De nacht van de Oranjemannen: ‘Pas ’s ochtends weer naar huis’

Nadat het laatste fluitsignaal ging in de olympische finale tegen Duitsland, zweefde het gouden Nederlands elftal op een roze wolk. Of beter gezegd: een oranje wolk. Met hun medaille om de nek, gingen ze de Parijse nacht in. Wij doken in de slipstream van de kersverse kampioenen. ‘Ik vond het al heerlijk dat we een biertje en een broodje kroket kregen.’ 

Donderdagavond, tien voor twaalf. Het TeamNL-huis houdt z’n adem in. De zaal met zevenduizend Oranje-fans maakt zich op voor de hockeymannen. Op dat moment zijn zeilster Marit Bouwmeester en openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal – die vertelde dat ze met een open mond had gezwommen in de Seine – al gehuldigd door het Nederlandse publiek. 

Dan komen de beelden, op loeiers van schermen. Van de goal van Thierry Brinkman. Van reddingen van Pirmin Blaak. En natuurlijk van de winnende shoot-out van Duco Telgenkamp. Als helden gaan ze in hun spijkerjasjes door het publiek, richting presentator Rob Kemps, beter bekend als de frontman van de Snollebollekes. ‘Laat je horen voor de gouden hockeymannen!’, zweept hij de massa nog maar eens op. Alsof het nodig is.

Daar staan ze. Als helden. Mannen die sportgeschiedenis hebben geschreven. Iets onvergetelijks hadden gedaan. ‘Sinds 2012 geen finale. Maar deze mannen komen terug met goud!’, schreeuwt Kemps met zijn bekende Brabantse galm naar het publiek. Iets minder hard: ‘En na afloop was jij emotioneel.’ Hij kijkt Blaak aan die door zijn team naar voren wordt geduwd. ‘Pirmin! Pirmin! Pirmin!’, schallen alle zevenduizend.

‘Wie is dat?’, vraagt een tienermeisje in het publiek zich af. ‘Maakte hij de winnende penalty?’

De huldiging van de Oranjemannen. Rechts Rob Kemps. Foto: Willem Vernes

De kleedkamer met alleen maar cola

Het is een compleet gekkenhuis waarin de Oranjemannen zijn beland. ‘Echt ongelooflijk wat we hier mee maken. Bizar’, vertelt Tijmen Reyenga vlak na de heerlijke ceremonie. ‘Vanaf het moment dat er afgefloten werd, zitten we in een roes. Eerst met elkaar de kleedkamer in. Daar kwam het besef. Gasten die in tranen uitbarsten. Het enige jammere was dat er alleen maar cola en sportdrankjes waren, haha. Wij hadden meer zin in bier en champagne. Daarna terug naar het veld in ons andere pak voor de medailleceremonie. En daarna het podium op, het Wilhelmus…echt prachtig.’

Reyenga was aangewezen als reserve maar door de blessure van Joep de Mol speelde hij toch de eerste twee wedstrijden mee. ‘Ik heb het beste van alle werelden meegemaakt. Ik ben spekkoper. Ik heb gespeeld en zelfs gescoord. Was bij de openingsceremonie en heb nog bij andere sporten kunnen kijken. Met Derk Meijer en Steijn van Heijningen, de andere reserves. Dit gaan we nooit vergeten. Ik heb een medaillewedstrijd gezien van de Amerikaanse estafetteploeg. Tennis kunnen kijken op het terrein van Roland Garros. Zo mooi. Er was vandaag nog onduidelijkheid of Jorrit Croon en Thijs van Dam wel konden spelen. Twee uur van tevoren hoorde ik pas dat ik op de tribune zou zitten.’

Reyenga speelt in het TeamNL-huis zijn eigen film af. Een onvergetelijk avontuur, dat een zinderend slot kreeg. ‘Na de huldiging en de interviews in het stadion waren er allemaal busjes geregeld. Was wel mooi. Op een gegeven moment zei onze manager Ernst Boekhorst: deze eerste acht mogen weg. Nou, Reyenga stond toen wel vooraan, hoor. Schitterend. We hadden onze eigen muziek mee, dus dat ritje was gewoon een feestje. We reden heel hard achter een politieauto met zwaailichten aan, omdat we dachten dat die voor ons was geregeld. Haha, dat bleek niet zo te zijn. We mochten gewoon doorrijden.’

Oud-internationals Jaap Stockmann en Wouter Jolie als Oranje-fans. Foto: Willem Vernes

Een gigantische TD, met zelfs een hockeyende dj

De bestemming was dus het TeamNL-huis. Het zwetende, sportgekke onderkomen waar alle medaillewinnaars worden onthaald. Vandaag had het gebouw – normaal gesproken een concertzaal – meer weg van een gigantische TD. Dat komt deze avond door dj La Fuente – nota bene zelf hockeytrainer in Brabant – maar vooral door het publiek. Veel, zo niet alle, ouders van de hockeyers zijn na de wedstrijd naar de sporttempel toegekomen. Het is een reuze-reünie met allemaal hockeygekken, die zolang naar dit mannensucces hebben uitgekeken.

Ook de oud-internationals Jaap Stockmann, Wouter Jolie en Nick Meijer zijn afgereisd naar het ‘Maison Pays-Bas’. ‘Echt superknap hoe Pirmin het heeft gedaan’, zegt Stockmann over zijn oude concurrent. In 2012 keepte hij de laatste finale, voor die van afgelopen avond. ‘Ik zag dat er nog kaarten waren, dus zijn we hier met een groepje naar toegereden. We zaten in het stadion. Daarna meteen hierheen. Prachtig toch? Ook ik ben blij dat het eindelijk weer eens gelukt is.’

‘Het is geniaal’, blikt Reyenga terug. ‘Ik vond het al heerlijk dat we een biertje en een broodje kroket kregen. En daarna het podium op. Als helden. Zo voelde het wel. Al klinkt dat ook wat gek, hoor. Daar moet ik nog wel even aan wennen.’

Bondscoach Jeroen Delmée zingt met zijn ploeg op het podium in het TeamNL-huis. Foto: Willem Vernes

Duco Telgenkamp? Of toch Justen Blok?

Helden die nog wel een beetje bekend moeten worden bij het grote publiek. Op het podium ziet Kemps Justen Blok aan voor Duco Telgenkamp. Maar dat mag de pret helemaal niet drukken. Zeker niet als de Oranje-selectie eerst meeblèrt met  – hoe kan het ook anders – We are the champions. En daarna met de neo-klassieker Terug in de tijd van, jawel, Yves Berendse. 

Vlak na die onvergetelijke ballades, waar bondscoach Jeroen Delmée overigens vrolijk aan meedeed, wordt het TeamNL-huis leeg geveegd. Voor de hockeymannen staat de nacht pas op het punt van beginnen. ‘We kunnen pas om acht uur weer het olympisch dorp in, vanwege de rust voor andere sporters’, vertelt Reyenga. ‘De Oranje-meiden slapen vlak onder ons. Die willen we natuurlijk niet storen voor hun finale van vrijdagavond. Als reserve slaap ik in een hotel. Dus mag ik eerder naar huis, maar ik denk niet dat dat gebeurt. Ik verwacht dat we het goud nog wel even gaan vieren. Komt wel goed, ik ga wel voorop.’

De nacht is van Oranje. Van de ploeg die Nederland de eerste olympische hoofdprijs in het mannenhockey in 24 jaar schonk. En dat zal Parijs weten. 


Wat vind jij? Praat mee...