Gouden finale blijkt laatste kunstje voor Blaak in Oranje

De interlandcarrière van Pirmin Blaak zit erop. De 36-jarige doelman maakte maandagmiddag op het bondskantoor in Utrecht bekend dat hij niet terugkeert in het Nederlands elftal. De gewonnen olympische finale tegen Duitsland, waarin Blaak een heldenrol verrichtte, was daardoor zijn 154ste en laatste wedstrijd van zijn internationale loopbaan.

In de eindstrijd in Parijs stopte Blaak drie Duitse shoot-outs, waarmee hij een kapitale bijdrage leverde aan de historische medaille. Het was ongetwijfeld het hoogtepunt van de lange carrière van de sluitpost. Vier jaar eerder maakte Blaak ook als eerste keeper het debacle van Tokio mee, waarin Nederland slechts de kwartfinale haalde. Op de Spelen van Londen en Rio de Janeiro was hij tweede keus achter Jaap Stockmann.

Drie EK-titels en doorlopend contract bij Braxgata

Op de palmares van Blaak prijken ook drie EK-titels, die hij in 2015, 2017 en 2021 veroverde met Oranje. In 2014 en 2018 werd-ie met Nederland tweede op de WK’s van Den Haag (als tweede keeper) en Bhubaneswar. In de Indiase stad veroverde hij op zijn laatste wereldkampioenschap brons. In 2014 pakte hij zijn eerste prijs met de nationale ploeg, waarmee hij de inmiddels verdwenen Hockey World League won. Blaak debuteerde in januari 2011 voor Oranje, in een oefenduel met Ierland waarin hij de nul hield (en met 5-0 won).

Blaak tekende in de zomer bij het Belgische Braxgata, waar zijn clubcontract doorloopt tot en met 2026. Bovendien maakt hij kans op de prijs van Wereldkeeper van het Jaar, waarvoor hij onlangs werd genomineerd. Afgelopen jaar legde de keeper al beslag op deze eretitel.