dreef. In 2024 staat de doelpuntenteller voor hem op 21 in twintig interlands. Alleen de Indiër Harmanpreet Singh kan die cijfers overtreffen: hij scoorde dit kalenderjaar al 26 keer in dertig interlands.
Kijken we naar het hockeyseizoen 2023-2024, dan maakte Janssen voor club en land samen liefst zestig (!) doelpunten, meer dan ooit tevoren. Hij was namens Kampong dit seizoen al 39 keer trefzeker in alle officiële wedstrijden en voegde daar met Oranje nog eens 21 doelpunten aan toe.
Oranje-aanvaller Duco Telgenkamp beleefde in Parijs zijn tweede titeltoernooi met Oranje, nadat hij vorig jaar ook al het EK in Mönchengladbach speelde. De cijfers die de onverschrokken spits op die twee toernooien kan overleggen, boezemen ontzag in. Na dertien wedstrijden staan er al tien doelpunten achter zijn naam. Daarbovenop maakte de 22-jarige aanvaller van Kampong op de Spelen ook nog eens de beslissende shoot-out in de olympische finale tegen Duitsland.
Hoe groot de impact van Telgenkamp in het internationale mannenhockey is, blijkt wel uit de volgende cijfers. Van alle spelers die op het EK 2023, de FIH Pro League 2023-24 en de Spelen in Parijs in actie kwamen, maakte hij de meeste veldgoals: dertien in 23 wedstrijden. De Spanjaard José Basterra volgt met elf treffers uit 23 duels, met Oranje-aanvoerder Thierry Brinkman weer dáárachter met negen treffers uit 28 optredens.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.