Ze bewees woensdagavond tegen Frankrijk (6-0 winst) met twee rake strafballen haar waarde en haar unique selling point. Want Frédérique Matla (28) vanaf de stip, is praktisch altijd een zekerheid. Met stalen zenuwen houdt ze haar hoofd koel. Een verhaal over het ijskonijn dat altijd het verschil wil maken. En zenuwen een jaar of tien geleden voor het laatst voelde.
‘Ik ben één keer in mijn leven stikzenuwachtig geweest’, begint Frédérique Matla met vertellen. ‘Dat was tijdens mijn rijexamen. Hield het niet meer. Wat ik toen voelde, heb ik nooit meer gevoeld. Soms denk ik wel eens: hoe zou het zijn als ik een individuele sporter was? Een Femke Bol of zo. Ik kan heel goed relativeren. Weet dat als ik geen bal raak, er nog tien anderen op het veld staan die goed zijn. Maar in een 100 meter sprint heb je dat niet.’
Olympische finales, beslissende play-offs of gouden shoot-outs, Matla draait er haar hand niet voor om. Ze weet dat het spannende momenten zijn, er veel op het spel staat, maar voelt weinig fysieke sensatie. Ze leerde al vroeg van haar vader Peter: je kan vijftig minuten slecht spelen en in de laatste minuut de winnende maken. Die mentaliteit is haar handelsmerk geworden. ‘Soms zou ik willen dat ik, net als anderen, mijn hele lijf vol adrenaline voel. Daar heb ik het ook wel eens met Raoul (Ehren, bondscoach) over. Maar eerlijk: de helft van het team is jaloers op mij omdat ik dat niet heb. Ze worden gek van hun eigen zenuwen. Ik moet accepteren dat het bij mij anders werkt.’ Een eigenschap die haar USP is geworden. Ze speelt het lekkerst, als het er echt om gaat. Als er wat te halen valt, leeft Matla op. ‘Ik moet het accepteren. Het is hoe ik ben.’
Wel of geen (diepe) spits?
Koele kikker of niet, ze wil invloed hebben op het spel, het verschil maken. Niet alleen met een intikker bij de tweede paal, maar ook door iets open te breken, een actie te maken of een corner te forceren. ‘Ik wil het spel voor me hebben, zelf de ruimte induiken, betrokken zijn. Niet wachten tot de bal bij mij komt. Daarom ben ik ook geen diepe spits.’
Foto: Willem Vernes
Op die plek zien we haar ook al een jaar niet meer terug. Waar ze eerst de afmaker was, is ze nu de nummer 10. Ook op het EK in Mönchengladbach hangt en zwerft ze, op zoek naar een combinatie. Een positie die haar beter past, vindt ze zelf. Ooit werd ze de spits ingeduwd, tijdens haar eerste interland (in 2017). Ze sloot als linksmidden aan bij het Nederlands team, maar was tijdens haar debuut plots de diepste in de opstelling. Een plek die ze niet eens een keer had kunnen proberen op de training. ‘Ik bleek toen een neusje voor de goal te hebben. Haalde er ook veel energie uit, maar vond de scorebordjournalistiek wel lastig. Ik was nog nooit spits geweest, scoorde nooit, en nu is het iets waar ik door mensen op beoordeeld word’, blikt ze terug op haar beginjaren. ‘Het overkwam me toen allemaal een beetje. Ik was in mijn hoofd nog een aanvallende middenvelder. En niet de afmaker. Dat vond ik ook te beperkt voor wie ik was.’
Ze leerde haar plek te omarmen, begreep waarom ze er moest staan, en schakelde de buitenwereld uit. ‘De ene keer draag je bij met twee goals, de andere keer door iets open te breken of een corner te halen. Of een goede assist of actie. Dat is het voor mij. Het is veel meer dan alleen afmaken.’
Noem Matla geen middenvelder
Vandaar dat ze inmiddels geen diepe spits meer is, maar hangende aanvaller. ‘Maar noem me geen middenvelder hoor, dat wil Raoul echt niet’, lacht ze. ‘Hij vindt me wel een echte spits. Maar gelukkig mag ik van hem zwerven. Een beetje in de ruimtes duiken. Maar het middenveld? Echt niet. Hoogstens als er iemand een kaart krijgt. Dan mag ik een linie zakken.’
Foto: Willem Vernes
Ze moet lachen als ze even terugdenkt aan vroeger. Want toen ze een jaar of 24 was, had ze nooit gedacht nu nog te hockeyen. ‘Ik had mezelf gezworen niet tot mijn dertigste door te gaan’, zegt ze. Ze had wel wat beters te doen. ‘Hockey voelde als mijn hobby. Wilde nadat ik al mijn diploma’s op zak had en alles gewonnen wat er te winnen was, aan mijn carrière gaan werken’, vertelt ze. Maar dat was haar na de Spelen van Tokio al gelukt. En de honger bleef. Dus veranderde haar mindset. ‘Je wil er toch nog altijd meer uithalen. Ik kan nog veertig jaar werken straks, dus waarom zou ik dit niet blijven doen?’
Inmiddels is ze een ervaren rot in de selectie en een van de oudsten van de groep, bezig aan haar vijfde (!) EK. Ze wordt niet meer warm van iedere wedstrijd, maar richt zich op de juiste balans tussen presteren en andere dingen. ‘Ik doe nu een sociale psychologie-master, dus deze dingen boeien me. Wat is de optimale balans tussen presteren en mentale gezondheid? Je wil goud, maar het gaat ook om de manier waarop we dat samen doen. Hoe ouder je wordt, hoe meer je beseft waarvoor je het doet.’
Foto: Willem Vernes
Ze heeft geleerd te genieten van ieder moment
Waar ze het voor doet? Het plezier. ‘Ik kan me van mijn tienerjaren eigenlijk niks herinneren. Het was een soort roes,’ blikt ze terug. De Matla van nu is open en toegankelijk, de Matla van vroeger niet. ‘Ik nam afstand van iedereen, zelfs mijn ouders wisten op een gegeven moment niet meer hoe ze met me om moesten gaan. Ik kon überhaupt niet praten, laat staan over hoe ik me voelde. Ik ben tegen veel muren aangelopen, maar daar ben ik sterker uitgekomen. Op het WK in 2018 bijvoorbeeld. Ik speelde niet goed en de verwachtingen waren waanzinnig hoog. Er gebeurde van alles en ik verloor mezelf. Maar dat heb ik allemaal mee moeten maken om te zijn wie ik nu ben.’
Die instelling maakt haar misschien wel het ultieme toernooidier: iemand die niet leeft voor de statistieken, maar voor het moment waarop het er echt om gaat. Matla weet dat een beslissende actie soms meer waard is dan een uur lang foutloos spelen. Het is de kunst om rustig te blijven tot die kans zich aandient en dan genadeloos toe te slaan. ‘Dat is wat ik de jonkies ook meegeef: vergeet dat half uur dat je liep te ploeteren, het gaat om de beslissing. Dat kan je niet van tevoren bedenken, dat gebeurt op intuïtie en ervaring. En eerlijk: als ik in de finale waardeloos speel, mijn moment niet komt en we winnen wel goud. Dan hoor je mij echt niet klagen.’
Foto: Willem Vernes
5 Reacties
adrievandeparel
MAGNIFIQUE
Paul van Laak
Matlafique
Reinout van Leeuwen
Gelukkig heeft ze ook spelers in haar team die wel de hele wedstrijd een voldoende halen, dat is voor mij ook excelleren. Je hebt beide types speelsters nodig. Als een verdediger niet constant presteert moet de 'momenten' speelsters nog vaker excelleren. Daarom vindt ik het ook jammer dat de aandacht vaak gaat naar de doelpunten makers, een verdediger wordt vrijwel nooit uitgeroepen tot man of the match
adrievandeparel
Wat is dat weer een lulverhaal van jou. Ik zie Frederique al vanaf haar 14e jaar en ze is altijd supergoed. Heeft het meeste rendement, is de meeste keren kampioen van Nederland en Europees clubkampioen geworden. Met het Nederlands team Olympisch Kampioen, Wereldkampioen, Europees Kampioen en Topscoorder van de Hoofdklasse en van Nederland. Frederique is bij de Pro League '19 gekozen als BESTE SPEELSTER VAN DE WERELD en dat is ze nog steeds. In oktober '24 werd Yibbi gekozen, ook supergoed, maar voor de competitie won HCDENBOSCH in Bilthoven van SCHC met 0-2, enkele weken later voor de Gold Cup won HCDENBOSCH 0-4 met super wereldgoals van Frederique. De onderlinge stand Frederique-Yibbi was toen 3-0 voor Frederique , met beide wedstrijden bij SCHC. Frederique is altijd goed, heel vaak SUPERGOED.
Reinout van Leeuwen
Adrie, Weet je eigenlijk wel waarom Yibbi niet scoorde in de Gold cup tegen DB? Zij was toen in Oman om tijdens het FIH- gala een andere leuke prijs op te halen nml de Fih player off the world award.