Herstelde De Mol na 150ste: ‘Dit past wel bij mijn carrière’

Twee duels moest hij erop wachten. Stond Joep de Mol niet op het veld bij de Oranje Heren om zijn 150ste interland te spelen, maar zat de verdediger in zijn uppie op een hotelkamer. Ziek. Dinsdagmiddag in de bloedhitte van het Yves-du-Manoir Stadium bereikte De Mol tegen Groot-Brittannië zijn interlandmijlpaal. Het was een duel met een dubbel gevoel, omdat Oranje in de slotfase een 2-0 voorsprong weggaf (2-2).

‘Ik ben blij dat ik eindelijk mijn honderdvijftigste interland heb gespeeld, maar baal omdat we de wedstrijd in de laatste vijf minuten een beetje onnodig weggeven. Er is tot de 2-0 niets aan de hand, maar dan laten we hem door onze vingers glippen’, vertelde De Mol, die vervolgens nog maar eens wat zweet van zijn voorhoofd afveegde.

Het was dinsdagmiddag namelijk tropische warm. De temperaturen op het veld tikten op sommige plekken de 40 graden aan. In de schaduw op de tribune was het al zweten, laat staan als je zestig minuten in de zesde versnelling een hockeywedstrijd op het hoogste niveau moet spelen. En helemaal als je twee dagen geleden nog ziek en afgezonderd in een hotel zat. Zoals De Mol. ‘Maar ik voel me goed hoor. Natuurlijk was het taai, maar daar hadden die andere spelers op het veld ook last van.’

Alleen in hotel

Voor hen was het al het derde optreden tijdens deze Olympische Spelen in Parijs. Voor De Mol zijn debuut, nadat hij in de nacht van vrijdag op zaterdag ziek werd. ‘Ik werd ’s nachts misselijk en moest meerdere keren overgeven. Ik wist niet wat ik had, dus om niet het risico te lopen dat ik Wortel (zijn kamergenoot Floris Wortelboer, red.) zou besmetten, ben ik van de kamer gegaan. Gelukkig bleek uit de test dat ik geen covid had. We vermoeden dat ik iets heb gegeten dat verkeerd is gevallen.’

Joep de Mol met zijn maatje Floris Wortelboer. Foto: Willem ‘Jules’ Vernes

Ondanks dat er geen besmettingsgevaar dreigde, werd De Mol uit voorzorg toch in een ander hotel buiten het olympische dorp geplaatst. Daar bracht hij twee dagen door. Zijn maatje Wortelboer miste hem, andersom ook.  ‘Als ik ergens niet goed tegen kan, is het in mijn eentje zijn en stilzitten. Dat waren precies de twee dingen die ik moest doen’, zo vat hij zijn dagen in isolatie samen.

Voor de televisie keek hij naar de duels die Nederland van respectievelijk Zuid-Afrika (5-3) en Frankrijk (4-0) won. ‘Ik zat me natuurlijk op te vreten, wilde daar ook op het veld staan. Het was pijnlijk. Ik heb er zo hard voor gewerkt, er drie jaar lang alles ervoor gelaten, dan stel je je de start van de Spelen toch wel iets anders voor. Blijkbaar gaat het bij mij toch net iets anders als het gaat om toernooien spelen. Dat past dan ook wel weer een beetje bij mijn carrière.’

Als ik ergens niet goed tegen kan, is het in mijn eentje zijn en stilzitten. Dat waren precies de twee dingen die ik moest doen. Joep de Mol over zijn isolatie

De Mol refereerde daarmee aan zijn interlandcarrière waarbij hij al heel wat teleurstellingen moest slikken. In Tokio 2020 werd na hij de teleurstellende poulefase geslachtofferd voor de kwartfinale. Vorig jaar werd hij gepasseerd voor het WK in India. Niettemin kan De Mol bogen op een imposante erelijst met daarop dus inmiddels 150 interlands, diverse titels en medailles. Zijn interlandcarrière begon in 2015 met een interland in het Indiase Raipur tegen Duitsland, woensdag de volgende tegenstander van Oranje in Parijs. ‘Ik ben er trots op dat ik er 150 heb gespeeld. Ik vind het een eer om voor mijn land uit te komen. 150 geeft extra glans, dat is niet zomaar een aantal.’

De Mol werd in de wedstrijden tegen Zuid-Afrika en Frankrijk vervangen voor clubgenoot Tijmen Reyenga. Die speelde in het eerste duel niet geweldig, maar scoorde een dag later pardoes de openingstreffer tegen Frankrijk. Op die dag wist De Mol al dat zijn rentree aanstaande was. ‘Ik heb zondag ook al wat loopwerk verricht. Het was, na twee dagen niet veel doen, wel fijn om de spieren weer wat los te maken.’

Joep de Mol staat klaar om een strafcorner te nemen. Foto: Willem Vernes

‘Met goed gevoel richting Duitsers’

Maandag trainde De Mol met de groep en dinsdag zat hij tegen Groot-Brittannië weer bij de selectie. Nadat hij de eerste minuten op de bank had gezeten, mocht hij zijn debuut in Parijs maken. De routinier paste zich razendsnel aan en speelde een prima wedstrijd.  Na de 2-0 van Thijs van Dam leek de wedstrijd gelopen, maar in de laatste minuten kantelde het duel alsnog en moest Oranje genoegen nemen met een gelijkspel.

Daardoor staat Nederland na drie duels op zeven punten. De Mol: ‘Daar kunnen we heel veel vertrouwen uit putten. Ik denk dat we even goed moeten kijken hoe we die laatste vijf, tien minuten uitspelen. Dat moet beter. Ik denk dat we met een goed gevoel richting de Duitsers (woensdagmiddag, red.) kunnen. Nu ik mijn comeback heb gemaakt, laten we die dan ook maar heel mooi maken.’


Wat vind jij? Praat mee...